TEKST Barthold Heinrich Brockes - Passie op teksten van - Apollo Ensemble
←
→
Transkription von Seiteninhalten
Wenn Ihr Browser die Seite nicht korrekt rendert, bitte, lesen Sie den Inhalt der Seite unten
De voor de zonden van de wereld gemartelde en stervende Jezus Passie op teksten van Barthold Heinrich Brockes getoonzet door Georg Philipp Telemann TEKST Sinfonia Chor der GLÄUBIGEN SEELEN Koor van de GELOVIGE ZIELEN Mich vom Stricke meiner Sünde zu entbinden, Om mij van de boeien van mijn zonden te bevrijden, wird mein Gott gebunden. wordt mijn God gebonden. Von der Laster Eiterbeulen mich zu heilen, Om mij van de etterbuilen van mijn zwaktes te genezen, lässt er sich verwunden. laat hij zich verwonden. Es muss, meiner Sünden Flecken zu bedecken, Om de vlekken van mijn zonden te bedekken, eignes Blut ihn färben, moet zijn eigen bloed hem kleuren, ja, es will, ein ewig Leben mir zu geben, ja, om een eeuwig leven mij te geven selbst das Leben sterben. wil het leven zelf sterven. Rezitativ EVANGELIST Recitatief EVANGELIST Als Jesu nun zu Tische saße Toen Jezus nu aan tafel zat und er das Osterlamm, das Bild von seinem Tod, en hij het Paschalam, het voorbeeld van zijn eigen dood, mit seinen Jüngern aße, met zijn discipelen at, nahm er das Brot, nam hij het brood, und wie er es, dem Höchsten dankend, brach, en toen hij het, de Hoogste dankend, brak, gab er es ihnen hin und sprach: gaf hij het aan hen en sprak: Accompagnato JESUS Acoompagnato JESUS Das ist mein Leib, kommt, nehmet, esset, Dit is mijn lichaam: Kom, neem en eet, damit ihr meiner nicht vergesset. opdat u mij nooit meer vergeet. Arie TOCHTER ZION Aria DOCHTER VAN ZION Der Gott, dem alle Himmelskreise, De God, voor wie het firmament, dem aller Raum zum Raum zu klein, en heel de ruimte zijn te klein, ist hier auf unerforschte Weise, is hier op mysterieuze wijze, in, mit und unter Brot und Wein in, met en onder brood en wijn, und will der Sünder Seelenspeise, wil voedsel voor de ziel der zondaars, o Lieb, o Gnad, o Wunder sein. o liefde, o genade, o wonder zijn. Rezitativ EVANGELIST Recitatief EVANGELIST Und bald hernach En kort daarop, nahm er den Kelch nam hij de beker und dankte, en dankte, gab ihn ihnen und sprach: gaf hem aan hen en sprak: Accompagnato JESUS Accompagnato JEZUS Das ist mein Blut im Neuen Testament, Dit is mijn bloed van het nieuwe verbond, das ich für euch und viele will vergießen. dat ik voor u en voor velen wil vergieten. Es wird dem, der es wird genießen, Het zal degene die ervan zal drinken zur Tilgung seiner Sünden dienen. ter verlossing van zijn zonden dienen. 1
Damit ihr dieses oft erkennt, will ich, Opdat jullie dit goed begrijpen, wil ik dass jeder sich mit diesem Blute tränke, dat iedereen van dit bloed drinkt, auf dass er meiner stets gedenke. zodat hij mij altijd gedenkt. Arie TOCHTER ZION Aria DOCHTER VAN ZION Gott selbst, die Brunnquell alles Guten, God zelf, de bron van al wat goed is, ein unerschöpflich Gnadenmeer, een onuitputtelijke zee van genade, fängt für die Sünder an zu bluten, geeft voor de zondaren zijn bloed bis er von allem Blute leer, tot hij geen bloed meer over heeft und reicht aus diesen Gnadenfluten en reikt vanuit die genadevloed uns selbst sein Blut zu trinken her. ons zelf zijn bloed te drinken aan. Koraal van de CHRISTELIJKE KERK Choral der CHRISTLICHEN KIRCHE Ach, wat hunkert mijn gemoed, Ach, wie hungert mein Gemüte, Mensenvriend, naar uw goedheid! Menschenfreund, nach deiner Güte! Ach, wat blijf ik vaak in tranen Ach, wie pfleg ich oft mit Tränen hunkeren naar deze kost! mich nach dieser Kost zu sehnen! Ach, wat voel ik toch een dorst Ach, wie pfleget mich zu dürsten naar de drank van de Levensvorst! nach dem Trank des Lebensfürsten! Steeds wens ik dat mijn gebeente Wünsche stets, dass mein Gebeine zich door God met God vereende! sich durch Gott mit Gott vereine! Rezitativ EVANGELIST Recitatief EVANGELIST Drauf sagten sie dem Höchsten Dank, Daarop betuigden zij de Hoogste dank, und nach gesprochnem Lobgesang en na de lofzang te hebben gesproken ging Jesus über Kidrons Bach ging Jezus via Kidrons beek zum Ölberg, naar de Olijfberg, da er dann zu seinen Jüngern sprach: waar hij tot zijn discipelen sprak: Accompagnato JESUS Accompagnato JEZUS Ihr werdet all Jullie zullen je allen in dieser Nacht deze nacht euch an mir ärgern, aan mij ergeren, ja mich gar verlassen. en mij zelfs verlaten. Chor der JÜNGER Koor van de DISCIPELEN Wir wollen alle eh erblassen, Wij willen allemaal liever sterven als durch solch Untreu' dich betrüben. dan dat we u door zo’n ontrouw bedroeven. Accompagnato JESUS Accompagnato JEZUS Es ist gewiss, denn also steht geschrieben: Dat is waar, want er staat geschreven: Arioso JESUS Arioso JEZUS Weil ich den Hirten schlagen werde, Omdat ik de herder zal slaan, zerstreuet sich die ganze Herde. zal de hele kudde verstrooid worden. Rezitativ Recitatief PETRUS PETRUS Aufs wenigste will ich In elk geval wil ik, trotz allen Unglücksfällen, ondanks alle ongeluk, ja, sollte durch die Macht der Höllen ja, zelfs wanneer door de macht van de hel die ganze Welt zu Trümmern gehn, de hele wereld zou vergaan, dir stets zur Seiten stehn. u altijd terzijde staan. JESUS JEZUS Dir sag ich: Tegen jou zeg ik: Ehe noch der Hahn wird zweimal krähn, Nog voordat de haan tweemaal zal kraaien, wirst du schon dreimal mich verleugnet haben. zal jij mij al driemaal hebben verloochend. PETRUS PETRUS Eh soll man mich mit dir erwürgen und begraben, Nog beter kunnen ze mij met u wurgen en begraven, ja zehnmal will ich eh erblassen, ja, ik wil nog tien keer liever sterven, 2
