NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special Operating Instructions - Moerverhuur.nl

Die Seite wird erstellt Sophie Hohmann
 
WEITER LESEN
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2 NEPTUNE 2 Special Operating Instructions - Moerverhuur.nl
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2
NEPTUNE 2 Special
Operating Instructions

                         107145403 C
NEPTUNE 1
NEPTUNE 2

                                                                              1

                                                                             2
                                                                             3
                                                                             4
                                                                              5

                                                                              6

                                                                                  7

                                                    8

                           9
                                                                                                    0

                          10                                                       °F
                                                                                  °C
                                                                                             30
                                                                                               85

                                                                                                40
                                                                                                  105

                                                                                                    50120

                          11
                                                                            CUT OUT

                                                          1                                     60140
                                                        300
                                                                100                      70
                                                              210                          160
                                                                       90        80
                                                                      195        175

                                                                             0
                                                                                        1%

                                                                                             2%

                                                                                               3%

                                                                                         4%

            12 13 14 15 16 17

                                0

                                                                              18

                            °F
                            °C         85
                                      30
                                             105
                                            40

                                              50120
                           CUT OUT                                            19
                                              60140
                150
              300                           70160
                    100
                  210      90        80
                          195         175

                                0
                                       1%

                                             2%

                                                                              20
                                                  3%

                                              4%
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2
                                                                                                                               NEPTUNE 2 Special

Inhoudsopgave

     Aanduiding van
     belangrijke aanwijzingen                ..........................................................................................50

1 Belangrijke veiligheids-
  aanwijzingen                               ..........................................................................................50

2 Beschrijving                       2.1    Gebruiksdoeleinde .............................................................52
                                     2.2    Bedieningselementen .........................................................53

3 Vóór de inbedrijfstelling          3.1    Opstelling ...........................................................................53
                                     3.2    Voor gebruik .......................................................................53
                                     3.3    Reinigingsmiddeltank vullen1) .............................................53
                                     3.4    Antikalk ...............................................................................54
                                     3.5    Brandstoftank vullen ...........................................................54
                                     3.6    Hogedrukslang aansluiten ..................................................54
                                     3.7    Waterslang aansluiten ........................................................54
                                     3.8    Elektrische aansluiting........................................................55
                                     3.9    Antivriesmiddel opvangen ..................................................55

4 Bediening/gebruik                  4.1    Toestel inschakelen ............................................................55
                                     4.2    Aansluitingen ......................................................................55
                                     4.3    Drukregeling met de Variopress-spuitinrichting1) ................56
                                     4.4    Gebruik van reinigingsmiddelen .........................................56

5 Toepassingsgebieden en             5.1    Algemene aanmerkingen ...................................................57
  werkmethoden                       5.2    Typische toepassingen .......................................................57

6 Na het gebruik                     6.1    De reiniger uitschakelen en de aanvoerleidingen afsluiten 59
                                     6.2    Oprollen van het netsnoer alsook de hogedrukslang en
                                            verstouwen van toebehoren ...............................................59
                                     6.3    NEPTUNE 1 Bewaring (vorstbestendige opslag) ...............59
                                     6.4    NEPTUNE 2 Bewaring (vorstbestendige opslag) ...............60
                                     6.5    De reiniger transporteren ...................................................60

7 Onderhoud                          7.1    Onderhoudsschema ...........................................................61
                                     7.2    Onderhouds-werkzaamheden ............................................61

8 Eliminatie van storingen           8.1    Melding aan het bedieningspaneel.....................................62
                                     8.2    Nog meer storingen ............................................................63

9 Allerlei                           9.1    Machine voor recycling beschikbaar maken ......................64
                                     9.2    Garantie..............................................................................64
                                     9.3    EG-Verklaring van overeenstemming.................................64
                                     9.4    Technische gegevens .......................................................385

 Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen
1)
                                                                                                                                     49
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2
NEPTUNE 2 Special

          Markering van aanwijzingen                          De in dit hand-                                Hier staan   ad-
                                                              boek vermelde                                  viezen of     in-
                                                              veiligheidsin-                                 structies,    die
                                                              structies, waar-                               het werk     ge-
                                                              van het niet na-            makkelijker maken en voor       een
                                                leven tot gevaar voor personen            veilig bedrijf zorgen.
                                                kan leiden, worden door dit ge-
                                                varensymbool speciaal gemar-
                                                keerd.

                                                            Voordat u de hoge-                        Dit symbool vindt
                                                            drukreiniger in be-                       u bij veiligheidsin-
                                                            drijf neemt, dient u                      structies, waarvan
                                                            in ieder geval deze                       het niet naleven ge-
                                                            gebruiksaanwijzing                        vaar voor het toe-
                                                door te lezen en hem binnen               stel en het functioneren ervan
                                                handbereik te bewaren.                    kan veroorzaken.

          1 Belangrijke veiligheidsinstrukties
                                                Richt de straal niet op u zelf of an-     Transport
                                                dere personen om kleding of schoe-
                                                nen te reinigen.                          Voor het veilig transport in en op
                                                Verwondingsgevaar! Richt de straal        voertuigen bevelen wij aan dat het
                                                niet op levende dieren                    toestel met banden goed wordt
          Voor uw eigen veiligheid                                                        bevestigd en dat de rem wordt
                                                Tijdens het bedrijf van de machine        aangehaald om te verhinderen
          Het toestel mag                       treden aan de spuitinrichting terug-      dat het toestel kipt of slipt.
          - alleen door personen gebruikt       slagkrachten op. Indien de spuit-
             worden die qua hantering ge-       lans schuin staat, treedt er boven-       Als het toestel en het toebehoren
             instrueerd zijn en uitdrukkelijk   dien een draaimoment op. Houdt u          bij temperaturen van rond of on-
             de opdracht gekregen hebben        daarom de spuitinrichting met beide       der 0°C, antivries dient van tevo-
             het toestel te bedienen            handen vast.                              ren in de pomp en de boiler ge-
          - alleen onder toezicht bedre-                                                  goten te worden overeenkomstig
             ven worden                         Algemeen                                  hoofdstuk 6.
          - niet door kinderen gebruikt
             worden                             Het gebruik van de stofzuiger valt        Voor de inbedrijfstelling
          - Mag niet gebruikt worden            onder de geldende nationale be-
             door geestelijk of lichamelijk     palingen.                                 Als uw machine een 3-fase-versie
             gehandicapte personen.                                                       is en geleverd is zonder een plug,
                                                Naast de gebruiksaanwijzing en            laat dan een geschikte 3-faseplug
          VOORZICHTIG!                          de in het land waar het apparaat          met een aardgeleider installeren
          De hogedrukstraal kan gevaar-         wordt gebruikt geldende, binden-          door een elektricien.
          lijk zijn als zij misbruikt wordt.    de regelingen inzake ongevallen-
          De straal mag niet op personen,       preventie dienen ook de erkende           Vóór elke inbedrijfstelling moe-
          dieren, onder spanning staande        vaktechnische regels voor veilig          ten de netaansluitingsleiding en
          installaties of op het toestel zelf   en oordeelkundig werk in acht te          andere belangrijke delen van het
          worden gericht.                       worden genomen.                           toestel zoals de hogedrukslang
                                                                                          en de spuitpistool gecontroleerd
          Veiligheidskleding,   gehoorbe-       Elke werkwijze die gevaarlijk kan         worden.
          scherming en veiligheidsbril dra-     zijn voor de veiligheid dient te
          gen.                                  worden nagelaten.                         Het toestel niet in bedrijf stellen
                                                                                          als één van deze delen bescha-
          Gebruik de machine niet als er        Laat de spuitkop niet open staan          digd is.
          andere personen zonder be-            door deze vast te binden.
          schermende kleding op de werk-                                                  Het toestel zodanig opstellen dat
          locatie aanwezig zijn.                                                          de netstekker gemakkelijk bereikt

