NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special Operating Instructions - Moerverhuur.nl
←
→
Transkription von Seiteninhalten
Wenn Ihr Browser die Seite nicht korrekt rendert, bitte, lesen Sie den Inhalt der Seite unten
NEPTUNE 1 NEPTUNE 2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 10 °F °C 30 85 40 105 50120 11 CUT OUT 1 60140 300 100 70 210 160 90 80 195 175 0 1% 2% 3% 4% 12 13 14 15 16 17 0 18 °F °C 85 30 105 40 50120 CUT OUT 19 60140 150 300 70160 100 210 90 80 195 175 0 1% 2% 20 3% 4%
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special Inhoudsopgave Aanduiding van belangrijke aanwijzingen ..........................................................................................50 1 Belangrijke veiligheids- aanwijzingen ..........................................................................................50 2 Beschrijving 2.1 Gebruiksdoeleinde .............................................................52 2.2 Bedieningselementen .........................................................53 3 Vóór de inbedrijfstelling 3.1 Opstelling ...........................................................................53 3.2 Voor gebruik .......................................................................53 3.3 Reinigingsmiddeltank vullen1) .............................................53 3.4 Antikalk ...............................................................................54 3.5 Brandstoftank vullen ...........................................................54 3.6 Hogedrukslang aansluiten ..................................................54 3.7 Waterslang aansluiten ........................................................54 3.8 Elektrische aansluiting........................................................55 3.9 Antivriesmiddel opvangen ..................................................55 4 Bediening/gebruik 4.1 Toestel inschakelen ............................................................55 4.2 Aansluitingen ......................................................................55 4.3 Drukregeling met de Variopress-spuitinrichting1) ................56 4.4 Gebruik van reinigingsmiddelen .........................................56 5 Toepassingsgebieden en 5.1 Algemene aanmerkingen ...................................................57 werkmethoden 5.2 Typische toepassingen .......................................................57 6 Na het gebruik 6.1 De reiniger uitschakelen en de aanvoerleidingen afsluiten 59 6.2 Oprollen van het netsnoer alsook de hogedrukslang en verstouwen van toebehoren ...............................................59 6.3 NEPTUNE 1 Bewaring (vorstbestendige opslag) ...............59 6.4 NEPTUNE 2 Bewaring (vorstbestendige opslag) ...............60 6.5 De reiniger transporteren ...................................................60 7 Onderhoud 7.1 Onderhoudsschema ...........................................................61 7.2 Onderhouds-werkzaamheden ............................................61 8 Eliminatie van storingen 8.1 Melding aan het bedieningspaneel.....................................62 8.2 Nog meer storingen ............................................................63 9 Allerlei 9.1 Machine voor recycling beschikbaar maken ......................64 9.2 Garantie..............................................................................64 9.3 EG-Verklaring van overeenstemming.................................64 9.4 Technische gegevens .......................................................385 Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen 1) 49 Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special Markering van aanwijzingen De in dit hand- Hier staan ad- boek vermelde viezen of in- veiligheidsin- structies, die structies, waar- het werk ge- van het niet na- makkelijker maken en voor een leven tot gevaar voor personen veilig bedrijf zorgen. kan leiden, worden door dit ge- varensymbool speciaal gemar- keerd. Voordat u de hoge- Dit symbool vindt drukreiniger in be- u bij veiligheidsin- drijf neemt, dient u structies, waarvan in ieder geval deze het niet naleven ge- gebruiksaanwijzing vaar voor het toe- door te lezen en hem binnen stel en het functioneren ervan handbereik te bewaren. kan veroorzaken. 1 Belangrijke veiligheidsinstrukties Richt de straal niet op u zelf of an- Transport dere personen om kleding of schoe- nen te reinigen. Voor het veilig transport in en op Verwondingsgevaar! Richt de straal voertuigen bevelen wij aan dat het niet op levende dieren toestel met banden goed wordt Voor uw eigen veiligheid bevestigd en dat de rem wordt Tijdens het bedrijf van de machine aangehaald om te verhinderen Het toestel mag treden aan de spuitinrichting terug- dat het toestel kipt of slipt. - alleen door personen gebruikt slagkrachten op. Indien de spuit- worden die qua hantering ge- lans schuin staat, treedt er boven- Als het toestel en het toebehoren instrueerd zijn en uitdrukkelijk dien een draaimoment op. Houdt u bij temperaturen van rond of on- de opdracht gekregen hebben daarom de spuitinrichting met beide der 0°C, antivries dient van tevo- het toestel te bedienen handen vast. ren in de pomp en de boiler ge- - alleen onder toezicht bedre- goten te worden overeenkomstig ven worden Algemeen hoofdstuk 6. - niet door kinderen gebruikt worden Het gebruik