eh ich dich will verleugnen und verlassen. dan dat ik u verloochen en verlaat. JESUS JEZUS Verziehet hier, ich will zu meinem Vater treten; Ga hier vandaan, ik wil voor mijn Vader treden; schlaft aber nicht, denn es ist Zeit zu beten. slaap echter niet, ‘t is tijd nu om te bidden. Arie JESUS Aria JEZUS Mein Vater! Schau, wie ich mich quäle, Mijn Vader! Kijk hoe ik mezelf kwel, erbarme dich ob meiner Not! erbarm u toch over mijn nood! Mein Herze bricht, und meine Seele Mijn hart breekt en mijn ziel betrübet sich bis an den Tod! is bedroefd tot in de dood! Accompagnato JESUS Accompagnato JEZUS Mich drückt der Sünden Zentnerlast, De zware last van de zonden drukt op mij, mich ängstiget des Abgrunds Schrecken; de verschrikking van de afgrond maakt mij bang; mich will ein schlammigter Morast, een modderig en bodemloos moeras der grundlos ist, bedecken; wil mij bedekken; mir presst der Höllen wilde Glut de wilde gloed van de hel aus Bein und Adern, Mark und Blut. perst merg en bloed uit mijn gebeente en aderen. Und weil ich noch zu allen Plagen En omdat ik bovenop alle plagen, muss deinen Grimm, o Vater, tragen, Vader, ook nog uw woede moet verdragen, vor welchem alle Marter leicht, waarbij vergeleken elke marteling een pretje lijkt, so ist kein Schmerz, der meinem gleicht. is er geen smart die op de mijne lijkt. Arie JESUS Aria JEZUS Ist‘s möglich, dass dein Zorn sich stille, Is het mogelijk, dat uw toorn gaat liggen, so lass den Kelch fürübergehn, laat dan de beker aan mij voorbijgaan; doch müsse, Vater, nicht mein Wille, toch moet er, Vader, niet mijn wil dein Wille nur allein geschehn. maar alleen uw wil geschieden. Arioso TOCHTER ZION Arioso DOCHTER VAN ZION Sünder, schaut mit Furcht und Zagen Zondaars, kijk met angst en beven eurer Sünden Scheusal an, het gedrocht van jullie zonden aan, da derselben Straf und Plagen omdat Gods Zoon de straf en plagen Gottes Sohn kaum tragen kann. die daarop staan, amper dragen kan. Rezitativ EVANGELIST Recitatief EVANGELIST Die Pein vermehrte sich De pijniging nam toe mit grausamem Erschüttern, met gruwelijke aanvallen, so, dass er kaum vor Schmerzen röcheln kunt. zodat hij van de pijn niet eens meer rochelen kon. man sah die schwachen Glieder zittern, Men zag de zwakke ledematen trillen, kaum atmete sein trockner Mund; amper nog ademde zijn droge mond; das bange Herz fing an so stark zu klopfen, het bange hart begon zo hard te kloppen dass blutger Schweiß in ungezählten Tropfen dat bloederig zweet in ontelbare druppels aus allen Adern drang, uit al zijn aderen drong, bis er zuletzt, bis auf den Tod gequält, tot hij tenslotte bijna doodgekweld, zerstückt, zermartert, halb entseelt, gebroken, gemarteld, half ontzield, fast mit dem Tode rang. haast vocht tegen de dood. Arie TOCHTER ZION Aria DOCHTER VAN ZION Brich, mein Herz, zerfließ in Tränen, Breek, mijn hart, los op in tranen, Jesus‘ Leib zerfließt in Blut. Jezus’ lichaam lost op in bloed. Hör sein jämmerliches Ächzen, Luister naar zijn jammerlijk gekreun, schau, wie Zung' und Lippen lechzen, kijk, hoe zijn tong en lippen smachten, hör sein Wimmern, Seufzen, Sehnen, luister naar zijn kermen, zuchten, hunkeren, schau, wie ängstlich er tut. kijk nou, hoe bang hij is. 3
Rezitativ EVANGELIST Recitatief EVANGELIST Ein Engel aber kam von den gestirnten Bühnen, Maar een engel kwam uit het firmament, in diesem Jammer ihm zu dienen, om hem in deze treurnis bij te staan, und stärket ihn. en gaf hem kracht. Darauf ging er, wo die Schar Toen ging hij naar de groep der müden Jünger war, vermoeide discipelen toe und fand sie insgesamt in süßer Ruh; en zag hen allen zoetjes slapen; drum rief er ihnen ängstlich zu: daarom riep hij hen angstig toe: Arioso Arioso JESUS JEZUS Erwachet doch! Word toch wakker! PETRUS PETRUS Wer ruft? Wie roept er? JOHANNES JOHANNES Ja, Herr, ja! Ja, Heer, ja! JESUS JEZUS Erwachet doch! Word toch wakker! JACOBUS JACOBUS Ja, ja! Ja, ja! JESUS JEZUS Erwacht! Word wakker! Könnt ihr in dieser Schreckensnacht, Kunnen jullie in deze verschrikkelijke nacht, da ich sink in des Todes Rachen, waarin ik naar de strot van de dood afdaal, nicht eine Stunde mit mir wachen? nog niet één uurtje met mij waken? Ermuntert euch! Verman jezelf! JÜNGER DISCIPELEN Ja! Ja! Ja! Ja! JESUS JESUS Ach steht doch auf! Der mich verrät, ist da. Ach, sta toch op! Degene die mij verraadt, is hier. Rezitativ EVANGELIST Recitatief EVANGELIST Und eh die Rede noch geendigt war, En nog voordat hij die toespraak had beëindigd, kam Judas schon hinein kwam Judas binnen und mit ihm eine große Schar en met hem een grote bende mit Schwertern und mit Stangen. met zwaarden en met stokken. Chor der KNECHTE Koor van de LANSKNECHTEN Greift zu, schlagt tot! Grijp hem, sla hem dood! doch nein, ihr müsset ihn lebendig fangen! nee, wacht, jullie moeten hem wel levend vangen! Rezitativ Recitatief EVANGELIST EVANGELIST Und der Verräter hatte ihnen En de verrader had met hen zum Zeichen lassen dienen: dit teken afgesproken: JUDAS JUDAS Dass ihr, wer Jesus sei, recht möget wissen, Zodat jullie zeker weten wie Jezus is, will ich ihn küssen, zal ik hem kussen, und dann dringt auf ihn zu mit hellen Haufen! ga dan op hem af met de hele meute! Chor der KNECHTE Koor van de LANSKNECHTEN Er soll uns nicht entlaufen. Hij zal ons niet ontglippen. Rezitativ Recitatief JUDAS JUDAS Nimm, Rabbi, diesen Kuss von mir. Neem, Rabbi, deze kus van mij. JESUS JEZUS Mein Freund, sag, warum kommst du hier? Mijn vriend, zeg, waarom kom jij hier? 4
Arie PETRUS Aria PETRUS Gift und Glut, Strahl und Flut, Gif en gloed, straal en vloed, ersticke, verbrenne, zerschmettre, versenke verstik, verbrand, verpletter, verzuip den falschen Verräter, die valse verrader, die mördrischen Ränke! die moordzuchtige listen! Man fesselt Jesum jämmerlich, Ze boeien Jezus jammerlijk Und keine Wetter regen sich? en zelfs het weer verzet zich niet? Auf dann, mein unverzagter Mut, Kom op, mijn ongebroken moed, vergieß das frevelhafte Blut, vergiet jij dan het wrede bloed, weil es nicht tut Gift und Glut, omdat gif noch gloed dit doen, Strahl und Flut! en straal noch vloed! Rezitativ Recitatief EVANGELIST EVANGELIST Drauf zog er gleich sein Schwert hervor Daarop trok hij meteen zijn zwaard Und hieb das rechte Ohr en sloeg het rechteroor dem Knecht des Hohenpriesters ab. van de knecht van de hogepriester eraf. JESUS (zu Petrus) JEZUS (tegen Petrus) Steck nur das Schwert an seinen Ort; Steek je zwaard terug op zijn plaats; denn wer das Schwert ergreift, want wie naar het zwaard grijpt, wird auch durchs Schwert erkalten. zal ook door ’t zwaard omkomen. Wie? Oder glaubst du nicht, dass ich sofort Geloof je dan niet dat ik meteen von meinem Vater in der Höh door mijn Vader in de hoge der Engel Hülfe könn erhalten? de hulp van de