          50                                                     1)
                                                                      Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen
                                                                                 Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2
                                                                                                          NEPTUNE 2 Special

kan worden.                            b.v. asbest en olie kunnen losra-    Netaansluitkabel niet beschadi-
                                       ken en het milieu kunnen vervui-     gen (bijv. overrijden, trekken, knel-
Controleer regelmatig of het net-      len.                                 len). De netkabel mag uitsluitend
snoer beschadigd of verweerd is.                                            aan de stekker uit het stopcontact
Gebruik uitsluitend hogedrukrei-       Gevoelige delen van rubber, stof     worden getrokken (niet door aan
nigers met een feilloos aansluit-      en dergelijke niet met de punt-      de kabel te trekken of te rukken).
kabel.                                 straal reinigen. Bij het reinigen
                                       op voldoende afstand tussen de       ATTENTIE!
Als het netsnoer beschadigd is         hogedruksproeier en het opper-       Dit toestel werd ontwikkeld voor
dient deze, om gevaren te voor-        vlak letten om een beschadiging      het gebruik van reinigingsmidde-
komen, vervangen te worden             van het te reinigen oppervlak te     len die door de producent gele-
door de fabrikant of via zijn klan-    vermijden.                           verd of aanbevolen worden. Het
tenservice of een vergelijkbaar                                             gebruik van andere reinigings-
gekwalificeerd persoon.                Gebruik de hogedrukslang niet        middelen of chemicaliën kan de
                                       als trekkabel.                       veiligheid van het toestel negatief
VOORZICHTIG!                                                                beïnvloeden.
Niet geschikte verlengkabels           Maximaal toegelaten werkdruk
kunnen mogelijk gevaar opleve-         en temperatuur staan op de ho-       VOORZICHTIG!
ren. Rol de kabel altijd volledig      gedrukslang gedrukt.                 Het toestel is voorzien voor het
van de rol af om te voorkomen                                               gebruik van stookolie of diesel-
dat het netsnoer oververhit raakt.     Sla het apparaat vorstvrij op        olie. Ongeschikte brandstoffen
                                       of gebruik antivries!                (b.v. benzine) mogen niet worden
De stekkers en de koppelingen                                               gebruikt daar ze een gevaar kun-
van de netaansluitings- en ver-               Neem de machine nooit         nen vormen.
lengleidingen moeten waterdicht               zonder water in gebruik.      Het toestel aan tankstations of in
zijn.                                  Zelfs een kortstondig gebrek aan     andere gevarenzones wegens het
                                       water kan tot ernstige beschadi-     explosiegevaar, dat van de bran-
Bij het gebruik van een verleng-       gingen van de pompmanchetten         der kan uitgaan, slechts buiten de
kabel dient u de minimale door-        leiden!                              vastgelegde gevarenzone inzetten
sneden van de kabel in acht te                                              (In Duitsland: Op de TRbF - Tech-
nemen:                                 Aansluiting op het water             nische Richtlijnen voor Brandbare
     Kabellengte     Doorsnede                      Deze hogedrukreini-     Vloeistoffen letten).
         m                                          ger mag alleen aan-
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2
NEPTUNE 2 Special

          Elektrische inrichtingen              Bij gebruik van een verlengkabel         De delen met druk van deze hoge-
                                                mag alleen de door de fabrikant          drukreiniger zijn overeenkomstig
                                                aangegeven uitvoering of een             § 9 van de Druktankverordening
                                                hoogwaardigere uitvoering wor-           volgens de voorschriften gepro-
                                                den gebruikt.                            duceerd en met succes aan een
          PAS OP!                                                                        drukcontrole onderworpen.
          Elektrische apparaten nooit met       Voor verdergaande onderhouds-
          water afspuiten: gevaar voor per-     resp. reparatiewerkzaamheden             Veiligheisinrichtingen
          sonen, kortsluitingsgevaar.           gelieve u zich te richten tot de
                                                Nilfisk-ALTO-klantenservice      of      Te hoge druk wordt bij het in wer-
          Inschakelprocessen veroorzaken        een geautoriseerde vakwerk-              king treden van de veiligheids-
          kortdurende spanningsdalingen.        plaats!                                  inrichting via een bypassleiding
          Bij netimpedanties huisaanslui-       Controle                                 zonder restdruk in de zuigleiding
          ting) kleiner dan 0,15 ohm zijn er                                             van de pomp teruggeleid.
          geen storingen te verwachten. In      De hogedrukreiniger voldoet aan
          geval van twijfel moet u uw elek-     de Duitse „Richtlijnen voor Vloei-       Valt het pompvermogen onder een
          triciteitsbedrijf contacteren.        stofstralers“. De hogedrukreiniger       vast ingestelde waarde, schakelt
                                                moet overeenkomstig de veilig-           het stromingscontroleapparaat de
          Onderhoud en reparatie                heidsvoorschriften „Werkzaam-            oliebrander automatisch af. De
                                                heden met Vloeistofstralers (BGV         oliebrander is op continue ont-
          ATTENTIE!                             D15)“ indien nodig (echter ten-          steking ingesteld. Als aanvullend
          Voordat de hogedrukreiniger wordt     minste alle 12 maanden) inzake           beschermingsmechanisme is een
          gereinigd of een onderhoudsbeurt      bedrijfsveiligheid door een des-         thermosensor opgenomen in de
          krijgt, dient steeds de stekker uit   kundige gecontroleerd worden.            schacht van de warmtewisselaar.
          het stopcontact te worden getrok-                                              Een oververhitting van het toestel
          ken.                                  Van elektrische apparaten dient na       is bijgevolg uitgesloten.
                                                elke reparatie en wijziging de aar-
          Voer uitsluitend onderhouds-          dingsweerstand, de isolatieweer-         De veiligheidsinrichtingen zijn in
          werkzaamheden uit, die in de          stand en de lekstroom te worden          de fabriek ingesteld en met lood
          gebruiksaanwijzing beschreven         gemeten. Bovendien moet er een           verzegeld en mogen niet versteld
          zijn. Gebruik uitsluitend originele   optische controle van de aansluit-       worden.
          reserveonderdelen. Breng geen         kabel, een spannings- en stroom-
          technische wijzigingen aan de         meting en een functietest worden
          zuiger aan.                           uitgevoerd. Deskundige technici
                                                van onze klantenservice zijn u
          PAS OP!                               daarbij graag behulpzaam.
          Hogedrukslangen, fittingen en
          verbindingstukken zijn belangrijk     De volledige UVV ‘Werken met
          voor de veiligheid van het appa-      vloeistofstralers’ kunnen worden
          raat. Gebruik allen door de fabri-    aangevraagd bij Carl Heymanns-
          kant goedgekeurde hogedrukon-         Verlag KG, Luxemburger Straße
          derdelen!                             449, 50939 Köln of bij de desbe-
                                                treffende beroepsvereniging.

          2 Beschrijving
          2.1    Gebruiksdoeleinde              De hogedrukreiniger is ontworpen         In hoofdstuk 5 wordt het gebruik
                                                voor professionele doeleinden.           van de hogedrukreiniger voor di-
                                                De machine kan gebruikt worden           verse schoonmaakwerkzaamhe-
                                                voor het reinigen van landbouw-          den beschreven.
                                                en bouwapparatuur, stallen, voer-
                                                tuigen, roestige oppervlakken            Gebruik de reiniger altijd in over-
                                                enz.                                     eenstemming met deze gebruiks-
                                                                                         instructies. Andersoortig gebruik
                                                De reiniger is niet goedgekeurd          kan de reiniger of het te reinigen
                                                voor het reinigen van oppervlak-         oppervlak beschadigen en kan
                                                ken die in aanraking komen met           leiden tot ernstig persoonlijk let-
                                                levensmiddelen.                          sel.