van de stofzuiger valt Voor de inbedrijfstelling - Mag niet gebruikt worden onder de geldende nationale be- door geestelijk of lichamelijk palingen. Als uw machine een 3-fase-versie gehandicapte personen. is en geleverd is zonder een plug, Naast de gebruiksaanwijzing en laat dan een geschikte 3-faseplug VOORZICHTIG! de in het land waar het apparaat met een aardgeleider installeren De hogedrukstraal kan gevaar- wordt gebruikt geldende, binden- door een elektricien. lijk zijn als zij misbruikt wordt. de regelingen inzake ongevallen- De straal mag niet op personen, preventie dienen ook de erkende Vóór elke inbedrijfstelling moe- dieren, onder spanning staande vaktechnische regels voor veilig ten de netaansluitingsleiding en installaties of op het toestel zelf en oordeelkundig werk in acht te andere belangrijke delen van het worden gericht. worden genomen. toestel zoals de hogedrukslang en de spuitpistool gecontroleerd Veiligheidskleding, gehoorbe- Elke werkwijze die gevaarlijk kan worden. scherming en veiligheidsbril dra- zijn voor de veiligheid dient te gen. worden nagelaten. Het toestel niet in bedrijf stellen als één van deze delen bescha- Gebruik de machine niet als er Laat de spuitkop niet open staan digd is. andere personen zonder be- door deze vast te binden. schermende kleding op de werk- Het toestel zodanig opstellen dat locatie aanwezig zijn. de netstekker gemakkelijk bereikt 50 1) Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special kan worden. b.v. asbest en olie kunnen losra- Netaansluitkabel niet beschadi- ken en het milieu kunnen vervui- gen (bijv. overrijden, trekken, knel- Controleer regelmatig of het net- len. len). De netkabel mag uitsluitend snoer beschadigd of verweerd is. aan de stekker uit het stopcontact Gebruik uitsluitend hogedrukrei- Gevoelige delen van rubber, stof worden getrokken (niet door aan nigers met een feilloos aansluit- en dergelijke niet met de punt- de kabel te trekken of te rukken). kabel. straal reinigen. Bij het reinigen op voldoende afstand tussen de ATTENTIE! Als het netsnoer beschadigd is hogedruksproeier en het opper- Dit toestel werd ontwikkeld voor dient deze, om gevaren te voor- vlak letten om een beschadiging het gebruik van reinigingsmidde- komen, vervangen te worden van het te reinigen oppervlak te len die door de producent gele- door de fabrikant of via zijn klan- vermijden. verd of aanbevolen worden. Het tenservice of een vergelijkbaar gebruik van andere reinigings- gekwalificeerd persoon. Gebruik de hogedrukslang niet middelen of chemicaliën kan de als trekkabel. veiligheid van het toestel negatief VOORZICHTIG! beïnvloeden. Niet geschikte verlengkabels Maximaal toegelaten werkdruk kunnen mogelijk gevaar opleve- en temperatuur staan op de ho- VOORZICHTIG! ren. Rol de kabel altijd volledig gedrukslang gedrukt. Het toestel is voorzien voor het van de rol af om te voorkomen gebruik van stookolie of diesel- dat het netsnoer oververhit raakt. Sla het apparaat vorstvrij op olie. Ongeschikte brandstoffen of gebruik antivries! (b.v. benzine) mogen niet worden De stekkers en de koppelingen gebruikt daar ze een gevaar kun- van de netaansluitings- en ver- Neem de machine nooit nen vormen. lengleidingen moeten waterdicht zonder water in gebruik. Het toestel aan tankstations of in zijn. Zelfs een kortstondig gebrek aan andere gevarenzones wegens het water kan tot ernstige beschadi- explosiegevaar, dat van de bran- Bij het gebruik van een verleng- gingen van de pompmanchetten der kan uitgaan, slechts buiten de kabel dient u de minimale door- leiden! vastgelegde gevarenzone inzetten sneden van de kabel in acht te (In Duitsland: Op de TRbF - Tech- nemen: Aansluiting op het water nische Richtlijnen voor Brandbare Kabellengte Doorsnede Deze hogedrukreini- Vloeistoffen letten). m ger mag alleen aan-
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special Elektrische inrichtingen Bij gebruik van een verlengkabel De delen met druk van deze hoge- mag alleen de door de fabrikant drukreiniger zijn overeenkomstig aangegeven uitvoering of een § 9 van de Druktankverordening hoogwaardigere uitvoering wor- volgens de voorschriften gepro- den gebruikt. duceerd en met succes aan een PAS OP! drukcontrole onderworpen. Elektrische apparaten nooit met Voor verdergaande onderhouds- water afspuiten: gevaar voor per- resp. reparatiewerkzaamheden Veiligheisinrichtingen sonen, kortsluitingsgevaar. gelieve u zich te richten tot de Nilfisk-ALTO-klantenservice of Te hoge druk wordt bij het in wer- Inschakelprocessen veroorzaken een geautoriseerde vakwerk- king treden van de veiligheids- kortdurende spanningsdalingen. plaats! inrichting via een bypassleiding Bij netimpedanties huisaanslui- Controle zonder restdruk in de zuigleiding ting) kleiner dan 0,15 ohm zijn er van de pomp teruggeleid. geen storingen te verwachten. In De hogedrukreiniger voldoet aan geval van twijfel moet u uw elek- de Duitse „Richtlijnen voor Vloei- Valt het pompvermogen onder een triciteitsbedrijf contacteren. stofstralers“. De hogedrukreiniger vast ingestelde waarde, schakelt moet overeenkomstig de veilig- het stromingscontroleapparaat de Onderhoud en reparatie heidsvoorschriften „Werkzaam- oliebrander automatisch af. De heden met Vloeistofstralers (BGV oliebrander is op continue ont- ATTENTIE! D15)“ indien nodig (echter ten- steking ingesteld. Als