engelen zou kunnen krijgen? Allein, es will die Schrift, dass es also geschehe. Echter, de schrift wil dat het zo geschiedt. (zu den Kriegsknechten) (tegen de landsknechten) Ihr kommt mit Schwertern und mit Stangen, Jullie komen met zwaarden en met stokken als einen Mörder mich zu fangen, om mij als een moordenaar op te pakken, da ihr doch, wie ich euch gelehrt, terwijl jullie toch alles wat ik leerde, im Tempel täglich angehört; dagelijks in de tempel hoorden; und keiner hat sich je gelüsten lassen, en niemand had ooit het gevoel gehad mich anzufassen. mij aan te moeten houden. Allein, es muss nunmehr geschehn, Alleen moet er nu toch geschieden was die Propheten längst vorhergesehn. wat de profeten allang hadden voorzien. Chor der JÜNGER Koor van de DISCIPELEN O weh, sie binden ihn mit Stricken und mit Ketten! O nee, ze boeien hem met touwen en ketenen! Auf, auf, lasst uns fliehn und unser Leben retten! Kom, laten we vluchten en ons leven redden! Accompagnato PETRUS Accompagnato PETRUS Wo flieht ihr hin? Verzagte, bleibt! Waar vluchten jullie heen? Lafaards, blijf! Doch ach, sie sind schon fort! Maar ach, ze zijn al weg! Was fang ich an? Wat moet ik nu beginnen? Folg ich den andern nach, Ga ik de anderen achterna, weil ich allein ihm doch nicht helfen kann? omdat ik hem alleen toch niet kan helpen? Nein, feiges Herz, nein, nein! Nee, kleinmoedig hart, nee, neen! Ich lass ihn nicht allein, Ik laat hem niet alleen, sollt ich auch mein Leben gleich verlieren, al zou ik mijn leven dadelijk verliezen, will ich doch sehn, wohin sie Jesum führen. toch wil ik zien waarheen zij Jezus brengen. Arie PETRUS Aria PETRUS Nehmt mich mit, verzagte Scharen, Neem mij mee, angstige schare, hier ist Petrus ohne Schwert! hier is Petrus zonder zwaard! Lasst, was Jesus widerfährt, Laat, wat Jezus overkomt, mir auch widerfahren. mij ook overkomen. 5
Rezitativ Recitatief EVANGELIST EVANGELIST Und Jesus ward zum Palast Caiphas', En Jezus werd naar het paleis van Kajafas, woselbst der Priesterrat versammlet saß, waar de priesterraad bijeengekomen was, mehr hingerissen als geführet; eerder naartoe gesleurd dan gebracht; und Petrus, bald vom Grimm en Petrus, die deels door boosheid und bald von Furcht gerühret, deels door vrees bevangen was, folgt ihm von ferne nach. volgde hem op afstand. Indessen war der Rat, Ondertussen was de raad doch nur umsonst, geflissen, driftig, maar vooral zinloos, bezig durch falsche Zeugen ihn zu fangen; hem met valse getuigen op te pakken; derhalben Caiphas also zu Jesus sprach: daarom sprak Kajafas tot Jezus: CAIPHAS KAJAFAS Wir wollen hier von dem, Wij willen hier te weten komen, was du begangen, welke misdaad u hebt begaan, und deiner Lehre Nachricht wissen. en wat de boodschap van uw leer is. JESUS JEZUS Was ich gelehrt, ist öffentlich geschehn, Wat ik heb geleerd, is openlijk gebeurd, und darf ich es ja dir nicht hier erst sagen; en ik kan het u niet hier pas gaan vertellen; du kannst nur die, so mich gehöret, fragen. u kunt het aan degenen vragen die mij hebben gehoord. KRIEGSKNECHT LANSKNECHT Du Ketzer! Willt dich unterstehn, Ketter! Waag jij het niet zum Hohenpriester so zu sprechen! tegen de hogepriester zo te spreken! Wart, dieser Schlag soll deinen Frevel rächen! Wacht maar, deze klap zal thans jouw misstap wreken! Arie TOCHTER ZION Aria DOCHTER VAN ZION Was Bärentatzen, Löwenklauen Wat berenpoten, leeuwenklauwen trotz ihrer Wut sich nicht getrauen, ondanks hun woede niet eens durven, tust du, verruchte Menschenhand! doe jij, verachtelijke mensenhand! Was Wunder, dass in höchster Eile Wat vreemd dat niet met grote spoed der wilden Wetter Blitz und Keile bliksem en donder en onstuimig weer dich Teufelswerkzeug nicht verbrannt! jou, duivelswerktuig, hebben verbrand! Rezitativ Recitatief EVANGELIST EVANGELIST Dies sahe Petrus an, der draußen bei dem Feuer Dit allemaal zag Petrus die buiten bij het vuur sich heimlich hingesetzt. stilletjes was gaan zitten. Indem kam eine Magd, Er naderde een dienstmaagd die gleich, sobald sie ihn erblickte, sagt: die meteen, zodra ze hem ontdekte, zei: 1. MAGD 1e DIENSTMAAGD Ich schwüre hoch und teuer, Ik zweer bij al wat heilig is dass dieser auch von Jesus' Schar! dat deze ook bij Jezus hoort! PETRUS PETRUS Wer? Ich? Nein, wahrlich nein, du irrest dich. Wie? Ik? Nee, zeker niet, jij vergist je. EVANGELIST EVANGELIST Nicht lang hernach fing noch ein andre an: Niet lang erna begon er nog een andere: 2. MAGD 2e DIENSTMAAGD Soviel ich mich erinnern kann, Voor zover ik me herinneren kan, bist du mit dem, der hier gefangen, ben jij met hem die hier is opgepakt viel umgegangen; veel omgegaan; drum wundr' ich mich, dass du dich hierher wagst. daarom verbaast het mij dat jij hier nu durft te komen. PETRUS PETRUS Welch toll Geschwätz! Ich weiß nicht, was du sagst; Wat een verward gezwets! Ik weet niet, wat jij zegt; ich kenne wahrlich seiner nicht. ik ken hem eerlijk niet. EVANGELIST EVANGELIST Gleich drauf sagt ihm ein andre ins Gesicht: Meteen daarop zegt weer een ander recht in zijn gezicht: 6
3. MAGD 3e DIENSTMAAGD Du bist fürwahr von seinen Leuten Jij bent heus wel een van zijn mensen und suchst umsonst dich weiß zu brennen. en je probeert vergeefs jezelf eruit te kletsen. Im Garten warst du ihm zur Seiten, Jij stond hem in de tuin terzijde, auch gibt‘s die Sprache zu erkennen. men kan je aan jouw taal herkennen. Arioso PETRUS Arioso PETRUS Ich will versinken und vergehn, Door de grond wil ik zakken en vergaan, mich stürz des Wetters Blitz und Strahl, treffen moeten mij bliksem en straal, wo ich auch nur ein einzig Mal wanneer ik slechts een enkel maal hier diesen Menschen sonst gesehn! deze mens ooit heb gezien! Rezitativ EVANGELIST Recitatief EVANGELIST Drauf krähete der Hahn. Daarop kraaide de haan. Sobald der heisre Klang Zodra die hese klank durch Petrus' Ohren drang, door Petrus’ oren drong, zersprang sein Felsenherz, und lief, barstte zijn stenen hart en liep, (wie Moses' Fels dort Wasser gab) (zoals de rots van Mozes water gaf) ein Tränenbach die Wangen ab, een tranenvloed over zijn wangen, wobei er trostlos rief: terwijl hij mistroostig riep: Accompagnato PETRUS Accompagnato PETRUS Welch ungeheurer