          52                                                    1)
                                                                     Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen
                                                                                Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2
                                                                                                                                   NEPTUNE 2 Special

2.2   Bedieningselementen            1. Slanghaspel 1)                                                       slanghaspel
                                     2. Vergrendelig van de                                            11.   Bedieningspaneel
                                         afdekking                                                     12.   Gereedheidsdisplay
                                     3. Reservoir voor                                                 13.   Brandstof bijvullen
                                         reinigingsmittel                                              14.   Nilfisk-ALTO AntiStone
                                     4. Kabelhaken                                                           laag1)
                                     5. Spuitpistool                                                   15.   Onderhoud door Nilfisk-
Afbeelding: Zie uitklapbare zijde    6. Wateraansluiting                                                     ALTO-service noodzakelijk
vooraan in deze gebruiksaanwij-      7. Spuitlansoplegdeel                                             16.   Boiler oververhit
zing.                                8. Haak voor slang                                                17.   Brandsensor is vet
                                     9. Invulinrichting voor                                                 geworden
                                         brandstof                                                     18.   Hoofdschakelaars
                                     10. Hochdrukslangaansluiting                                      19.   Temperatuurregelaar
                                         bij machines zonder                                           20.   Reinigingsmiddeldosering1)

3 Vóór de inbedrijfstelling
3.1   Opstelling                     Voor het storingsvrije bedrijf is                                 De fabriek ligt ca. 140 m (450 ft)
                                     voor elke oliebrander het exact                                   boven zeeniveau en de instelling
                                     ingesteld mengsel van verbran-                                    van de oliebrander is optimaal
                                     dingslucht en brandstof nodig.                                    voor deze hoogteligging.
                                     Afhankelijk van de plaats van
                                     inzet en de hoogteligging zijn                                    Als de plaats van gebruik van
                                     de luchtdruk en het zuurstofge-                                   het toestel meer dan 1200 m
                                     halte verschillend. Dit klopt, on-                                (3900 ft) boven zeeniveau ligt,
                                     geacht de brandstof kerosine of                                   moet de oliebrander voor een
                                     diesel is.                                                        onberispelijke bediening en
                                     De hogedrukreiniger werd in                                       rendement daarop afgestemd
                                     de fabriek zorgvuldig getest en                                   worden. Neem daarvoor a.u.b.
                                     ingesteld om een zo groot mo-                                     contact op met uw dealer of
                                     gelijk vermogen te bereiken.                                      de Nilfisk-ALTO-service.

3.2   Voor gebruik                                                                                     1. Vóór de eerste inbedrijfstel-
                                                                                               0
                                                                                                          ling het toestel zorgvuldig in-
                                                                                                          zake fouten en schade con-
                                                                                                          troleren en de vastgestelde
                                                                              °F
                                                                             °C
                                                                                          85
                                                                                        30
                                                                                             105
                                                                                           40

                                                                                               50120
                                                                       CUT OUT

                                                     1                                     60140
                                                   300

                                                                                                          schade onmiddellijk aan uw
                                                           100                      701
                                                         210                           60
                                                                  90        80
                                                                 195        175

                                                                        0
                                                                                   1%

                                                                                        2%

                                                                                                          Nilfisk-ALTO-dealer meede-
                                                                                          3%

                                                                                    4%

                                                                                                          len.
                                                                                                       2. Het toestel alleen maar in
                                                                                                          een onberispelijke toestand
                                                                                                          in bedrijf stellen.
                                                                                                       3. De helling waarin de hoge-
                                                                                                          drukreiniger geplaatst wordt,
                                     Max. 10°
                                                                                                          mag in iedere richting niet
                                                                                                          hoger zijn dan 10o.
3.3   Reinigingsmiddeltank                                                                             1. Reinigingsmiddeltank       met
      vullen1)                                                                                            Nilfisk-ALTO-reinigingsmid-
                                                                                                          delen vullen.

                                                                                                             Vulhoeveelheid: Zie hoofd-
                                                                                                             stuk 9.4 Technische gege-
                                                                                                             vens.

 Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen
1)
                                                                                                                                      53
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2
NEPTUNE 2 Special

          3.4    Antikalk                          Het antikalk-doseersysteem van           hierop te testen.
                                                   de Nilfisk Alto wordt ingesteld          Gebruik het schema om de
                                                   door de fabriek.                         juiste dosering van No Scale/
                                                   Om de hardheid van het water             Anti Stone en water te bepalen,
                                                   aan te passen, verdient het aan-         en voeg het mengsel toe aan de
                                                   beveling het aangevoerde water           antikalktank.

            Machinestroom L/u           Pompgrootte ml/u          ˚dH              ˚f              ˚e           Dosering
                       600                         35            0-12            0-21,5          0 - 15       1:2 = 12ml/h
                       600                         35            12-30        21,5 - 53,7      15 - 37,5     Pure = 35ml/h
                       700                         35            0-12            0-21,5          0 - 15       1:1 = 17ml/h
                       700                         35            12-30        21,5 - 53,7      15 - 37,5     Pure = 35ml/h
                       800                         35            0-12            0-21,5          0 - 15       1:1 = 17ml/h
                       800                         35            12-30        21,5 - 53,7      15 - 37,5     Pure = 35ml/h

          3.5    Brandstoftank vullen                                                       Bij koud toestel:
                                                                                            1. De brandstoftank met brand-
                                                                                                stof (lichte brandstofolie of
                                                                                                dieselolie DIN 51 603) vul-
                                                                                                len.
          AANWIJZING!
          Bij temperaturen onder 8°C                                                        De brandstof moet vrij van vuil
          begint de brandstofolie te stollen                                                zijn.
          (parafineafscheiding). Daardoor                                                   Vulhoeveelheid: Zie 9.4 Techni-
          kunnen moeilijkheden bij het                                                      sche gegevens.
          starten van de brander optreden.                                                  Let op dat u de brandstoftankfil-
          Daarom vóór de winterperiode                                                      ter niet beschadigt, om te voor-
          stolpunt- en vloeiverbeteraar aan                                                 komen dat er vuil in de tank ge-
          de brandstofolie toevoegen of
                                                                                            raakt
          “winter-dieselolie” gebruiken.

          3.6    Hogedrukslang                                                              1. De aansluitkoppeling van de
                 aansluiten                                                                    hogedrukslang op de nippel
                                                                                               in het asmidden steken.

          3.7    Waterslang aansluiten                                                      1. De waterslang vóór de aan-
                                                                                               sluiting op het toestel kort
                                                                                               met water spoelen opdat
          Bij slechte waterkwaliteit (spoelzand                                                zand en andere vuilpartike-
          enz.) bevelen wij aan dat een wa-                                                    len niet in het toestel kunnen
          terfijnfilter in de watertoevoer wordt                                               geraken.
          gemonteerd.                                                                       2. De waterslang met de snel-
                                                                                               koppeling op de wateraan-
          Voor het aansluiten van het toestel                                                  sluiting aansluiten.
          een met weefsel versterkte water-                                                 3. De waterkraan openen.
          slang met een nominale breedte
          van tenminste 3/4” (19 mm) gebrui-
                                                                                            AANWIJZING!
          ken.
                                                                                            Nodige waterhoeveelheid en water-
                                                                                            druk: Zie hoofdstuk 9.4. Technische
                                                                                            gegevens.