aanvullend Voordat de hogedrukreiniger wordt minste alle 12 maanden) inzake beschermingsmechanisme is een gereinigd of een onderhoudsbeurt bedrijfsveiligheid door een des- thermosensor opgenomen in de krijgt, dient steeds de stekker uit kundige gecontroleerd worden. schacht van de warmtewisselaar. het stopcontact te worden getrok- Een oververhitting van het toestel ken. Van elektrische apparaten dient na is bijgevolg uitgesloten. elke reparatie en wijziging de aar- Voer uitsluitend onderhouds- dingsweerstand, de isolatieweer- De veiligheidsinrichtingen zijn in werkzaamheden uit, die in de stand en de lekstroom te worden de fabriek ingesteld en met lood gebruiksaanwijzing beschreven gemeten. Bovendien moet er een verzegeld en mogen niet versteld zijn. Gebruik uitsluitend originele optische controle van de aansluit- worden. reserveonderdelen. Breng geen kabel, een spannings- en stroom- technische wijzigingen aan de meting en een functietest worden zuiger aan. uitgevoerd. Deskundige technici van onze klantenservice zijn u PAS OP! daarbij graag behulpzaam. Hogedrukslangen, fittingen en verbindingstukken zijn belangrijk De volledige UVV ‘Werken met voor de veiligheid van het appa- vloeistofstralers’ kunnen worden raat. Gebruik allen door de fabri- aangevraagd bij Carl Heymanns- kant goedgekeurde hogedrukon- Verlag KG, Luxemburger Straße derdelen! 449, 50939 Köln of bij de desbe- treffende beroepsvereniging. 2 Beschrijving 2.1 Gebruiksdoeleinde De hogedrukreiniger is ontworpen In hoofdstuk 5 wordt het gebruik voor professionele doeleinden. van de hogedrukreiniger voor di- De machine kan gebruikt worden verse schoonmaakwerkzaamhe- voor het reinigen van landbouw- den beschreven. en bouwapparatuur, stallen, voer- tuigen, roestige oppervlakken Gebruik de reiniger altijd in over- enz. eenstemming met deze gebruiks- instructies. Andersoortig gebruik De reiniger is niet goedgekeurd kan de reiniger of het te reinigen voor het reinigen van oppervlak- oppervlak beschadigen en kan ken die in aanraking komen met leiden tot ernstig persoonlijk let- levensmiddelen. sel. 52 1) Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special 2.2 Bedieningselementen 1. Slanghaspel 1) slanghaspel 2. Vergrendelig van de 11. Bedieningspaneel afdekking 12. Gereedheidsdisplay 3. Reservoir voor 13. Brandstof bijvullen reinigingsmittel 14. Nilfisk-ALTO AntiStone 4. Kabelhaken laag1) 5. Spuitpistool 15. Onderhoud door Nilfisk- Afbeelding: Zie uitklapbare zijde 6. Wateraansluiting ALTO-service noodzakelijk vooraan in deze gebruiksaanwij- 7. Spuitlansoplegdeel 16. Boiler oververhit zing. 8. Haak voor slang 17. Brandsensor is vet 9. Invulinrichting voor geworden brandstof 18. Hoofdschakelaars 10. Hochdrukslangaansluiting 19. Temperatuurregelaar bij machines zonder 20. Reinigingsmiddeldosering1) 3 Vóór de inbedrijfstelling 3.1 Opstelling Voor het storingsvrije bedrijf is De fabriek ligt ca. 140 m (450 ft) voor elke oliebrander het exact boven zeeniveau en de instelling ingesteld mengsel van verbran- van de oliebrander is optimaal dingslucht en brandstof nodig. voor deze hoogteligging. Afhankelijk van de plaats van inzet en de hoogteligging zijn Als de plaats van gebruik van de luchtdruk en het zuurstofge- het toestel meer dan 1200 m halte verschillend. Dit klopt, on- (3900 ft) boven zeeniveau ligt, geacht de brandstof kerosine of moet de oliebrander voor een diesel is. onberispelijke bediening en De hogedrukreiniger werd in rendement daarop afgestemd de fabriek zorgvuldig getest en worden. Neem daarvoor a.u.b. ingesteld om een zo groot mo- contact op met uw dealer of gelijk vermogen te bereiken. de Nilfisk-ALTO-service. 3.2 Voor gebruik 1. Vóór de eerste inbedrijfstel- 0 ling het toestel zorgvuldig in- zake fouten en schade con- troleren en de vastgestelde °F °C 85 30 105 40 50120 CUT OUT 1 60140 300 schade onmiddellijk aan uw 100 701 210 60 90 80 195 175 0 1% 2% Nilfisk-ALTO-dealer meede- 3% 4% len. 2. Het toestel alleen maar in een onberispelijke toestand in bedrijf stellen. 3. De helling waarin de hoge- drukreiniger geplaatst wordt, Max. 10° mag in iedere richting niet hoger zijn dan 10o. 3.3 Reinigingsmiddeltank 1. Reinigingsmiddeltank met vullen1) Nilfisk-ALTO-reinigingsmid- delen vullen. Vulhoeveelheid: Zie hoofd- stuk 9.4 Technische gege- vens. Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen 1) 53 Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special 3.4 Antikalk Het antikalk-doseersysteem van hierop te testen. de Nilfisk Alto wordt ingesteld Gebruik het schema om de door de fabriek. juiste dosering van No Scale/ Om de hardheid van het water Anti Stone en water te bepalen, aan te passen, verdient het aan- en voeg het mengsel toe aan de beveling het aangevoerde water antikalktank. Machinestroom L/u Pompgrootte ml/u ˚dH ˚f ˚e Dosering 600 35 0-12 0-21,5 0 - 15 1:2 = 12ml/h 600 35 12-30 21,5 - 53,7 15 - 37,5 Pure = 35ml/h 700 35 0-12 0-21,5 0 - 15 1:1 = 17ml/h 700 35 12-30 21,5 - 53,7 15 - 37,5 Pure = 35ml/h 800 35 0-12 0-21,5 0 - 15 1:1 = 17ml/h 800 35 12-30 21,5 - 53,7 15 - 37,5 Pure = 35ml/h 3.5 Brandstoftank vullen Bij koud toestel: 1. De brandstoftank met brand- stof (lichte brandstofolie of dieselolie DIN 51 603) vul- len. AANWIJZING! Bij temperaturen onder 8°C De brandstof moet vrij van vuil begint de brandstofolie te stollen zijn. (parafineafscheiding). Daardoor Vulhoeveelheid: Zie 9.4 Techni- kunnen moeilijkheden bij het sche gegevens. starten van de brander optreden. Let op dat u de brandstoftankfil- Daarom vóór de winterperiode ter niet beschadigt, om te voor- stolpunt- en vloeiverbeteraar aan komen dat er vuil in de tank ge- de brandstofolie toevoegen of raakt “winter-dieselolie” gebruiken. 