Schmerz Wat een enorme smart bestürmet mein Gemüt? overweldigt mijn gemoed! Ein kalter Schauer schreckt die Seele; Een koude huivering snijdt door je ziel; die wilde Glut der dunkeln Marterhöhle de wilde gloed van het donkere martelhol entzündet schon mein zischendes Geblüt; ontsteekt in mij het sissend bloed; mein Eingeweide kreischt auf glimmen Kohlen. mijn ingewanden krijsen op gloeiende kolen. Wer löschet diesen Brand, Wie blust deze brand, wo soll ich Rettung holen? waar moet ik redding vandaan halen? Arie PETRUS Aria PETRUS Heul, du Schaum der Menschenkinder! Huil, uitschot van de mensenkinderen! Winsle, wilder Sündenknecht! Jank maar, woeste zondenknecht! Tränenwasser ist zu schlecht, Gewone tranen zijn te slecht, weine Blut, verstockter Sünder! ween dan bloed, verstokte zondaar. Rezitativ PETRUS Recitatief PETRUS Doch wie, Maar wacht, will ich verzweifelt untergehn? wil ik wanhopig ten onder gaan? Nein, nein, beklemmtes Herz, Nee, nee, m’n benauwd hart, mein schüchternes Gemüte mijn schuchtere gemoed soll Jesu Wundergüte moet Jezus’ grote goedheid um Gnad anflehn. om genade smeken. Arie PETRUS Aria PETRUS Schau, ich fall in strenger Buße, Zie, ik val neer in strenge boete, Sündentilger, dir zu Fuße, zondenwegnemer, voor uw voeten, lass mir deine Gnad' erscheinen, laat uw genade aan mij verschijnen, dass der Fürst der dunklen Nacht, zodat de vorst der duisternis, der, da ich gefehlt, gelacht, die nog lachte toen ik faalde, mög ob meinen Tränen weinen! om mijn tranen huilen moet! Choral der CHRISTLICHEN KIRCHE Koraal van de CHRISTELIJKE KERK Ach, Gott und Herr, wie groß und schwer Ach, God en Heer, hoe groot en zwaar sind mein begangne Sünden! zijn mijn begane zonden! Da ist niemand, der helfen kann, Er is niemand die helpen kan in dieser Welt zu finden. op deze wereld te vinden. 7
Zu dir flieh ich, verstoß mich nicht, Tot u vlucht ik, verstoot mij niet, wie ich's wohl hab verdienet. wat ik wel heb verdiend. Ach, Gott, zürn nicht, geh nicht ins G‘richt, Vertoorn u niet, veroordeel niet, Dein Sohn hat mich versühnet. uw zoon heeft mij verzoend. Rezitativ Recitatief EVANGELIST EVANGELIST Als Jesus nun, wie hart man ihn verklagte, Toen Jezus nu, hoe hard men hem ook aanviel, doch nichts zu allem sagte, toch niets hierop bleef zeggen, da fuhr ihn Caiphas mit diesen Worten an: beet Kajafas hem deze woorden toe: CAIPHAS KAJAFAS Weil man nichts aus dir bringen kann Omdat men niets uit u kan krijgen, und du zu dem, da diese dich verklagen omdat u op hetgeen waar zij u van betichten gar nichts wilt sagen, echt niets wilt zeggen, beschwer ich dich bei Gott, uns zu gestehn, bezweer ik u bij God om te bekennen ob du seist Christus, Gottes Sohn? of u Christus bent, de zoon van God? JESUS JEZUS Ich bin's! Ik ben het! Von nun an werdet ihr zur rechten Hand der Kraft Vanaf nu zullen jullie mij aan de rechterzijde van de Kracht und auf der Wolken Thron mich kommen sehn. en op de wolkentroon zien aankomen. CAIPHAS KAJAFAS O Lästerer! Godslasteraar! Was dürfen wir nun weiter Zeugnis führen? Wat hebben wij nog meer bewijzen nodig? Ihr könnt es itzo selber spüren Jullie kunnen het nu zelf aanvoelen wes er sich hat erkühnt. wat hij zich heeft gepermitteerd. Was dünket euch? Wat denken jullie? EVANGELIST EVANGELIST Drauf rief der ganze Rat sogleich: Daarop riep de hele raad meteen: Chor Koor Er hat den Tod verdient! Hij heeft de dood verdiend! Arie EINE GLÄUBIGE SEELE Aria EEN GELOVIGE ZIEL Erwäg, ergrimmte Natternbrut, Bedenk, grimmig addergebroed, was deine Wut und Rachgier tut! wat jouw woede en wraakzucht doet! Den Schöpfer will ein Wurm verderben, Een wurm wil de schepper te gronde richten, ein Mensch bricht über Gott den Stab! een mens breekt over God de staf! Dem Leben sprecht ihr's Leben ab, Het Leven zelf ontzeggen jullie het leven, des Todes Tod soll durch euch sterben! de Dood des doods - door jullie moet hij sterven! Rezitativ Recitatief EVANGELIST EVANGELIST Die Nacht war kaum vorbei, De nacht was nauwelijks voorbij die müde Welt lag noch im Schlaf versenkt, en de vermoeide wereld lag nog in diepe slaap gehuld, als Jesus abermal, in Ketten eingeschränkt toen Jezus nogmaals, door ketenen geboeid und mit abscheulichem Geschrei, onder afschuwelijk geschreeuw, ward nach Pilatus hingerissen. voor Pilatus werd gesleurd. TOCHTER ZION DOCHTER VAN ZION Hat dies mein Heiland leiden müssen? Had dit mijn Heiland moeten ondergaan? Für wen, ach Gott, für wen? Voor wie, ach God, voor wie? Für wessen Sünden lässt er sich binden? Voor wiens zonden laat hij zich in de boeien slaan? Für welche Fehler, was für Schulden Voor welke fouten, welke schulden muss er der Schergen Frevel dulden? moet hij het onrecht van de beulen dulden? Wer hat, was Jesus büßt, getan? Wie heeft, waar Jezus nu voor boet, gedaan? Nur ich bin schuld daran. Alleen ikzelf heb schuld hieraan. 8
Arie TOCHTER ZION Aria DOCHTER VAN ZION Meine Laster sind die Stricke, Mijn verdorvenheden zijn z’n boeien, seine Ketten meine Tücke, zijn ketenen mijn valsheid, meine Sünden binden ihn. mijn zonden knevelen hem. Diese trägt er, mich zu retten, Die draagt hij om mij te redden, damit ich der Höllen Ketten opdat ik aan de ketenen van de hel mög' entfliehen. moge ontsnappen. Rezitativ JUDAS Recitatief JUDAS Oh, was hab' ich, verfluchter Mensch, getan! O wat heb ik, vervloekte mens, gedaan! Rührt mich kein Strahl, Raakt mij geen bliksemstraal, will mich kein Donner fällen? wil mij geen donder vellen? Brich, Abgrund, brich, Breek, afgrond, breek, eröffne mir die Bahn zur Höllen! open voor mij de weg naar de hel! Doch ach, die Höll erstaunt ob meinen Taten, Maar ach, de hel verwondert zich over mijn daden, die Teufel selber schämen sich! de duivels zelf schamen zich! Ich Hund hab meinen Gott verraten. Ik hond, ik heb mijn God verraden. Arie JUDAS Aria JUDAS Lasst diese Tat nicht ungerochen! Laat deze daad niet ongewroken! Zerreißt mein Fleisch, Verscheur mijn vlees, zerquetscht die Knochen, verpletter al mijn botten, ihr Larven jener Marterhöhle! jullie spoken uit het martelhol! Straft mit Flammen, Pech und Schwefel Bestraf met vlammen, pek en zwavel meinen Frevel, mijn vergrijpen, dass sich die verdammte