          54                                                      1)
                                                                       Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen
                                                                                  Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2
                                                                                                                    NEPTUNE 2 Special

3.8   Elektrische aansluiting                                                            VOORZICHTIG!
                                                                                         Bij gebruik van kabeltrommels:
                                                     23
                                                       0V

                                              400V
                                                            23
                                                                   400V
                                                                                         1. Wegens oververhittings- en
                                                              0V
                                                                                             brandgevaar de aanslui-
                                                                                             tingsleiding steeds helemaal
                                                                          2%                 afwikkelen.
                                                                               3%

                                                                                         Het toestel alleen maar op een
                                                                                    4%

                                                                                         elektrische installatie aanslui-
                                                                                         ten, die aan de voorschriften
                                                                                         voldoet.
                                      Bij toestellen met spanningsom-
                                                                                         1. Op de veiligheidsinstructies
                                      schakeling1) in elk geval erop
                                                                                            in hoofdstuk 1 letten.
                                      letten dat de correcte netspan-
                                                                                         2. De toestelstekker in het stop-
                                      ning aan het toestel ingesteld is
                                                                                            contact steken.
                                      vooraleer de netstekker in het
                                      stopcontact wordt gestoken.
                                      Anders kunnen de elektrische
                                      componenten van het toestel
                                      vernietigd worden.
3.9    Antivriesmiddel                Het leidingsysteem van het toe-                    De het eerst uitstromende vloei-
       opvangen                       stel is in de fabriek met antivries-               stof (ca. 5 l) voor hergebruik in
                                      middel gevuld.                                     een vat opvangen.

4 Bediening / Bedrijf
4.1    Toestel inschakelen                                                               1. De hoofdschakelaar in de
                                                            A                                positie koud water (A) bren-
                                                     0                                       gen.

                                                                                         De besturingselektronica voert
                                                                                         een automatische controle door,
                                                                                    B    alle LED‘s schijnen één keer.
                                                                                         De motor start.
ATTENTIE!                                                                                     schijnt.
Steeds vuil van de nippel verwijde-
ren vooraleer de spuitlans met het                                                       2. Ventileer de machine voor
spuipistool wordt verbonden.                                                                frisse lucht door het spuitpi-
                                                                                            stool te activeren.
                                                                                         3. Wanneer de waterstroom
                                                                                            constant is, gaat u verder
                                                                                            met de volgende stappen.
4.2 Aansluitingen                                                                        1. Trek de blauwe snelkoppeling
4.2.1 Spuitlans op                                                                          (A) van het spuitpistool naar
                                                            A
      spuitpistool aansluiten                                                               achteren.
                                                                                         2. Duw de nippel van de spuitlans
                                                                                            (B) in de snelkoppeling en
                                                       B                                    laat deze los.
                                                                                         3. Trek de spuitlans (of een
                                                                    C                       ander      hulpstuk)     naar
                                                                                            voren om te controleren of
                                                                                            deze stevig vastzit op het
                                                                                            spuitpistool.

4.2.2 Koudwaterbedrijf/                                                                  1. Schakel de hoofdschakelaar
      heetwaterbedrijf (tot                                                                  naar de positie ‘Heet water’
      100°C)                                                                                 (B) en selecteer de vereiste
                                                                                             temperatuur op de tempera-
                                                                                             tuurregeling.
                                                                                         2. De spuitpistool ontgrendelen
                                                                                             en activeren.
 Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen
1)
                                                                                                                      55
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2
NEPTUNE 2 Special

                                                                                            De brander wordt ingeschakeld.

                                                                                            Bij werkonderbrekingen:
                                                                                            De veiligheidsgrendel ook bij
                                                                                            korte werkonderbrekingen inleg-
          ATTENTIE!                                                                         gen (zie afb. in hoofdstuk 6.1)
          Bij toestellen met slangtrommel:
          Bij bedrijf met warm water de ho-
          gedrukslang volledig van de slang-
          trommel afwikkelen, daar de slang-
          trommel zich anders door hitte-in-
          vloed kan vervormen.
          4.2.3 Stoomaandrijving                                                            1. De spuitlans met de stoom-
                (boven 100°C)1)                                                                 sproeier gebruiken (Zie ca-
                                                                                                talogus voor accessoires).
                  Wees alert op vrijkomend                                                  2. De kap openen.
                  heet water en stoom tot                   BA
                                                               R
                                                                                            3. De draaiknop aan het regel-
                  150°C bij gebruik van stoom-                                                  veiligheidsblok tegen de wij-
          functie.                                                                              zers van de klok in tot aan
                                                                                                de aanslag draaien.
                                                                                            4. De hoofdschakelaar in de
                                                                                                positie warm water bren-
                                                                                                gen.
                                                                                            5. De temperatuur selecteren
                                                                                                (meer dan 100°C).
          4.3    Drukregeling met                                                           1. Gebruik de Vario-handgreep
                 de Ergo Variopress-                                                           om de waterstroom te varië-
                 spuitinrichting1)                                                             ren, en dus de druk
                                                                                            2. Druk de hendel naar voren
                                                                                               voor volledig druk en water-
                                                                                               stroom

                                                 Om veiligheidsredenen mag u de
                                                 hendel van de spuit nooit vastbin-
                                                 den of openzetten tijdens gebruik.
                                                 De hendel moet gesloten kunnen
                                                 worden als hij wordt losgelaten, om
                                                 zo de waterstroom te stoppen
          4.4    Gebruik van                                                                1. De gewenste concentratie
                                                           0
                 reinigingsmiddelen                                1%                          van het reinigingsmiddel aan
                                                                          2%
                                                                                               de reinigingsmiddeldosering
                                                                                               instellen.
                                                                               3%           2. Het te reinigen object inspui-
                                                                                               ten.
                                                                                            3. Naargelang van de vervui-
                                                                           4%
                                                                                               lingsgraad laten inwerken.
                                                                                               Vervolgens met hogedruk-
                                                                                               straal afspoelen.

                                                 desinfectie) moet de aangezogen            ATTENTIE!
                                                 reinigingsmiddelhoeveelheid     be-        De reinigingsmiddelen mogen niet
                                                 paald worden door een controle van         opdrogen. Het te reinigen oppervlak
                                                 de uitstroomhoeveelheid. Waterde-          zou anders beschadigd kunnen
                                                 biet van het toestel: Zie hoofdstuk        worden!
                                                 9.4 Technische Gegevens.                   Voor speciale toepassingen (b.v.

          56                                                       1)
                                                                        Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen
                                                                                   Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2
                                                                                                   NEPTUNE 2 Special

5 Toepassingsgebieden en
  arbeidsmethoden
5.1   Algemene                       Een efficiënte hogedrukreiniging wordt bereikt door het naleven van
      aanmerkingen                   enkele richtlijnen gecombineerd met uw eigen ervaringen op speci-
                                     ale gebieden. Toebehoren en reinigingsmiddelen kunnen het reini-
                                     gingseffect versterken als ze correct worden gebruikt. Hierna volgen
                                     enkele principiële instructies.
5.1.1 Inweken                        Aangekoekte of dikke lagen vuil kunnen losgeweekt worden. Een
                                     ideale methode voor gebruik binnen de landbouw, bijvoorbeeld in
                                     varkensstallen. U kunt weken door middel van schuim of eenvoudig
                                     alkalisch detergens. Laat het product ongeveer een kwartier in de
                                     vuile ondergrond intrekken voordat u de hogedrukspuit gebruikt. Zo
                                     kunt u met de hogedrukspuit veel sneller reinigen.
5.1.2 Reiniginsmiddel en             Reinigingsmiddel en schuim dienen op het droge oppervlak te wor-
      schuim aanbrengen              den gespoten (niet in direct zonlicht) opdat het reinigingsmiddel
                                     zonder verdere verdunning met het schuim in contact komt. Aan
                                     verticale vlakken van beneden naar boven te werk gaan om slierten
                                     te vermijden als de reinigingsmiddeloplossing uitloopt. Enkele minu-
                                     ten laten inwerken alvorens met de hogedrukstraal wordt gereinigd.
                                     Reinigingsmiddel niet laten opdrogen.
5.1.3 Temperatuur                    Het reinigingseffect wordt bij hogere temperaturen versterkt. Vooral
                                     vetten en oliën kunnen gemakkelijker en sneller worden losgemaakt.
                                     Proteïnes kunnen bij temperaturen van 60°C het best worden losge-
                                     maakt, oliën en vetten bij 70°C tot 90°C. (Poseidon max. 85 °C).