3.6 Hogedrukslang 1. De aansluitkoppeling van de aansluiten hogedrukslang op de nippel in het asmidden steken. 3.7 Waterslang aansluiten 1. De waterslang vóór de aan- sluiting op het toestel kort met water spoelen opdat Bij slechte waterkwaliteit (spoelzand zand en andere vuilpartike- enz.) bevelen wij aan dat een wa- len niet in het toestel kunnen terfijnfilter in de watertoevoer wordt geraken. gemonteerd. 2. De waterslang met de snel- koppeling op de wateraan- Voor het aansluiten van het toestel sluiting aansluiten. een met weefsel versterkte water- 3. De waterkraan openen. slang met een nominale breedte van tenminste 3/4” (19 mm) gebrui- AANWIJZING! ken. Nodige waterhoeveelheid en water- druk: Zie hoofdstuk 9.4. Technische gegevens. 54 1) Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special 3.8 Elektrische aansluiting VOORZICHTIG! Bij gebruik van kabeltrommels: 23 0V 400V 23 400V 1. Wegens oververhittings- en 0V brandgevaar de aanslui- tingsleiding steeds helemaal 2% afwikkelen. 3% Het toestel alleen maar op een 4% elektrische installatie aanslui- ten, die aan de voorschriften voldoet. Bij toestellen met spanningsom- 1. Op de veiligheidsinstructies schakeling1) in elk geval erop in hoofdstuk 1 letten. letten dat de correcte netspan- 2. De toestelstekker in het stop- ning aan het toestel ingesteld is contact steken. vooraleer de netstekker in het stopcontact wordt gestoken. Anders kunnen de elektrische componenten van het toestel vernietigd worden. 3.9 Antivriesmiddel Het leidingsysteem van het toe- De het eerst uitstromende vloei- opvangen stel is in de fabriek met antivries- stof (ca. 5 l) voor hergebruik in middel gevuld. een vat opvangen. 4 Bediening / Bedrijf 4.1 Toestel inschakelen 1. De hoofdschakelaar in de A positie koud water (A) bren- 0 gen. De besturingselektronica voert een automatische controle door, B alle LED‘s schijnen één keer. De motor start. ATTENTIE! schijnt. Steeds vuil van de nippel verwijde- ren vooraleer de spuitlans met het 2. Ventileer de machine voor spuipistool wordt verbonden. frisse lucht door het spuitpi- stool te activeren. 3. Wanneer de waterstroom constant is, gaat u verder met de volgende stappen. 4.2 Aansluitingen 1. Trek de blauwe snelkoppeling 4.2.1 Spuitlans op (A) van het spuitpistool naar A spuitpistool aansluiten achteren. 2. Duw de nippel van de spuitlans (B) in de snelkoppeling en B laat deze los. 3. Trek de spuitlans (of een C ander hulpstuk) naar voren om te controleren of deze stevig vastzit op het spuitpistool. 4.2.2 Koudwaterbedrijf/ 1. Schakel de hoofdschakelaar heetwaterbedrijf (tot naar de positie ‘Heet water’ 100°C) (B) en selecteer de vereiste temperatuur op de tempera- tuurregeling. 2. De spuitpistool ontgrendelen en activeren. Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen 1) 55 Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special De brander wordt ingeschakeld. Bij werkonderbrekingen: De veiligheidsgrendel ook bij korte werkonderbrekingen inleg- ATTENTIE! gen (zie afb. in hoofdstuk 6.1) Bij toestellen met slangtrommel: Bij bedrijf met warm water de ho- gedrukslang volledig van de slang- trommel afwikkelen, daar de slang- trommel zich anders door hitte-in- vloed kan vervormen. 4.2.3 Stoomaandrijving 1. De spuitlans met de stoom- (boven 100°C)1) sproeier gebruiken (Zie ca- talogus voor accessoires). Wees alert op vrijkomend 2. De kap openen. heet water en stoom tot BA R 3. De draaiknop aan het regel- 150°C bij gebruik van stoom- veiligheidsblok tegen de wij- functie. zers van de klok in tot aan de aanslag draaien. 4. De hoofdschakelaar in de positie warm water bren- gen. 5. De temperatuur selecteren (meer dan 100°C). 4.3 Drukregeling met 1. Gebruik de Vario-handgreep de Ergo Variopress- om de waterstroom te varië- spuitinrichting1) ren, en dus de druk 2. Druk de hendel naar voren voor volledig druk en water- stroom Om veiligheidsredenen mag u de hendel van de spuit nooit vastbin- den of openzetten tijdens gebruik. De hendel moet gesloten kunnen worden als hij wordt losgelaten, om zo de waterstroom te stoppen 4.4 Gebruik van 1. De gewenste concentratie 0 reinigingsmiddelen 1% van het reinigingsmiddel aan 2% de reinigingsmiddeldosering instellen. 3% 2. Het te reinigen object inspui- ten. 3. Naargelang van de vervui- 4% lingsgraad laten inwerken. Vervolgens met hogedruk- straal afspoelen. desinfectie) moet de aangezogen ATTENTIE! reinigingsmiddelhoeveelheid be- De reinigingsmiddelen mogen niet paald worden door een controle van opdrogen. Het te reinigen oppervlak de uitstroomhoeveelheid. Waterde- zou anders beschadigd kunnen biet van het toestel: Zie hoofdstuk worden! 9.4 Technische Gegevens. Voor speciale toepassingen (b.v. 56 1) Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special 5 Toepassingsgebieden en arbeidsmethoden 5.1 Algemene Een efficiënte hogedrukreiniging wordt bereikt door het naleven van aanmerkingen enkele richtlijnen gecombineerd met uw eigen ervaringen op speci- ale gebieden. Toebehoren en reinigingsmiddelen kunnen het reini- gingseffect versterken als ze correct worden gebruikt. Hierna volgen enkele principiële instructies. 