Seele zodat zich die verdomde ziel ewig quäle. voor altijd kwelt. Accompagnato JUDAS Accompagnato JUDAS Unsäglich ist mein Schmerz, Onuitsprekelijk is mijn smart, unzählbar meine Plagen! ontelbaar zijn mijn plagen! Die Luft beseufzt, dass sie mich hat genährt; De lucht verzucht dat zij mij heeft gevoed; die Welt, dieweil sie mich getragen, de aarde die mij heeft gedragen, ist bloß darum verbrennenswert; is nog maar een vuurzee waard; die Sterne werden zu Kometen, de sterren veranderen in kometen, mich, Scheusal der Natur zu töten; om mij, gedrocht van de natuur, te doden; dem Körper schlägt die Erd' ein Grab, de aarde weigert m’n lijf een graf, der Himmel meiner Seel den Wohnplatz ab. de hemel wijst m’n ziel ook af. Was fang ich dann, verzweifelter, Wat ga ik nu, vertwijfelde, verdammter Mörder, an? verdomde moordenaar beginnen? Eh ich mich soll so unerträglich kränken, Voordat ik mezelf zo ondragelijk ga kwellen, will ich mich henken! wil ik mij ophangen! Arie TOCHTER ZION Aria DOCHTER VAN ZION Die ihr Gottes Gnad' versäumet Jullie, die Gods genade hebben verspeeld und mit Sünden Sünden häuft, en maar zonden op zonden stapelen, denket, dass die Straf' schon keimet, bedenk dat jullie straf al kiemt, wenn die Frucht der Sünden reift! als de vrucht der zonde nog rijpt! Rezitativ Recitatief EVANGELIST EVANGELIST Wie nun Pilatus Jesum fragt, Toen Pilatus aan Jezus vroeg, ob er der Judenkönig wär, of hij de koning van de Joden was, sprach er: zei hij: JESUS JEZUS Du hast's gesagt. U zei het. 9
Chor der JUDEN Koor van de JODEN Bestrafe diesen Übeltäter, Bestraf deze misdadiger, den Feind des Kaisers, den Verräter! de vijand van de keizer, die verrader! Rezitativ Recitatief PILATUS PILATUS Hast du dann kein Gehör? Hebt u dan geen oren? Vernimmst du nicht, wie hart sie dich verklagen? Hoort u dan niet hoe zwaar hun aanklacht is? Und willt du nichts, zu deiner Rettung, sagen? En wilt u dan niets ter eigen redding zeggen? Rezitativ Recitatief EVANGELIST EVANGELIST Er aber sagte nichts mehr. Hij echter zei niets meer. Duett Duet TOCHTER ZION DOCHTER VAN ZION Sprichst du denn auf dies Verklagen Zegt u nu op al die beschuldigingen und das spöttische Befragen, en die spottende ondervraging, ewig Wort, kein einzig Wort? Eeuwig Woord, geen enkel woord? JESUS JEZUS Nein, ich will an ietzo zeigen, Nee, ik wil nu laten blijken, dass ich wiederbring durch Schweigen, dat ik terugbreng door te zwijgen, was ihr durchs Geschwätz verlort. wat jullie door gezwets verloren. Rezitativ Recitatief EVANGELIST EVANGELIST Pilatus wunderte sich sehr, Pilatus verwonderde zich zeer, und weil von den Gefangenen auf das Fest en omdat hij tijdens dit feest er einen pflegte loszuzählen, altijd één van de gevangenen vrijliet bemüht er sich aufs best, deed hij erg zijn best, dass sie von ihm, vor Barrabas, dat zij in plaats voor Barrabas der wegen eines Mords gefangen saß, die voor een moord gevangen zat, doch möchten Jesum wählen. toch Jezus zouden kiezen. Allein der Haufe rief mit grässlichem Geschrei: De meute echter riep met gruwelijk geschreeuw: Chor der JUDEN Koor van de JODEN Nein, diesen nicht, den Barrabas gib frei! Nee, deze niet, die Barrabas laat vrij! Rezitativ PILATUS Recitatief PILATUS Was fang ich dann Was moet ik dan mit eurem sogenannten König an? met jullie zogenaamde koning aan? Chor der JUDEN Koor van de JODEN Weg! Lass ihn kreuzigen! Weg! Laat hem kruisigen! Rezitativ PILATUS Recitatief PILATUS Was hat er denn getan? Wat heeft hij dan gedaan? Chor der JUDEN Koor van de JODEN Weg! Lass ihn kreuzigen! Weg! Laat hem kruisigen! Rezitativ EVANGELIST Recitatief EVANGELIST Wie er nun sah, Toen hij nu zag, dass das Getümmel nicht zu stillen, dat het tumult niet te beteugelen was. so rief er endlich Ja; riep hij uiteindelijk ”ja” und übergab ihn ihrem Willen. en leverde hem over aan hun wil. Rezitativ TOCHTER ZION Recitatief DOCHTER VAN ZION Besinne dich, Pilatus, schweig, halt ein! Bezin je toch, Pilatus, zwijg toch, wacht! Vermeide doch der Höllen Schwefelflammen! Voorkom de zwavelvlammen van de hel! Soll Gottes Sohn von dir verurteilt sein? Zal Gods Zoon dan door jou veroordeeld worden? Willt du, Verdammter, Gott verdammen? Verdoemde, wil jij God verdoemen? 10
Will deine freche Grausamkeit Wil jouw onbeschofte bruutheid der toten Welt ihr Leben, het Leven van de dode wereld, der Engel Lust, den Herrn der Herrlichkeit de Lust der engelen, Heer van de heerlijkheid verworfnen Schergen übergeben? aan de verwerpelijke beulen overleveren? Arie Aria Dein Bärenherz ist felsenhart, Jouw berenhart is bikkelhard dies Urteil abzufassen! als het dit oordeel velt! Soll Gott erblassen? Moet God dan sterven? Ich wundre mich, du Zucht der Drachen, Ik ben verbaasd, drakengebroed, dass dir in dem verfluchten Rachen dat in jouw vervloekte strot die Zunge nicht erschwarzet und erstarrt! de tong niet zwart wordt en verstart! Rezitativ EVANGELIST Recitatief EVANGELIST Drauf führten ihn die Kriegesknecht' hinein Toen brachten hem de lansknechten naar binnen und riefen, ihre Wut mehr anzuflammen, en riepen, om hun woede aan te wakkeren, die ganze Schar zusammen; de hele meute bij elkaar; die bunden ihn an einen Stein die bonden hem vast aan een steen und geißelten den zarten Rücken en geselden zijn tere rug mit nägelvollen Stricken. met zwepen vol spijkers. Arie EINE GLÄUBIGE SEELE Aria EEN GELOVIGE ZIEL Ich seh an einen Stein gebunden, Ik zie hem, vastgebonden aan een steen, den Eckstein, der ein Feuerstein de hoeksteen die een vuursteen der ewgen Liebe scheint zu sein. van de eeuwige liefde blijkt te zijn. denn aus den Ritzen seiner Wunden, Want uit de spleten van zijn wonden - weil er die Glut im Busen trägt, omdat hij de gloed in z’n boezem draagt - seh ich, so oft man auf ihn schlägt, zie ik, zo vaak men hem ook slaat, so oft mit Strick und Stahl zo vaak met zweep en staal die Schergen auf ihn dringen, de beulen hem ook omringen, aus jedem Tropfen Blut uit iedere druppel bloed der Liebe Funken springen. vonken van liefde springen. Rezitativ EINE GLÄUBIGE SEELE Recitatief EEN GELOVIGE ZIEL Nun, Seele, schau mit ängstlichem Vergnügen, Ziel, aanschouw nu met een bang genoegen, mit bittrer Lust