5.1.4 Mechanische inwerking          Om sterke lagen vuil los te maken wordt bovendien een mecha-
                                     nische inwerking noodzakelijk. Speciale spuitlansen en (roterende)
                                     wasborstels bieden het beste effect om de laag vuil los te maken.
5.1.5 Grote watercapaciteit          Grote watercapaciteit en hoge druk Hoge druk is niet altijd de beste
      en hoge druk                   oplossing en te hoge druk kan oppervlakken beschadigen. Het reini-
                                     gingseffect hangt eveneens van de watercapaciteit af. Een druk van
                                     100 bar is voor de voertuigreiniging voldoende (gecombineerd met
                                     warm water). Door een grotere watercapaciteit is het mogelijk het
                                     losgemaakte vuil af te spoelen en weg te transporteren.
5.2 Typische toepassingen
5.2.1 Landbouwsector
      Gebruik               Toebehoren                                  Methode
 Stallen            Schuiminjector              1. Inweken – schuim op alle oppervlakken aanbrengen
 Varkenskooi        Schuimlans                     (van beneden naar boven) en 30 minuten laten inwer-
                    Powerspeed                     ken.
 Reiniging van wan- Floor Cleaner               2. Vuil met hogedruk en eventueel passend toebehoren
 den, vloeren, in-                                 verwijderen. Aan verticale vlakken opnieuw van bene-
 richting           Reiniginsmiddelen              den naar boven te werk gaan.
                    Universal                   3. Voor het transport van grote hoeveelheden vuil op ma-
 Desinfectie        Alkafoam                       ximaal watervolume instellen.
                                                4. Slechts aanbevolen desinfectiemiddelen gebruiken om
                       Desinfectie                 de hygiëne te garanderen.
                       DES 3000                    Desinfectiemiddelen alleen maar aanbrengen nadat
                                                   het vuil volledig werd verwijderd.
 Wagenpark             Standaardlans       1. Reinigingsmiddel op het oppervlak aanbrengen om het
 Tractor, ploeg enz.   Reinigingsmiddelen-    vuil los te maken. Van beneden naar boven te werk
                       injector               gaan.
                       Powerspeed lans     2. Met de hogedrukstraal afspoelen. Opnieuw van bene-
                       Gebogen lans en on-    den naar boven te werk gaan. Gebruik toebehoren om
                       dervloerreiniger       moeilijk toegankelijke plaatsen te reinigen.
                       Borstels            3. Reinig gevoelige delen zoals motoren en rubber met
                                              lage druk om beschadigingen te vermijden.

 Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen
1)
                                                                                                      57
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2
NEPTUNE 2 Special

          5.2.2 Voertuigen

               Toepassing           Toebehoren                                    Methode
           Voertuig-oppervl- Standaardlans       1. Reinigingsmiddel op het oppervlak aanbrengen om
           akken             Reinigingsmiddelen-    het vuil los te maken. Van beneden naar boven te
                             injector               werk gaan. Om insectenresten te verwijderen vooraf
                             Powerspeed lans        met b.v. Allosil insproeien, dan met lage druk afspo-
                             Gebogen lans en on-    elen en het volledige voertuig onder toevoeging van
                             dervloerreiniger       reinigingsmiddelen reinigen. Reinigingsmiddelen
                             Borstels               gedurende ongeveer 5 minuten laten inwerken. Me-
                                                    talen oppervlakken kunnen met VelgenTop worden
                             Reinigingsmiddelen     gereinigd.
                             Aktive Shampoo      2. Met de hogedrukstraal afspoelen. Opnieuw van be-
                             Aktive Foam            neden naar boven te werk gaan. Toebehoren gebru-
                             Sapphire               iken om moeilijk toegankelijke plaatsen te reinigen.
                             Super Plus             Borstels gebruiken. Korte spuitlansen zijn voor de
                             Aktive Wax             reiniging van motoren en wielkasten. Gebogen spuit-
                             Allosil                lansen of ondervloerreinigers gebruiken.
                             RimTop              3. Gevoelige delen zoals motoren en rubber met lage
                                                    druk reinigen om beschadigingen te vermijden.
                                                 4. Met de hogedrukreiniger vloeibare was aanbrengen
                                                    om het ontstaan van nieuw vuil te verminderen.

          5.2.3 Bouwsector en industrie

           Toepassing               Toebehoren                                    Methode
           Oppervlakken     Schuiminjector            1. Een dikke laag schuim op het droge oppervlak aan-
                            Standaardlans                brengen. Aan verticale vlakken van beneden naar
           Metalen voorwer- Gebogen lans                 boven te werk gaan. Schuim gedurende ongeveer
           pen              Tankreinigingskop            30 minuten laten inwerken voor een optimaal effect.
                                                      2. Met de hogedrukstraal afspoelen. Het passende toe-
                               Reinigingsmiddel          behoren gebruiken. Hoge druk gebruiken om het vuil
                               Intensive                 los te maken. Lage druk en hoge waterhoeveelheid
                               J25 Multi                 gebruiken om het vuil af te voeren.
                               Combi Aktive           3. Desinfectiemiddel alleen maar na de volledige ver-
                               Alkafoam                  wijdering van het vuil aanbrengen.

                               Desinfectie            Sterk vuil, b.v in slachthuizen, kan met grote waterhoe-
                               DES 3000               veelheid afgevoerd worden.

                                                      Tankreinigingskoppen dienen voor de reiniging van va-
                                                      ten, kuipen, mengtanks enz.
                                                      Tankreinigingskoppen worden hydraulisch of elektrisch
                                                      aangedreven en maken een automatische reiniging
                                                      zonder voortdurende controle mogelijk.
           Verroeste,   be- Natstraalset              1. Natstraalinrichting met de hogedrukreiniger verbin-
           schadigde    op-                              den en zuigslang in het zandreservoir steken.
           pervlakken vóór                            2. Tijdens het werk veiligheidsbril en –kleding dragen.
           de behandeling                             3. Met het zand/water-mengsel kan men roest en lak
                                                         verwijderen.
                                                      4. Na het zandstralen de oppervlakken behandelen te-
                                                         gen roest (metaal) en rotting (hout)

          Dit zijn slechts enkele toepassingsvoorbeelden. Elke reinigingstaak is verschillend.
          Contacteer a.u.b. uw Nilfisk-ALTOhandelaar inzake de beste oplossing voor uw reinigingstaak.

          58                                               1)
                                                                Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen
                                                                           Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2
                                                                                                     NEPTUNE 2 Special

6 Na de arbeid
6.1   De reiniger                                                        1. De waterkraan sluiten.
      uitschakelen en de                                                 2. Activeer het spuitpistool zon-
      aanvoerleidingen                                                      der de lans aan te sluiten,
      afsluiten                                                             zodat al het achtergebleven
                                                                            water in het systeem afge-
                                                                            voerd wordt
                                                                         3. De hoofdschakelaar uitscha-
                                                                            kelen, de schakelaar in de
                                                                            positie “OFF”.
                                                                         4. De toestelstekker uit het
                                                                            stopcontact trekken.
                                                                         5. De spuitpistool activeren tot
                                                                            het toestel drukloos is.
                                                                         6. De veiligheidsgrendel aan de
                                                                            spuitpistool inleggen.
                                                                         7. De waterslang van het toe-
                                                                            stel losmaken.
                                                                         Om ongevallen te vermijden,
6.2   Oprollen van het                                                   dienen het netsnoer en de ho-
      netsnoer alsook                                                    gedrukslang steeds zorgvuldig
      de hogedrukslang                                                   opgerold te worden.
      en verstouwen van
      toebehoren                                                         Plaats de spuitlans in de opslag-
                                                                         positie.