5.1.1 Inweken Aangekoekte of dikke lagen vuil kunnen losgeweekt worden. Een ideale methode voor gebruik binnen de landbouw, bijvoorbeeld in varkensstallen. U kunt weken door middel van schuim of eenvoudig alkalisch detergens. Laat het product ongeveer een kwartier in de vuile ondergrond intrekken voordat u de hogedrukspuit gebruikt. Zo kunt u met de hogedrukspuit veel sneller reinigen. 5.1.2 Reiniginsmiddel en Reinigingsmiddel en schuim dienen op het droge oppervlak te wor- schuim aanbrengen den gespoten (niet in direct zonlicht) opdat het reinigingsmiddel zonder verdere verdunning met het schuim in contact komt. Aan verticale vlakken van beneden naar boven te werk gaan om slierten te vermijden als de reinigingsmiddeloplossing uitloopt. Enkele minu- ten laten inwerken alvorens met de hogedrukstraal wordt gereinigd. Reinigingsmiddel niet laten opdrogen. 5.1.3 Temperatuur Het reinigingseffect wordt bij hogere temperaturen versterkt. Vooral vetten en oliën kunnen gemakkelijker en sneller worden losgemaakt. Proteïnes kunnen bij temperaturen van 60°C het best worden losge- maakt, oliën en vetten bij 70°C tot 90°C. (Poseidon max. 85 °C). 5.1.4 Mechanische inwerking Om sterke lagen vuil los te maken wordt bovendien een mecha- nische inwerking noodzakelijk. Speciale spuitlansen en (roterende) wasborstels bieden het beste effect om de laag vuil los te maken. 5.1.5 Grote watercapaciteit Grote watercapaciteit en hoge druk Hoge druk is niet altijd de beste en hoge druk oplossing en te hoge druk kan oppervlakken beschadigen. Het reini- gingseffect hangt eveneens van de watercapaciteit af. Een druk van 100 bar is voor de voertuigreiniging voldoende (gecombineerd met warm water). Door een grotere watercapaciteit is het mogelijk het losgemaakte vuil af te spoelen en weg te transporteren. 5.2 Typische toepassingen 5.2.1 Landbouwsector Gebruik Toebehoren Methode Stallen Schuiminjector 1. Inweken – schuim op alle oppervlakken aanbrengen Varkenskooi Schuimlans (van beneden naar boven) en 30 minuten laten inwer- Powerspeed ken. Reiniging van wan- Floor Cleaner 2. Vuil met hogedruk en eventueel passend toebehoren den, vloeren, in- verwijderen. Aan verticale vlakken opnieuw van bene- richting Reiniginsmiddelen den naar boven te werk gaan. Universal 3. Voor het transport van grote hoeveelheden vuil op ma- Desinfectie Alkafoam ximaal watervolume instellen. 4. Slechts aanbevolen desinfectiemiddelen gebruiken om Desinfectie de hygiëne te garanderen. DES 3000 Desinfectiemiddelen alleen maar aanbrengen nadat het vuil volledig werd verwijderd. Wagenpark Standaardlans 1. Reinigingsmiddel op het oppervlak aanbrengen om het Tractor, ploeg enz. Reinigingsmiddelen- vuil los te maken. Van beneden naar boven te werk injector gaan. Powerspeed lans 2. Met de hogedrukstraal afspoelen. Opnieuw van bene- Gebogen lans en on- den naar boven te werk gaan. Gebruik toebehoren om dervloerreiniger moeilijk toegankelijke plaatsen te reinigen. Borstels 3. Reinig gevoelige delen zoals motoren en rubber met lage druk om beschadigingen te vermijden. Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen 1) 57 Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special 5.2.2 Voertuigen Toepassing Toebehoren Methode Voertuig-oppervl- Standaardlans 1. Reinigingsmiddel op het oppervlak aanbrengen om akken Reinigingsmiddelen- het vuil los te maken. Van beneden naar boven te injector werk gaan. Om insectenresten te verwijderen vooraf Powerspeed lans met b.v. Allosil insproeien, dan met lage druk afspo- Gebogen lans en on- elen en het volledige voertuig onder toevoeging van dervloerreiniger reinigingsmiddelen reinigen. Reinigingsmiddelen Borstels gedurende ongeveer 5 minuten laten inwerken. Me- talen oppervlakken kunnen met VelgenTop worden Reinigingsmiddelen gereinigd. Aktive Shampoo 2. Met de hogedrukstraal afspoelen. Opnieuw van be- Aktive Foam neden naar boven te werk gaan. Toebehoren gebru- Sapphire iken om moeilijk toegankelijke plaatsen te reinigen. Super Plus Borstels gebruiken. Korte spuitlansen zijn voor de Aktive Wax reiniging van motoren en wielkasten. Gebogen spuit- Allosil lansen of ondervloerreinigers gebruiken. RimTop 3. Gevoelige delen zoals motoren en rubber met lage druk reinigen om beschadigingen te vermijden. 4. Met de hogedrukreiniger vloeibare was aanbrengen om het ontstaan van nieuw vuil te verminderen. 5.2.3 Bouwsector en industrie Toepassing Toebehoren Methode Oppervlakken Schuiminjector 1. Een dikke laag schuim op het droge oppervlak aan- Standaardlans brengen. Aan verticale vlakken van beneden naar Metalen voorwer- Gebogen lans boven te werk gaan. Schuim gedurende ongeveer pen Tankreinigingskop 30 minuten laten inwerken voor een optimaal effect. 2. Met de hogedrukstraal afspoelen. Het passende toe- Reinigingsmiddel behoren gebruiken. Hoge druk gebruiken om het vuil Intensive los te maken. Lage druk en hoge waterhoeveelheid J25 Multi gebruiken om het vuil af te voeren. Combi Aktive 3. Desinfectiemiddel alleen maar na de volledige ver- Alkafoam wijdering van het vuil aanbrengen. Desinfectie Sterk vuil, b.v in slachthuizen, kan met grote waterhoe- DES 3000 veelheid afgevoerd worden. Tankreinigingskoppen dienen voor de reiniging van va- ten, kuipen, mengtanks enz. Tankreinigingskoppen worden hydraulisch of elektrisch aangedreven en maken een automatische reiniging zonder voortdurende controle mogelijk. Verroeste, be- Natstraalset 1. Natstraalinrichting met de hogedrukreiniger verbin- schadigde op- den en zuigslang in het zandreservoir steken. pervlakken vóór 2. Tijdens het werk veiligheidsbril en –kleding dragen. de behandeling 3. Met het zand/water-mengsel kan men roest en lak verwijderen. 