und mit beklemmtem Herzen, met bittere lust en met een benauwd hart dein Himmelreich in seinen Schmerzen, naar jouw Hemelrijk in al zijn smart, wie dir auf Dornen, die ihn stechen, hoe op de doornen die hem steken, des Himmels Schlüsselblumen blühn! ‘s hemels sleutelbloemen bloeien! Du kannst der Freuden Frucht Jij kunt de vreugdevrucht von seiner Wermut brechen. van zijn alsem breken. Schau, wie die Mörder ihn Kijk, hoe de moordenaars hem auf seinem Rücken pflügen, over zijn rug gaan ploegen, wie tief, wie grausam tief hoe diep, hoe genadeloos diep sie ihre Furchen ziehn, zij daar hun voren trekken, die er mit seinem Blut begießet, die hij met zijn eigen bloed begiet, woraus der toten Welt waaruit voor de dode wereld des Lebens Ernt entsprießet! de oogst des levens ontkiemt! Ja, ja, aus Jesus' Striemen fließt Ja, ja, uit Jezus’ striemen stroomt ein Balsam, dessen Wunderkraft een balsem en diens wonderkracht von solcher seltnen Eigenschaft, heeft de bijzondere eigenschap dass er sein eigne nicht, dat hij zijn eigen wonden niet nur fremde Wunden heilet, maar wel die van de anderen heelt uns Leben, Lust und Trost, en die ons een leven, vreugde en troost, ihm selbst den Tod erteilet. zichzelf echter de dood toebedeelt. 11
Arie EINE GLÄUBIGE SEELE Aria EEN GELOVIGE ZIEL Dem Himmel gleicht sein buntgestriemter Rücken, Op de hemel lijkt zijn bont gestriemde rug den Regenbögen ohne Zahl die ontelbare regenbogen als lauter Gnadenzeichen schmücken, als louter genadetekens sieren. die, da die Sündflut unser Schuld versieget, Nu de zondvloed van onze schuld opdroogt, der holden Liebe Sonnenstrahl wordt de zonnestraal van pure liefde in seines Blutes Wolken zeiget. door de wolken van zijn bloed zichtbaar. Rezitativ EVANGELIST Recitatief EVANGELIST Wie nun das Blut mit Strömen von ihm rann, Toen nu het bloed in stromen van hem afliep, da zogen sie ihm einem Purpur an deden zij hem een purperen mantel aan und krönten ihn, zu desto größern Hohn, en kroonden hem voor nog meer hoon mit einer Dornenkron'. met een doornenkroon. Arie TOCHTER ZION Aria DOCHTER VAN ZION Die Rosen krönen sonst De rozen bekronen altijd der rauhen Dornen Spitzen; de punten van scherpe doornen; wie kömmt's, dass hier ein Dorn hoe komt het dat hier een doorn die Saronsrose krönt? de Roos van Sharon kroont? Da auf den Rosen sonst Omdat Aurora altijd Aurora Perlen tränt, de rozen van parels voorziet, fängt hier die Rosen selbst begint deze roos nu zelf Rubinen an zu schwitzen, robijnen uit te zweten, jawohl, erbärmliche Rubinen, jawel, erbarmelijke robijnen die aus geronnen Blut van gestold bloed auf Jesus' Stirne stehn! die op Jezus’ voorhoofd staan! Ich weiß, ihr werdet mir Ik weet dat jullie mijn ziel zum Schmuck der Seelen dienen, als sieraad zullen dienen, und dennoch kann ich euch maar toch kan ik u niet nicht ohne Schrecken sehn. zonder te schrikken zien. Accompagnato TOCHTER ZION Accompagnato DOCHTER VAN ZION Verwegner Dorn, barbarsche Spitzen! Brutale doorns, barbaarse punten! Verwildert Mordgesträuch, halt ein! Verwilderd moordstruweel, houd stil! Soll dieses Hauptes Elfenbein Moet dan jouw onbehouwen stekel dein spröder Stahl zerritzen? dit ivoren hoofd vernielen? Verwandelt euch vielmehr Verander liever in Stahl und Klingen, in staal en klingen, durch dieser Mörder Herz zu dringen, om het hart van de moordenaars te doordringen, die Tiger, keine Menschen sein! die tijgers en geen mensen zijn! Doch der verfluchte Strauch ist taub, Maar de vervloekte struik is doof, hör, wie sein knirschendes Geräusch hoor, hoe zijn krakende geluid sein Drachenzähnen gleiches Laub zijn op drakentanden lijkend loof durchdringet Sehnen, door pezen snijdt, Adern, Fleisch! door aderen en vlees! Arie TOCHTER ZION Aria DOCHTER VAN ZION Lass doch diese herbe Schmerzen, Laat toch deze bittere smart, frecher Sünder, dir zu Herzen, brutale zondaar, jou aan het hart ja durch Mark und Seele gehn! en door je merg en ziel heen gaan! Selbst die Natur fühlt Schmerz und Grauen, Zelfs de natuur voelt pijn en afschuw, ja sie empfindet jeden Stich, ja, zij ervaart iedere steek, da sie der Dornen starre Klauen omdat zij de starre doornklauwen so jämmerlich in ihres Schöpfers Haupt zo jammerlijk in haar Scheppers hoofd sieht eingedrücket stehn. gegrift ziet staan. 12
Rezitativ TOCHTER ZION Recitatief DOCHTER VAN ZION Die zarten Schläfen sind bis ans Gehirne De tere slapen zijn tot aan het brein durchlöchert und durchbohrt. doorzeefd en doorboord. Schau, Seele, schau, Kijk, ziel, kijk nou, wie von der göttlich schönen Stirne hoe van het goddelijke, mooie voorhoofd, gleich einem purpurfarbnen Tau, net als purperen dauw der vom gestirnten Himmel sich ergießt, die uit de sterrenhemel regent, ein lau(tr)er Bach von blut'gem Purpur fließt! een zuivere beek van bloederig purper stroomt! Aria TOCHTER ZION Aria DOCHTER VAN ZION Jesu! Dich mit unsern Seelen Jezus! Om u met onze zielen zu vermählen, te verenen, schmilzt dein liebend Herz vor Liebe. smelt uw liefhebbend hart van liefde. Ja, du gießest in die Glut Ja, uzelf giet in de gloed, statt des Öls für heiße Triebe in plaats van de olie voor hete begeerte, dein vor Liebe wallend Blut. uw van liefde ziedend bloed. Rezitativ Recitatief EVANGELIST EVANGELIST Drauf beugten sie aus Spott vor ihm die Knie Hierna gingen zij spottend knielen und fingen lachend an zu schreien: en lachend begonnen zij te schreeuwen: Chor der JUDEN Koor van de JODEN Ein jeder sei ihm untertänig! Eenieder moet zich aan hem onderwerpen! Gegrüßet seist du, Judenkönig! Wees gegroet, u koning van de Joden! Arie EVANGELIST Aria EVANGELIST Ja, scheueten sich nicht, Ja, zij schuwden niet, ihm ins Gesicht zu speien. hem in zijn gezicht te spuwen. Arie TOCHTER ZION Aria DOCHTER VAN ZION Schäumest du, du Schaum der Welt, Schuim jij nu, schuim van de wereld, speit dein Basiliskenrachen, drakengebroed, Brut der Drachen, spuwt jouw basiliskenstrot dem, der alle Ding' erhält, hem die zorgt voor alle dingen, Schleim und Geifer ins Gesicht slijm en snot in zijn gezicht, und die Höll verschlingt dich nicht? en de hel verslindt jou niet? Rezitativ EVANGELIST Recitatief EVANGELIST Worauf sie mit dem Rohr, Waarna zij met