6.3   NEPTUNE 1                      Sla de reiniger in een vorstvrije   7. De machine is beschermd
      Bewaring                       ruimte op of neem de volgende           tegen vorst wanneer een
      (vorstbestendige               beschermingsmaatregelen:                oplossing met antivriesmid-
      opslag)                        1. Haal de watertoevoerslang            del uit het spuitpistool komt.
                                         los van de watertoevoer.        8. Vergrendel de veiligheidspal
                                     2. Leg de watertoevoerslang             van het spuitpistool.
                                         in een emmer met antivrie-      9. Haal de watertoevoerslang
                                         smiddel.                            uit de emmer.
                                     3. Verwijder de spuitlans.          10. Zet de reiniger uit en zet
                                     4. Zet de reiniger aan met de           hem rechtop weg.
                                         hoofdschakelaar in de stand     11. Als de machine weer in
                                         “Cold Water” (Koud water).          gebruik wordt genomen,
                                     5. Activeer het spuitpistool.           moet de antivriesoploss-
                                     6. Tijdens het aanzuigen ac-            ing opgevangen worden
                                         tiveert u het spuitpistool          en bewaard worden voor
                                         twee of drie keer.                  toekomstig gebruik of op
                                                                             verantwoorde wijze worden
                                                                             afgevoerd.

 Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen
1)
                                                                                                        59
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2
NEPTUNE 2 Special

          6.4    NEPTUNE 2          Het toestel in een droge, vorst-        8. Het toestel is vorstbestendig
                 Bewaring           bestendige ruimte plaatsen of               als antivriesmiddeloplossing
                 (vorstbestendige   op de volgende manier vorstbe-              uit de spuitpistool stroomt.
                 opslag)            stendig maken:                          9. De veiligheidsgrendel aan de
                                    1. De watertoevoerslang van                 spuitpistool inleggen.
                                       het toestel losmaken.                10. Sluit de afdekking,
                                    2. De spuitlans afnemen.                11. Het toestel uitschakelen,
                           A        3. Het toestel inschakelen,                 schakelstand “OFF”.
                                       schakelstand "koud water" .          12.Om elk risico te vermijden
                                    4. De spuitpistool activeren.               moet het toestel voor de her-
                                    5. Open de afdekking.                       inbedrijfstelling in een ver-
                                    6. Het antivriesmiddel (ca. 5 l)            warmde ruimte worden op-
                                       langzamerhand in de water-               geslagen.
                                       kast (A) gieten.                     13.Bij de volgende inbedrijfstel-
                                    7. Tijdens het aanzuigproces                ling de antivriesmiddeloplos-
                                       de spuitpistool 2 tot 3 keer             sing voor hergebruik opvan-
                                       activeren.                               gen.

          6.5   De reiniger                                                  De machine kan rechtop of ge-
                                                                B
                transporteren                                               bogen vervoerd worden.
                                                                            Gebruik de bevestigingspunten
                                                                            (A) voor het vastmaken van de
                                                                            riemen.

                                                                            Let erop dat er water kan lek-
                                                                            ken door plotselinge schokken

                                                        
                                                                            tijdens het transport.

                       B

          60                                       1)
                                                        Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen
                                                                   Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2
                                                                                                   NEPTUNE 2 Special

7 Onderhoud
7.1   Onderhoudsschema               Onderhoud       waterfilters en
                                     brandstoffilter naar behoefte.
                                     Leeg ook de brandstofolietank
                                     naar behoefte.

7.2   Onderhouds-                                                      In de watertoevoer zijn twee ze-
      werkzaamheden                                                    ven gemonteerd die grotere vuil-
7.2.1 Waterfilter reinigen                                             partikelen tegenhouden, opdat
                                                                       deze niet in de hogedrukpomp
                                                                       geraken.

                                                                       1. Draai de snelkoppeling met
                                                                          een schroevendraaier los
                                                                       2. Verwijder de filter en reinig
                                                                          hem
                                                                       3. Plaats de filter en de snel-
                                                                          koppeling weer.

7.2.2 Onderhoud van de                                                 1.   Open de slangklemmen
      brandstoffilter                                                  2.   Vervang de brandstoffilter
                                                                       3.   Sluit de slangklemmen
                                                                       4.   De     reinigingsvloeistof/de
                                                                            defecte filter volgens de
                                                                            voorschriften verwijderen.

7.2.3 De brandstoftank legen                                           1. Draai de kap los
                                                                       2. Haal de spanning eraf
                                                                       3. Plaats de machine in een
                                                                          horizontale positie
                                                                       4. Laat de benzine in een lege
                                                                          bak lopen

7.2.4 Vlamsensor1)                                                     1. Verwijder de sensor en rei-
                                                                          nig deze met een zachte
                                                                          doek
                                                                       2. Controleer of de sensor na
                                                                          het terugplaatsen goed zit –
                                                                          de symbolen moeten naar
                                                                          boven wijzen.

 Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen
1)
                                                                                                      61
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2
NEPTUNE 2 Special

          8 Eliminatie van storingen
          8.1    Melding aan het bedieningspaneel

           Indicatielampjes                   Oorzaak                                Oplossing
                                              >     Het licht brandt constant        >   Vul schoonmaakmiddel bij of
                                                    - De toepassing is gereed            stel SDR-waarde in op “0”
                                                     voor gebruik

                                              >     Knipperend licht
                                                    - Fout in stroomsensor
                                                    - Waterkraan gesloten of te
                                                      weinig water
                                                    -Tank met schoonmaak-middel
                                                      leeg
                                                    - Drukregeling op de
                                                      veiligheidsregelings
                                                      blokken of de Vario
                                                      Press-lans1) zijn
                                                    ingesteld op een lage
                                                      waterhoeveelheid
                                                    - Machine geschaald
                                                    - Spuitpistool lekt
                                                     - Hogedrukslang, koppeling
                                                      of slangsysteem lekt

                                                    - Motor is oververhit2)              Zet de hoofdschakelaar op
                                                                                         “UIT” (OFF) – laat de ma-
                                                                                         chine afkoelen
                                                                                         Verwijder/ontkoppel het ver-
                                                                                         lengsnoer
                                              >     Het licht brandt constant        >   Vul brandstof bij
                                                    - Laag brandstofniveau           >   Het is mogelijk koud water te
                                                                                         gebruiken
                                              >     Knipperend licht                 >   Vul Nilfisk-ALTOAntiStone bij
                                                    - Laag Nilfisk-ALTOAn-
                                                    tiStone-niveau1)
                                              >     Het licht brandt constant        >   Neem contact op met Nilfisk-
                                                    - Onderhoudsinterval is              ALTOService
                                                      verlopen
                                                                                     >   Neem contact op met Nilfisk-
                                              >     Knipperend licht                     ALTOService
                                                    - Onderhoudsinterval over        >   Schakel de machine uit –
                                                      20 uur                             neem contact op met Nilfisk-
                                                                                         ALTOService
                                                    - Fout microprocessor
                                              >     Het licht brandt constant        >   Machine wordt uitgeschakeld.
                                                    - Boiler oververhit.                 Het is mogelijk koud water te
                                                      Uitlaatdruksensor (EXT-H)          gebruiken
                                                      heeft de brandstoftoevoer
                                                      afgesloten                     >   Controleer de watertoevoer
                                                    - Onvoldoende                    >   Neem contact op met Nilfisk-
                                                      watertoevoer                       ALTOService
                                                    - Machine geschaald
                                                    - Boiler niet onderhouden
                                              >     Het licht brandt constant        >   Maak brandsensor schoon
                                                    - Brandsensor (B7) is vet            (B7) (zie hoofdstuk 7.2.4)
                                                      geworden                       >   Neem contact op met Nilfisk-
                                                    - Fout in start- of              >   ALTOService
                                                      brandstofsysteem                   Het is mogelijk koud water te
                                                                                         gebruiken

          62                                               1)
                                                                Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen
                                                                           Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
                                                                                  2)
                                                                                     Alleen beschikbaar voor NEPTUNE 1
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2
                                                                                                             NEPTUNE 2 Special