4. Na het zandstralen de oppervlakken behandelen te- gen roest (metaal) en rotting (hout) Dit zijn slechts enkele toepassingsvoorbeelden. Elke reinigingstaak is verschillend. Contacteer a.u.b. uw Nilfisk-ALTOhandelaar inzake de beste oplossing voor uw reinigingstaak. 58 1) Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special 6 Na de arbeid 6.1 De reiniger 1. De waterkraan sluiten. uitschakelen en de 2. Activeer het spuitpistool zon- aanvoerleidingen der de lans aan te sluiten, afsluiten zodat al het achtergebleven water in het systeem afge- voerd wordt 3. De hoofdschakelaar uitscha- kelen, de schakelaar in de positie “OFF”. 4. De toestelstekker uit het stopcontact trekken. 5. De spuitpistool activeren tot het toestel drukloos is. 6. De veiligheidsgrendel aan de spuitpistool inleggen. 7. De waterslang van het toe- stel losmaken. Om ongevallen te vermijden, 6.2 Oprollen van het dienen het netsnoer en de ho- netsnoer alsook gedrukslang steeds zorgvuldig de hogedrukslang opgerold te worden. en verstouwen van toebehoren Plaats de spuitlans in de opslag- positie. 6.3 NEPTUNE 1 Sla de reiniger in een vorstvrije 7. De machine is beschermd Bewaring ruimte op of neem de volgende tegen vorst wanneer een (vorstbestendige beschermingsmaatregelen: oplossing met antivriesmid- opslag) 1. Haal de watertoevoerslang del uit het spuitpistool komt. los van de watertoevoer. 8. Vergrendel de veiligheidspal 2. Leg de watertoevoerslang van het spuitpistool. in een emmer met antivrie- 9. Haal de watertoevoerslang smiddel. uit de emmer. 3. Verwijder de spuitlans. 10. Zet de reiniger uit en zet 4. Zet de reiniger aan met de hem rechtop weg. hoofdschakelaar in de stand 11. Als de machine weer in “Cold Water” (Koud water). gebruik wordt genomen, 5. Activeer het spuitpistool. moet de antivriesoploss- 6. Tijdens het aanzuigen ac- ing opgevangen worden tiveert u het spuitpistool en bewaard worden voor twee of drie keer. toekomstig gebruik of op verantwoorde wijze worden afgevoerd. Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen 1) 59 Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special 6.4 NEPTUNE 2 Het toestel in een droge, vorst- 8. Het toestel is vorstbestendig Bewaring bestendige ruimte plaatsen of als antivriesmiddeloplossing (vorstbestendige op de volgende manier vorstbe- uit de spuitpistool stroomt. opslag) stendig maken: 9. De veiligheidsgrendel aan de 1. De watertoevoerslang van spuitpistool inleggen. het toestel losmaken. 10. Sluit de afdekking, 2. De spuitlans afnemen. 11. Het toestel uitschakelen, A 3. Het toestel inschakelen, schakelstand “OFF”. schakelstand "koud water" . 12.Om elk risico te vermijden 4. De spuitpistool activeren. moet het toestel voor de her- 5. Open de afdekking. inbedrijfstelling in een ver- 6. Het antivriesmiddel (ca. 5 l) warmde ruimte worden op- langzamerhand in de water- geslagen. kast (A) gieten. 13.Bij de volgende inbedrijfstel- 7. Tijdens het aanzuigproces ling de antivriesmiddeloplos- de spuitpistool 2 tot 3 keer sing voor hergebruik opvan- activeren. gen. 6.5 De reiniger De machine kan rechtop of ge- B transporteren bogen vervoerd worden. Gebruik de bevestigingspunten (A) voor het vastmaken van de riemen. Let erop dat er water kan lek- ken door plotselinge schokken tijdens het transport. B 60 1) Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special 7 Onderhoud 7.1 Onderhoudsschema Onderhoud waterfilters en brandstoffilter naar behoefte. Leeg ook de brandstofolietank naar behoefte. 7.2 Onderhouds- In de watertoevoer zijn twee ze- werkzaamheden ven gemonteerd die grotere vuil- 7.2.1 Waterfilter reinigen partikelen tegenhouden, opdat deze niet in de hogedrukpomp geraken. 1. Draai de snelkoppeling met een schroevendraaier los 2. Verwijder de filter en reinig hem 3. Plaats de filter en de snel- koppeling weer. 7.2.2 Onderhoud van de 1. Open de slangklemmen brandstoffilter 2. Vervang de brandstoffilter 3. Sluit de slangklemmen 4. De reinigingsvloeistof/de defecte filter volgens de voorschriften verwijderen. 7.2.3 De brandstoftank legen 1. Draai de kap los 2. Haal de spanning eraf 3. Plaats de machine in een horizontale positie 4. Laat de benzine in een lege bak lopen 7.2.4 Vlamsensor1) 1. Verwijder de sensor en rei- nig deze met een zachte doek 2. Controleer of de sensor na het terugplaatsen goed zit – de symbolen moeten naar boven wijzen. Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen 1) 61 Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special 8 Eliminatie van storingen 8.1 Melding aan het bedieningspaneel Indicatielampjes Oorzaak Oplossing > Het licht brandt constant > Vul schoonmaakmiddel bij of - De toepassing is gereed stel SDR-waarde in op “0” voor gebruik > Knipperend licht - Fout in stroomsensor - Waterkraan gesloten of te weinig water -Tank met schoonmaak-middel leeg - Drukregeling op de veiligheidsregelings blokken of de Vario Press-lans1) zijn ingesteld op een lage waterhoeveelheid - Machine geschaald - Spuitpistool lekt - Hogedrukslang, koppeling of slangsysteem lekt - Motor is oververhit2) Zet de hoofdschakelaar op “UIT” (OFF) – laat de ma- chine afkoelen Verwijder/ontkoppel het ver- lengsnoer > Het licht brandt constant > Vul brandstof bij - Laag brandstofniveau > Het is mogelijk koud water te gebruiken > Knipperend licht > Vul Nilfisk-ALTOAntiStone bij - Laag Nilfisk-ALTOAn- tiStone-niveau1) > Het licht brandt constant > Neem contact op met Nilfisk- - Onderhoudsinterval is ALTOService verlopen > Neem contact op met Nilfisk- > Knipperend licht ALTOService - Onderhoudsinterval over > Schakel de machine uit – 20 uur neem contact op met Nilfisk- ALTOService - Fout microprocessor > Het licht brandt constant > Machine wordt uitgeschakeld. - Boiler oververhit. Het is mogelijk koud water te Uitlaatdruksensor (EXT-H) gebruiken heeft de brandstoftoevoer afgesloten > Controleer de watertoevoer - Onvoldoende > Neem contact op met Nilfisk- watertoevoer ALTOService - Machine geschaald - Boiler niet onderhouden > Het licht brandt constant > Maak brandsensor schoon - Brandsensor (B7) is vet (B7) (zie hoofdstuk 7.2.4) geworden > Neem contact op met Nilfisk- - Fout in start- of > ALTOService brandstofsysteem Het is mogelijk koud water te gebruiken 62 1) Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing 2) Alleen beschikbaar voor NEPTUNE 1
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special Indicatielampjes Oorzaak Oplossing > Knipperend licht > Zet de hoofdschakelaar op - Motor is oververhit “UIT” (OFF) – laat de machine afkoelen Verwijder/ontkoppel het ver- lengsnoer Mogelijke fasefout op 3-fa- sevariant: Laat elektrische aansluitingen nakijken > Neem contact op met Nilfisk- ALTOService > Knipperend licht > Het is mogelijk koud water te - Defecte temperatuursen- gebruiken sor (B1) > Controleer de draad naar de temperatuursensor (B1) > Neem contact op met Nilfisk- ALTOService > Knipperend licht > Het is mogelijk koud water te - Fout in stroomsensor gebruiken > Neem contact op met Nilfisk- ALTOService > Knipperend licht > Het is mogelijk koud water te - Er is een oververhittings- gebruiken fout opgetreden > Neem contact op met Nilfisk- ALTOService > Visuele test van lampen - Bij het inschakelen lichten alle LED’s ongeveer 1 seconde op 8.2 Nog meer storingen Storing Oorzaak Eliminatie > Netstekker niet ingestoken • Stekker in het stopcontact steken Schijnt niet • Voldoende zekering controleren (Zie hoofdstuk 9.4 Technische gegevens). Druk te laag > Hogedruksproeier versle- • Hogedruksproeier vervangen ten > Drukhoeveelheidsregeling • Drukhoeveelheidsregeling aan het regelveilig- resp. Variopress-inrichting heidsblok in de richting “+” draaien resp. Vario- 1) op te lage druk ingesteld1) press-draaiknop1) aan de pistool op grotere wa- terhoeveelheid instellen (Zie hoofdstuk 4.4) Reinigingsmiddelen blij- > Reinigingsmiddelreservoir • Reinigingsmiddelreservoir opvullen ven uit leeg > Reinigingsmiddelreservoir • Reinigingsmiddelreservoir reinigen dichtgeslibt > Zuigklep aan de reinigings- • Zuigklep demonteren en reinigen middel-aanzuigslang ver- vuild Brander is vet gewor- > Brandstof verontreinigd • De Nilfisk-ALTO-service informeren den > Brander vervuild of niet cor- rect ingesteld Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen 1) 63 Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special 9 Varia 9.1 Machine voor recycling Het uitgediende toestel onmid- beschikking dienen te worden beschikbaar maken dellijk onbruikbaar maken. gesteld. Doe daarom voor re- 1. Netstekker uittrekken en net- cycling een beroep op uw ge- snoer doorsnijden. meentelijke recycling-autoriteit. Wend u in geval van vragen Het toestel bevat waardevolle tot uw gemeentebestuur of uw stoffen die voor recycling ter dichtstbijgelegen dealer. 9.2 Garantie Voor garantie en vrijwaring gel- den onze algemene handels- voorwaarden. Veranderingen in het kader van technische ver- nieuwingen voorbehouden. 9.3 EG-Verklaring van overeenstemming EG-Verklaring van overeenstemming Produkt: Hogedrukreiniger Type: NEPTUNE 1 Beschrijving: 230 V 1~, 50 Hz / IP X5 Type: NEPTUNE 2 Beschrijving: 230 V 1~, 50 Hz / 400 V 3~, 50 Hz / IP X5 Type: NEPTUNE 2 Special Beschrijving: 230 V 1~, 50 Hz / 400 V 3~, 50 Hz / IP X5 De constructie van het apparaat voldoet EG-machinerichtlijn 2006/42/EG aan de volgende van toepassing zijnde EG-laagspanningsrichtlijn 2006/95/EEG voorschriften: EG-richtlijn EMV 2004/108/EEG Toegepaste geharmoniseerde normen: EN ISO 12100-1, EN ISO 12100-2, EN 60335-2-79, EN 55014-1(2002), EN 55014-2(2001), EN 61000-3-2(2006) Toegepaste nationale normen en tech- IEC 60335-2-79 nische specificaties: Nilfisk-Advance A/S Industrivej 1 DK-9560 Hadsund Wolfgang Nieuwkamp M. Sc. Keuringen en vergunningen Hadsund, 01.06.2009 64 1) Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special 9.4 Technical data Description General 1-22 EU 1-22 GB 2-20 US 2-25 GB 2-25X GB 230/50/16 230/50/13A 115/1/60/20 230/1/50/13 230/1/50/13 Data Tol. (±) Nom + Tol/- Tol Nom + Tol/- Tol Nom + Tol/- Tol Nom + Tol/- Tol Nom + Tol/- Tol Pressure Pwork @ Cylinder 10% 110 +11/-11 110 +11/-11 69 +7/-7 90 +9/-9 90 +9/-9 Head(bar) Flow. Qiec (l/h) 10% 540 +54/-54 540 +54/-54 568 +57/-57 640 +64/-64 640 +64/-64 