de stok das seine Hände trugen, die zijn eigen handen droegen, sein schon blutrünstig Haupt zerschlugen. zijn bloederige hoofd stuksloegen. Rezitativ TOCHTER ZION Recitatief DOCHTER VAN ZION Bestürzter Sünder, nimm in acht Onthutste zondaar, neem de pijn des Heilands Schmerzen! van de Heiland nou in acht! Komm, erwäge, Kom, bedenk toch wie durch die Heftigkeit der Schläge dat door de heftigheid van de klappen, der beulenvolle Scheitel kracht; de schedel, vol met builen, het begeeft; wie sie sein heilges Hirn zerschellen, hoe zij zijn heilig brein kapot slaan wie seine Taubenaugen schwellen! en hoe zijn duivenogen zwellen! Schau, sein zerrauftes Haar, Kijk, zijn eruit gerukte haar das vor mit Tau gesalbt und voller Locken war, dat eerst met dauw gezalfd en vol met krullen was, ist itzt von Eiter nass is nu van etter nat, und klebt von dickem Blut! en plakt onder het bloed! Dies alles duldet er bloß dir zu gut. Besef dat hij dit voor jou doet. 13
Arie TOCHTER ZION Aria DOCHTER VAN ZION Heil der Welt, dein schmerzlich Leiden Heil van de wereld, uw smartelijk lijden schreckt die Seel und bringt ihr Freuden, verschrikt de ziel en maakt haar blij, du bist ihr erbärmlich schön. zij vindt u bedroevend mooi. Durch die Marter, die dich drücket, Door de folter die op u drukt, wird sie ewiglich erquicket, wordt zij voor altijd opgefrist, und ihr graut, dich anzusehn. ze huivert om naar u te kijken. Rezitativ EVANGELIST Recitatief EVANGELIST Wie man ihm nun genug Verspottung, Toen men hem voldoende spot, Qual und Schmach hatt‘ angetan, kwelling en smaad had toegevoegd, riss man ihm ab den Purpur, den er trug, rukte men hem het purper van het lijf und zog ihm drauf sein' eignen Kleider an, en trok hem weer zijn eigen kleren aan; und endlich führeten sie ihn, uiteindelijk brachten zij hem dass sie ihn kreuzigten, zur Schädelstätte hin. naar de schedelplaats om hem te kruisigen. Arie und Chor Aria en koor TOCHTER ZION DOCHTER VAN ZION Eilt, ihr angefochten Seelen, Haast jullie, beproefde zielen, geht aus Achsaphs Mörderhöhlen, verlaat nu Achsafs moordenaarsholen, kommt! kom! GLÄUBIGE SEELEN GELOVIGE ZIELEN Wohin? Waarheen? TOCHTER ZION DOCHTER VAN ZION Nach Golgatha. Naar Golgota. GLÄUBIGE SEELEN GELOVIGE ZIELEN Wohin? Waarheen? TOCHTER ZION DOCHTER VAN ZION Nach Golgatha. Naar Golgota. Nehmt des Glaubens Taubenflügel, Op duivenvleugels van het geloof, fliegt! vlieg! GLÄUBIGE SEELEN GELOVIGE ZIELEN Wohin? Waarheen? TOCHTER ZION DOCHTER VAN ZION Zum Schädelhügel. Naar de schedelplaats, GLÄUBIGE SEELEN GELOVIGE ZIELEN Wohin? Waarheen? TOCHTER ZION DOCHTER VAN ZION Zum Schädelhügel, Naar de schedelplaats, eure Wohlfahrt blühet da! jullie welvaart bloeit daar! Kommt! Kom! GLÄUBIGE SEELEN GELOVIGE ZIELEN Wohin? Waarheen? TOCHTER ZION DOCHTER VAN ZION Nach Golgatha. Naar Golgota. Accompagnato MARIA Accompagnato MARIA Ach Gott! Ach Gott! Ach God! Ach God! Mein Sohn wird fortgeschleppt, wird weggerissen! Mijn Zoon wordt weggesleept, wordt weggerukt! Wo führt ihr ihn, verruchte Mörder, hin? Gemene moordenaars, waar sleuren jullie hem naartoe? Zum Tode, wie ich merke. De dood in, merk ik. Hab' ich denn seinen Tod erleben müssen, Heb ik straks zijn dood moeten verdragen, gekränkte Mutter, die ich bin? gekwetste moeder die ik ben? Wie schwer ist meines Jammers Last! Hoe zwaar is de last van mijn ellende! Es dringt ein Schwert durch meine Seele, Een zwaard doordringt mijn ziel, mein Kind, mein Herr, mein Gott erblasst! mijn Kind, mijn Heer, mijn God verdwijnt! Ist denn für so viel Wunderwerke Is nu voor zoveel wonderwerken 14
nunmehr das Kreuz sein Lohn? alleen nog maar het kruis zijn loon? Ach Gott! Ach Gott! Mein Sohn! Ach God! Ach God! Mijn Zoon! Duett Duet MARIA MARIA Soll mein Kind, mein Leben, sterben, Moet mijn Kind, mijn Leven sterven, und vergießt mein Blut sein Blut? en vergiet mijn eigen bloed zijn bloed? JESUS JEZUS Ja, ich sterbe dir zugut, Ja, ik sterf in uw belang, dir den Himmel zu erwerben. om voor u de hemel te verwerven. Rezitativ Recitatief EVANGELIST EVANGELIST Und er trug selbst sein Kreuz. En hij droeg zelf zijn kruis. TOCHTER ZION DOCHTER VAN ZION Ach, herbe Plagen, Ach, bittere plagen, ach Marter, die man nicht erwägen kann! ach marteling, erger dan je bedenken kan! Musst du, mein Heiland, dann moet u, mijn Heiland, dan das Holz, das dich bald tragen soll, selbst tragen? het hout dat u straks dragen zal, zelf dragen? Du trägst es, ja, und niemand hört dich klagen. U draagt het wel en niemand hoort u klagen. Arie TOCHTER ZION Aria DOCHTER VAN ZION Es scheint, da den zerkerbten Rücken Als zijn geschonden rug des Kreuzes Last, door de last van het kruis der Schergen Ungestüm zu Boden drücken, en door de brute beulen naar beneden wordt gedrukt, scheint es, er danke mit gebognen Knien lijkt het of hij al knielend dem großen Vater, dass er ihm de grote Vader dankt das lang verlangte Kreuz verliehen. voor het kruis, waar hij zo naar verlangt. Rezitativ EVANGELIST Recitatief EVANGELIST Wie sie nun an die Stätte, Golgatha mit Namen, Toen zij nu bij die plaats, Golgota genaamd, mit Jesus kamen, met Jezus kwamen, wurd er mit Gall und Wein getränkt gaven ze hem gal en wijn te drinken, und endlich gar ans Kreuz gehenkt. en tenslotte aan het kruis ophingen. Arie EINE GLÄUBIGE SEELE Aria EEN GELOVIGE ZIEL Hier erstarrt mein Herz und Blut, Hier verstarren mijn hart en bloed, hier erstaunen Seel und Sinnen! versteld staan hier mijn ziel en zinnen! Himmel, was wollt ihr beginnen? Waar gaan jullie aan beginnen? Wisst ihr, Mörder, was ihr tut? Moordenaars, weten jullie wel wat je daar doet? Dürft ihr Hund', ihr Teufel wagen, Honden, duivels, hoe durven jullie ‘t aan Gottes Sohn ans Kreuz zu schlagen? om Gods Zoon aan het kruis te slaan? Accompagnato EINE GLÄUBIGE SEELE Accompagnato EEN GELOVIGE ZIEL O Anblick, o entsetzliches Gesicht! O aanblik, o verschrikkelijk gezicht! Wie scheußlich wird mein Seelenbräutigam Hoe lelijk wordt mijn Zielenbruidegom von diesen Bütteln zugericht! door deze handlangers toegetakeld! Itzt reißen sie das unbefleckte Lamm Nu smijten zij het onbevlekte Lam wie Tiger voller Wut zur Erden. als woeste tijgers op de grond. Ach schaut! Jetzt fängt man an, O kijk! Nu begint men mit grässlichen Gebärden, met afgrijslijke gebaren ihm Hand und Fuß, ihm Arm und Sehnen zijn hand en voet, zijn arm en pezen erbärmlich auszudehnen, zo deerniswekkend op te rekken, mit Stricken auszuzerrn, mit Nägeln anzupflöcken, met touwen ze uiteen te trekken en vast te nagelen, dass man an ihm fast alle Beine zählt! zodat men bijna al zijn beenderen kan tellen! Ach Gott, ich sterbe schier vor Schrecken Ach God, ik sterf bijna van schrik und werde fast durchs bloße Sehn entseelt! en raak haast door het pure zien ervan ontzield! 15