 Indicatielampjes                          Oorzaak                              Oplossing
                                           >   Knipperend licht                 >   Zet de hoofdschakelaar op
                                               - Motor is oververhit                “UIT” (OFF) – laat de machine
                                                                                    afkoelen
                                                                                    Verwijder/ontkoppel het ver-
                                                                                    lengsnoer
                                                                                    Mogelijke fasefout op 3-fa-
                                                                                    sevariant: Laat elektrische
                                                                                    aansluitingen nakijken
                                                                                >   Neem contact op met Nilfisk-
                                                                                    ALTOService
                                           >   Knipperend licht                 >   Het is mogelijk koud water te
                                                - Defecte temperatuursen-           gebruiken
                                               sor (B1)                         >   Controleer de draad naar de
                                                                                    temperatuursensor (B1)
                                                                                >   Neem contact op met Nilfisk-
                                                                                    ALTOService
                                           >   Knipperend licht                 >   Het is mogelijk koud water te
                                               - Fout in stroomsensor               gebruiken
                                                                                >   Neem contact op met Nilfisk-
                                                                                    ALTOService
                                           >   Knipperend licht                 >   Het is mogelijk koud water te
                                                - Er is een oververhittings-        gebruiken
                                               fout opgetreden                  >   Neem contact op met Nilfisk-
                                                                                    ALTOService
                                           >   Visuele test van lampen
                                               - Bij het inschakelen lichten
                                                 alle LED’s ongeveer 1
                                                 seconde op

8.2    Nog meer storingen

         Storing                     Oorzaak                                        Eliminatie
                          >   Netstekker niet ingestoken      •   Stekker in het stopcontact steken
      Schijnt niet

                                                              •   Voldoende zekering controleren (Zie hoofdstuk
                                                                  9.4 Technische gegevens).
 Druk te laag             >   Hogedruksproeier     versle- •      Hogedruksproeier vervangen
                              ten
                          >   Drukhoeveelheidsregeling •          Drukhoeveelheidsregeling aan het regelveilig-
                              resp. Variopress-inrichting         heidsblok in de richting “+” draaien resp. Vario-
                              1)
                                 op te lage druk ingesteld1)      press-draaiknop1) aan de pistool op grotere wa-
                                                                  terhoeveelheid instellen (Zie hoofdstuk 4.4)
 Reinigingsmiddelen blij- >   Reinigingsmiddelreservoir •         Reinigingsmiddelreservoir opvullen
 ven uit                      leeg
                          >   Reinigingsmiddelreservoir •         Reinigingsmiddelreservoir reinigen
                              dichtgeslibt
                          >   Zuigklep aan de reinigings- •       Zuigklep demonteren en reinigen
                              middel-aanzuigslang ver-
                              vuild
 Brander is vet gewor- >      Brandstof verontreinigd         •   De Nilfisk-ALTO-service informeren
 den
                          >   Brander vervuild of niet cor-
                              rect ingesteld

 Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen
1)
                                                                                                                 63
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2
NEPTUNE 2 Special

          9 Varia
          9.1    Machine voor recycling   Het uitgediende toestel onmid-             beschikking dienen te worden
                 beschikbaar maken        dellijk onbruikbaar maken.                 gesteld. Doe daarom voor re-
                                          1. Netstekker uittrekken en net-           cycling een beroep op uw ge-
                                             snoer doorsnijden.                      meentelijke recycling-autoriteit.
                                                                                     Wend u in geval van vragen
                                          Het toestel bevat waardevolle              tot uw gemeentebestuur of uw
                                          stoffen die voor recycling ter             dichtstbijgelegen dealer.

          9.2    Garantie                 Voor garantie en vrijwaring gel-
                                          den onze algemene handels-
                                          voorwaarden. Veranderingen in
                                          het kader van technische ver-
                                          nieuwingen voorbehouden.

          9.3    EG-Verklaring van
                 overeenstemming                     EG-Verklaring van overeenstemming
                                          Produkt:                                Hogedrukreiniger
                                          Type:                                   NEPTUNE 1
                                          Beschrijving:                           230 V 1~, 50 Hz / IP X5
                                          Type:                                   NEPTUNE 2
                                          Beschrijving:                           230 V 1~, 50 Hz / 400 V 3~, 50 Hz / IP X5
                                          Type:                                   NEPTUNE 2 Special
                                          Beschrijving:                           230 V 1~, 50 Hz / 400 V 3~, 50 Hz / IP X5
                                          De constructie van het apparaat voldoet EG-machinerichtlijn            2006/42/EG
                                          aan de volgende van toepassing zijnde EG-laagspanningsrichtlijn        2006/95/EEG
                                          voorschriften:                          EG-richtlijn EMV               2004/108/EEG
                                          Toegepaste geharmoniseerde normen:      EN ISO 12100-1, EN ISO 12100-2, EN
                                                                                  60335-2-79, EN 55014-1(2002), EN
                                                                                  55014-2(2001), EN 61000-3-2(2006)
                                          Toegepaste nationale normen en tech- IEC 60335-2-79
                                          nische specificaties:
                                                                                  Nilfisk-Advance A/S
                                                                                  Industrivej 1
                                                                                  DK-9560 Hadsund
                                          Wolfgang Nieuwkamp M. Sc.
                                          Keuringen en vergunningen               Hadsund, 01.06.2009

          64                                                1)
                                                                 Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen
                                                                            Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2
                                                                                                                                                  NEPTUNE 2 Special

9.4     Technical data

           Description              General           1-22 EU                 1-22 GB                2-20 US                 2-25 GB               2-25X GB
                                                     230/50/16               230/50/13A            115/1/60/20             230/1/50/13            230/1/50/13
Data                                Tol. (±)   Nom       + Tol/- Tol   Nom      + Tol/- Tol   Nom      + Tol/- Tol   Nom       + Tol/- Tol   Nom      + Tol/- Tol
Pressure Pwork @ Cylinder            10%       110       +11/-11       110      +11/-11       69       +7/-7         90        +9/-9         90       +9/-9
Head(bar)
Flow. Qiec (l/h)                     10%       540       +54/-54       540      +54/-54       568      +57/-57       640       +64/-64       640      +64/-64
Flow. Qmax (l/h)                     10%       600       +60/-60       600      +60/-60       636      +64/-64       670       +67/-67       670      +67/-67
Temperature t max, hotwater (°C)               80                      80                     80                     80                      80
Temperature t max , steam (°C)                 NA                      NA                     150                    150                     150
Elec. V/Ph/Hz                        +/-6%     230/1~/50               230/1~/50              115/1~/60              230/1~/50               230/1~/50
Power Consumption (kW)                         2,8                     2,8                    2,1                    2,9                     2,9
Fuel tank (l)                                  17                      17                     17                     17                      17
Detergent tank (l)                             5                       5                      5                      5                       5
Noise level 1m ( dBA)                          74                      74                     77                     76                      76
Recoil forces with standard lance              17,6                    17,6                   12,9                   19                      18,5
(10deg,) (N)
Vibration ISO 5349 (m/s²)                      ≤2,5                    ≤2,5                   ≤2,5                   ≤2,5                    ≤2,5
Weight - Machine alone (kg)                    91                      91                     97                     97                      99
Size - Machine alone (mm)                      607x688x1000            607x688x1000           607x688x1071           607x688x1000            607x688x1071
Fuse size (A)                                  16                      13                     20                     13                      13
Max. inlet pressure (bar)                      6                       6                      10                     10                      10
Max. Inlet temperature (°C)                    40                      40                     40                     40                      40

           Description              General           2-26 EU                2-26X EU         2-26 EU Special        2-26X EU Special         2-30 EU Special
                                                     230/1/50/16            230/1/50/16          230/1~/50               230/1~/50               400/3~/50
Data                                Tol. (±)   Nom       + Tol/- Tol   Nom      + Tol/- Tol   Nom      + Tol/- Tol   Nom       + Tol/- Tol   Nom       + Tol/- Tol
Pressure Pwork @ Cylinder            10%       145       +15/-15       145      +15/-15       140      +14/-14       140       +14/-14       155       +16/-16
Head(bar)
Flow. Qiec (l/h)                     10%       530       +53/-53       530      +53/-53       560      +56/-56       560       +56/-56       600       +60/-60
Flow. Qmax (l/h)                     10%       600       +60/-60       600      +60/-60       600      +60/-60       600       +60/-60       660       +66/-66

Temperature t max, hotwater (°C)               80                      80                     80                     80                      80
Temperature t max , steam (°C)                 150                     150                    ?                      ?                       ?