Flow. Qmax (l/h) 10% 600 +60/-60 600 +60/-60 636 +64/-64 670 +67/-67 670 +67/-67 Temperature t max, hotwater (°C) 80 80 80 80 80 Temperature t max , steam (°C) NA NA 150 150 150 Elec. V/Ph/Hz +/-6% 230/1~/50 230/1~/50 115/1~/60 230/1~/50 230/1~/50 Power Consumption (kW) 2,8 2,8 2,1 2,9 2,9 Fuel tank (l) 17 17 17 17 17 Detergent tank (l) 5 5 5 5 5 Noise level 1m ( dBA) 74 74 77 76 76 Recoil forces with standard lance 17,6 17,6 12,9 19 18,5 (10deg,) (N) Vibration ISO 5349 (m/s²) ≤2,5 ≤2,5 ≤2,5 ≤2,5 ≤2,5 Weight - Machine alone (kg) 91 91 97 97 99 Size - Machine alone (mm) 607x688x1000 607x688x1000 607x688x1071 607x688x1000 607x688x1071 Fuse size (A) 16 13 20 13 13 Max. inlet pressure (bar) 6 6 10 10 10 Max. Inlet temperature (°C) 40 40 40 40 40 Description General 2-26 EU 2-26X EU 2-26 EU Special 2-26X EU Special 2-30 EU Special 230/1/50/16 230/1/50/16 230/1~/50 230/1~/50 400/3~/50 Data Tol. (±) Nom + Tol/- Tol Nom + Tol/- Tol Nom + Tol/- Tol Nom + Tol/- Tol Nom + Tol/- Tol Pressure Pwork @ Cylinder 10% 145 +15/-15 145 +15/-15 140 +14/-14 140 +14/-14 155 +16/-16 Head(bar) Flow. Qiec (l/h) 10% 530 +53/-53 530 +53/-53 560 +56/-56 560 +56/-56 600 +60/-60 Flow. Qmax (l/h) 10% 600 +60/-60 600 +60/-60 600 +60/-60 600 +60/-60 660 +66/-66 Temperature t max, hotwater (°C) 80 80 80 80 80 Temperature t max , steam (°C) 150 150 ? ? ? Elec. V/Ph/Hz +/-6% 230/1~/50 230/1~/50 230/1~/50 230/1~/50 400/3~/50 Power Consumption (kW) 3,4 3,4 3,4 3,4 3,8 Fuel tank (l) 17 17 17 17 17 Detergent tank (l) 5 5 5 5 5 Noise level 1m ( dBA) 77 77 74 74 74 Recoil forces with standard lance 20,8 20,6 21,8 21,6 24,6 (10deg,) (N) Vibration ISO 5349 (m/s²) ≤2,5 ≤2,5 ≤2,5 ≤2,5 ≤2,5 Weight - Machine alone (kg) 97 99 97 99 97 Size - Machine alone (mm) 607x688x1000 607x688x1071 607x688x1000 607x688x1071 607x688x1000 Fuse size (A) 16 16 16 16 16 Max. inlet pressure (bar) 10 10 10 10 10 Max. Inlet temperature (°C) 40 40 40 40 40
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special Description General 2-30X EU Special 2-30 US 220- 2-33 EU 400/3/50 2-33X EU 2-33 NO 230- 400/3~/50 240/1/60/20 400/3/50 400/3/50 Data Tol. (±) Nom + Tol/- Tol Nom + Tol/- Tol Nom + Tol/- Tol Nom + Tol/- Tol Nom + Tol/- Tol Pressure Pwork @ Cylinder 10% 155 +16/-16 138 +14/-14 170 +17/-17 170 +17/-17 170 +17/-17 Head(bar) Flow. Qiec (l/h) 10% 600 +60/-60 681 +68/-68 630 +63/-63 630 +63/-63 630 +63/-63 Flow. Qmax (l/h) 10% 660 +66/-66 750 +75/-75 690 +69/-69 690 +69/-69 690 +69/-69 Temperature t max, hotwater (°C) 80 80 80 80 80 Temperature t max , steam (°C) ? 150 150 150 150 Elec. V/Ph/Hz +/-6% 400/3~/50 220-240/1~/60 400/3~/50 400/3~/50 230-400/3~/50 Power Consumption (kW) 3,8 2,15 4,1 4,1 4,1 Fuel tank (l) 17 17 17 17 17 Detergent tank (l) 5 5 5 5 5 Noise level 1m ( dBA) 74 77 80 80 80 Recoil forces with standard lance 24,8 25,6 27,1 26,3 27,1 (10deg,) (N) Vibration ISO 5349 (m/s²) ≤2,5 ≤2,5 ≤2,5 ≤2,5 ≤2,5 Weight - Machine alone (kg) 99 97 97 99 97 Size - Machine alone (mm) 607x688x1071 607x688x1000 607x688x1000 607x688x1071 607x688x1000 Fuse size (A) 16 20 16 16 26/16 Max. inlet pressure (bar) 10 10 10 10 10 Max. Inlet temperature (°C) 40 40 40 40 40 Description General 2-33X NO 230- 2-41 EU 400/3/50 2-41X EU 400/3/50 400/3/50 Data Tol. (±) Nom + Tol/- Tol Nom + Tol/- Tol Nom + Tol/- Tol Pressure Pwork @ Cylinder 10% 170 +17/-17 190 +19/-19 190 +19/-19 Head(bar) Flow. Qiec (l/h) 10% 630 +63/-63 730 +73/-73 730 +73/-73 Flow. Qmax (l/h) 10% 690 +69/-69 780 +78/-78 780 +78/-78 Temperature t max, hotwater (°C) 80 80 80 Temperature t max , steam (°C) 150 150 150 Elec. V/Ph/Hz +/-6% 230-400/3~/50 400/3~/50 400/3~/50 Power Consumption (kW) 4,1 5,1 5,1 Fuel tank (l) 17 17 17 Detergent tank (l) 5 5 5 Noise level 1m ( dBA) 80 81 81 Recoil forces with standard lance 26,3 32,9 32,0 (10deg,) (N) Vibration ISO 5349 (m/s²) ≤2,5 ≤2,5 ≤2,5 Weight - Machine alone (kg) 99 97 99 Size - Machine alone (mm) 607x688x1071 607x688x1000 607x688x1071 Fuse size (A) 26/16 16 16 Max. inlet pressure (bar) 10 10 10 Max. Inlet temperature (°C) 40 40 40
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special Description General 2-16 Gerni 2-26 Gerni 2-25 KR 2-40 EXPT 2-40X EXPT 240/1/50/10 240/1/50/15 220/1/60/15 220,440/3/60 220,440/3/60 Data Tol. (±) Nom + Tol/- Tol Nom + Tol/- Tol Nom + Tol/- Tol Nom + Tol/- Tol Nom + Tol/- Tol Pressure Pwork @ Cylinder 10% 100 +10/-10 145 +15/-15 125 +13/-13 185 +19/-19 185 +19/-19 Head(bar) Flow. Qiec (l/h) 10% 400 +40/-40 530 +53/-53 540 +54/-54 730 +73/-73 730 +73/-73 Flow. Qmax (l/h) 10% 450 +45/-45 600 +60/-60 600 +60/-60 780 +78/-78 780 +78/-78 Temperature t max, hotwater (°C) 90 80 80 80 80 Temperature t max , steam (°C) 150 150 150 150 150 Elec. V/Ph/Hz +/-6% 240/1~/50 240/1~/50 220/1~/60 220-440/ 3~/60 220-440 / 3~/60 Power Consumption (kW) 2,2 3,4 3,2 5,7 5,7 Fuel tank (l) 17 17 17 17 17 Detergent tank (l) 5 5 5 5 5 Noise level 1m ( dBA) 77 77 77 81 76/76 81 Recoil forces with standard lance 13,0 20,8 20,0 32,7 31,8 (10deg,) (N) Vibration ISO 5349 (m/s²) ≤2,5 ≤2,5 ≤2,5 ≤2,5 ≤2,5 Weight - Machine alone (kg) 97 97 97 97 99 Size - Machine alone (mm) 607x688x1000 607x688x1000 607x688x1000 607x688x1000 607x688x1071 Fuse size (A) 10 15 15 20 20 Max. inlet pressure (bar) 10 10 10 10 10 Max. Inlet temperature (°C) 40 40 40 40 40
Nilfisk-ALTO www.nilfisk-alto.com
Sie können auch lesen