Elec. V/Ph/Hz                        +/-6%     230/1~/50               230/1~/50              230/1~/50              230/1~/50               400/3~/50
Power Consumption (kW)                         3,4                     3,4                    3,4                    3,4                     3,8
Fuel tank (l)                                  17                      17                     17                     17                      17
Detergent tank (l)                             5                       5                      5                      5                       5
Noise level 1m ( dBA)                          77                      77                     74                     74                      74
Recoil forces with standard lance              20,8                    20,6                   21,8                   21,6                    24,6
(10deg,) (N)
Vibration ISO 5349 (m/s²)                      ≤2,5                    ≤2,5                   ≤2,5                   ≤2,5                    ≤2,5
Weight - Machine alone (kg)                    97                      99                     97                     99                      97
Size - Machine alone (mm)                      607x688x1000            607x688x1071           607x688x1000           607x688x1071            607x688x1000
Fuse size (A)                                  16                      16                     16                     16                      16
Max. inlet pressure (bar)                      10                      10                     10                     10                      10
Max. Inlet temperature (°C)                    40                      40                     40                     40                      40
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2
NEPTUNE 2 Special

                      Description              General    2-30X EU Special           2-30 US 220-      2-33 EU 400/3/50             2-33X EU             2-33 NO 230-
                                                              400/3~/50               240/1/60/20                                   400/3/50               400/3/50
           Data                                Tol. (±)   Nom      + Tol/- Tol   Nom     + Tol/- Tol   Nom      + Tol/- Tol   Nom      + Tol/- Tol   Nom     + Tol/- Tol
           Pressure Pwork @ Cylinder            10%       155      +16/-16       138     +14/-14       170      +17/-17       170      +17/-17       170     +17/-17
           Head(bar)
           Flow. Qiec (l/h)                     10%       600      +60/-60       681     +68/-68       630      +63/-63       630      +63/-63       630     +63/-63
           Flow. Qmax (l/h)                     10%       660      +66/-66       750     +75/-75       690      +69/-69       690      +69/-69       690     +69/-69
           Temperature t max, hotwater (°C)               80                     80                    80                     80                     80
           Temperature t max , steam (°C)                 ?                      150                   150                    150                    150

           Elec. V/Ph/Hz                        +/-6%     400/3~/50              220-240/1~/60         400/3~/50              400/3~/50              230-400/3~/50
           Power Consumption (kW)                         3,8                    2,15                  4,1                    4,1                    4,1
           Fuel tank (l)                                  17                     17                    17                     17                     17
           Detergent tank (l)                             5                      5                     5                      5                      5
           Noise level 1m ( dBA)                          74                     77                    80                     80                     80
           Recoil forces with standard lance              24,8                   25,6                  27,1                   26,3                   27,1
           (10deg,) (N)
           Vibration ISO 5349 (m/s²)                      ≤2,5                   ≤2,5                  ≤2,5                   ≤2,5                   ≤2,5
           Weight - Machine alone (kg)                    99                     97                    97                     99                     97
           Size - Machine alone (mm)                      607x688x1071           607x688x1000          607x688x1000           607x688x1071           607x688x1000
           Fuse size (A)                                  16                     20                    16                     16                     26/16
           Max. inlet pressure (bar)                      10                     10                    10                     10                     10
           Max. Inlet temperature (°C)                    40                     40                    40                     40                     40

                      Description              General        2-33X NO 230-      2-41 EU 400/3/50            2-41X EU
                                                                 400/3/50                                    400/3/50
           Data                                Tol. (±)   Nom      + Tol/- Tol   Nom     + Tol/- Tol   Nom      + Tol/- Tol
           Pressure Pwork @ Cylinder            10%       170      +17/-17       190     +19/-19       190      +19/-19
           Head(bar)
           Flow. Qiec (l/h)                     10%       630      +63/-63       730     +73/-73       730      +73/-73
           Flow. Qmax (l/h)                     10%       690      +69/-69       780     +78/-78       780      +78/-78
           Temperature t max, hotwater (°C)               80                     80                    80
           Temperature t max , steam (°C)                 150                    150                   150

           Elec. V/Ph/Hz                        +/-6%     230-400/3~/50          400/3~/50             400/3~/50

           Power Consumption (kW)                         4,1                    5,1                   5,1
           Fuel tank (l)                                  17                     17                    17
           Detergent tank (l)                             5                      5                     5
           Noise level 1m ( dBA)                          80                     81                    81
           Recoil forces with standard lance              26,3                   32,9                  32,0
           (10deg,) (N)
           Vibration ISO 5349 (m/s²)                      ≤2,5                   ≤2,5                  ≤2,5
           Weight - Machine alone (kg)                    99                     97                    99
           Size - Machine alone (mm)                      607x688x1071           607x688x1000          607x688x1071
           Fuse size (A)                                  26/16                  16                    16
           Max. inlet pressure (bar)                      10                     10                    10
           Max. Inlet temperature (°C)                    40                     40                    40
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2
                                                                                                                                                 NEPTUNE 2 Special

           Description              General          2-16 Gerni             2-26 Gerni              2-25 KR                2-40 EXPT            2-40X EXPT
                                                     240/1/50/10            240/1/50/15            220/1/60/15            220,440/3/60          220,440/3/60
Data                                Tol. (±)   Nom       + Tol/- Tol   Nom      + Tol/- Tol   Nom      + Tol/- Tol   Nom      + Tol/- Tol   Nom     + Tol/- Tol
Pressure Pwork @ Cylinder            10%       100       +10/-10       145      +15/-15       125      +13/-13       185      +19/-19       185     +19/-19
Head(bar)
Flow. Qiec (l/h)                     10%       400       +40/-40       530      +53/-53       540      +54/-54       730      +73/-73       730     +73/-73
Flow. Qmax (l/h)                     10%       450       +45/-45       600      +60/-60       600      +60/-60       780      +78/-78       780     +78/-78
Temperature t max, hotwater (°C)               90                      80                     80                     80                     80
Temperature t max , steam (°C)                 150                     150                    150                    150                    150
Elec. V/Ph/Hz                        +/-6%     240/1~/50               240/1~/50              220/1~/60              220-440/ 3~/60         220-440 / 3~/60
Power Consumption (kW)                         2,2                     3,4                    3,2                    5,7                    5,7
Fuel tank (l)                                  17                      17                     17                     17                     17
Detergent tank (l)                             5                       5                      5                      5                      5
Noise level 1m ( dBA)                          77                      77                     77                     81       76/76         81
Recoil forces with standard lance              13,0                    20,8                   20,0                   32,7                   31,8
(10deg,) (N)
Vibration ISO 5349 (m/s²)                      ≤2,5                    ≤2,5                   ≤2,5                   ≤2,5                   ≤2,5
Weight - Machine alone (kg)                    97                      97                     97                     97                     99
Size - Machine alone (mm)                      607x688x1000            607x688x1000           607x688x1000           607x688x1000           607x688x1071
Fuse size (A)                                  10                      15                     15                     20                     20
Max. inlet pressure (bar)                      10                      10                     10                     10                     10
Max. Inlet temperature (°C)                    40                      40                     40                     40                     40
Nilfisk-ALTO
www.nilfisk-alto.com
Sie können auch lesen