Choral der CHRISTLICHEN KIRCHE Koraal van de CHRISTELIJKE KERK O Menschenkind, O mensenkind, nur deine Sünd' alleen jouw zonde hat dieses angerichtet, heeft dit hier aangericht, da du durch die Missetat omdat jij door je misdaden warest ganz zernichtet. te gronde was gericht. Rezitativ EVANGELIST Recitatief EVANGELIST Sobald er nun gekreuzigt war, Zodra hij nu gekruisigd was, da losete die Schar dobbelde de kliek der Kriegesknecht' um sein Gewand; lansknechten om zijn kleren; und über seinem Haupte stand en boven zijn hoofd stond "Der Juden König" angeschrieben; “Koning van de Joden” geschreven; und die vorübergingen, en zij die er langs liepen, lästerten und trieben Gespött mit ihm, hoonden hem en dreven de spot met hem, wie auch die, die bei ihm hingen: net als degenen die naast hem hingen: Chor der JUDEN Koor van de JODEN Pfui! Seht mir doch den König an! Foei! Kijk nou naar de koning! Bist du ein solcher Wundermann, Bent u zo een wonderdoener, so steig herab vom Kreuz; stap dan van het kruis af; hilf dir selbst und uns; help uzelf en ons; so wissen wirs gewiss! dan weten we het zeker! Rezitativ EVANGELIST Recitatief EVANGELIST Und eine dicke Finsternis, En een grote duisternis die nach der sechsten Stund entstand, die na het zesde uur ontstond, kam übers ganze Land. viel over het hele land. Arie EINE GLÄUBIGE SEELE Aria EEN GELOVIGE ZIEL Was Wunder, dass der Sonnen Pracht, Wonderlijk dat de zonnepracht dass Mond und Sterne nicht mehr funkeln, en maan en sterren niet meer fonkelen, da eine falbe Todesnacht omdat de vale nacht van de dood der Sonnen Sonne will verdunkeln! de zon van de Zon wil verduisteren! Rezitativ EVANGELIST Recitatief EVANGELIST Und um die neunte Stund En rond het negende uur, als dies geschah, rief Jesus laut und sprach: toen dit geschiedde, riep Jezus luid en sprak: Accompagniato JESUS Accompagniato JEZUS Eli! Eli! Lama asaphtani! Eli! Eli! Lama sabachtani! Rezitativ EVANGELIST Recitatief EVANGELIST Das ist in unsrer Sprach zu fassen: Dat is in onze taal: Accompagniato JESUS Accompagniato JEZUS Mein Gott, mein Gott, wie hast du mich verlassen! Mijn God, mijn God, hoe hebt u mij verlaten! Rezitativ EVANGELIST Recitatief EVANGELIST Darnach, wie ihm bewusst, Maar toen hij zich bewust werd, dass alles schon vorbei, dat alles al voorbij was, rief er mit lechzendem Geschrei: schreeuwde hij hunkerend: Accompagniato JESUS Accompagniato JEZUS Mich dürst! Ik heb dorst! Arioso EINE GLÄUBIGE SEELE Arioso EEN GELOVIGE ZIEL Mein Heiland, Herr und Fürst! Mijn Heiland, Heer en Vorst! Da Peitsch und Ruten dich zerfleischen, Nu zweep en roede u vermorzelen, da Dorn und Nagel dich durchbohrt, nu doorn en spijker u doorboren, sagst du ja nicht ein einzig Wort. zegt u nog steeds geen enkel woord. Itzt hört man dich zu trinken heischen, Nu hoort men u om drinken smeken, 16
so wie ein Hirsch nach Wasser schreit: zoals een hert om water schreit: Wonach mag wohl den Himmelsfürsten, Waarnaar voelt toch de Hemelvorst, des Lebenswassers Quelle, dürsten? de Bron van het Levenswater, zulke dorst? Nach unsrer Seelen Seligkeit. Naar onze ziel en zaligheid. Rezitativ EVANGELIST Recitatief EVANGELIST Drauf lief ein Kriegsknecht hin, Daarop liep er een soldaat naar hem toe der einen Schwamm, mit Essig angefüllet, nahm die een spons, gedrenkt in azijn, nam und steckt ihn auf ein Rohr, en op een stok stak; und hielt ihn ihm zu trinken vor. die gaf hij hem te drinken aan. Hierauf rief Jesus laut mit ganzer Macht: Hierop riep Jezus luid uit alle macht: Accompagnato JESUS Accompagnato JEZUS Es ist vollbracht! Het is volbracht! Terzett Terzet GLÄUBIGE SEELEN GELOVIGE ZIELEN O Donnerwort! O schrecklich Schreien! O heftig woord! O vreselijk schreeuwen! O Ton, den Tod und Hölle scheuen, Geluid dat dood en hel zelfs schuwen, der ihre Macht zu Schanden macht! die al hun macht te schande maakt! O Schall, der Stein und Felsen teilet, Gegalm dat steen en rotsen splijt, wovor der Teufel bebt und heulet, waarvoor de duivel beeft en huilt, wovor der düstre Abgrund kracht! waarvoor de duistere afgrond breekt! Es ist vollbracht, es ist vollbracht! Het is volbracht, het is volbracht! Arie EINE GLÄUBIGE SEELE Aria EEN GELOVIGE ZIEL O seligs Wort! O heilsam Schreien! O zalig woord! O heilzaam schreeuwen! Nun darfst du, Sünder, nicht mehr scheuen, Vanaf nu mag jij, zondaar, schuwen des Teufels und der Höllen Macht. noch hel noch duivel met hun macht. O Schall, der unsern Schaden heilet, Die klank, die al ons letsel heelt, der uns die Seligkeit erteilet, ons zaligheid heeft toebedeeld, die Gott uns längst hat zugedacht! had God allang voor ons bedacht! Es ist vollbracht, es ist vollbracht! Het is volbracht, het is volbracht! Rezitativ Recitatief EINE GLÄUBIGE SEELE EEN GELOVIGE ZIEL O selig, wer dies glaubt O zalig, wie dit gelooft, und wer, wann seine Not am größten, wie deze woorden kunnen troosten, sich dieser Worte kann getrösten! wanneer de nood het grootst is! EVANGELIST EVANGELIST Drauf neiget er sein Haupt. Toen boog hij zijn hoofd. Arie Aria TOCHTER ZION DOCHTER VAN ZION Sind meiner Seelen tiefe Wunden Zijn de diepe wonden van mijn ziel durch deine Wunden nun verbunden? door uw wonden nu verbonden? Kann ich durch deine Qual und Sterben Zou ik door uw lijden en sterven nunmehr das Paradies ererben? het paradijs nu kunnen erven? Ist aller Welt Erlösung nah? Is de verlossing van de wereld nabij? EINE GLÄUBIGE SEELE EEN GELOVIGE ZIEL Dies sind der Tochter Zions Fragen. Dit zijn de vragen van de Dochter van Zion Weil Jesus nun nichts kann vor Schmerzen sagen, en omdat Jezus van de pijn niet spreken kan, so neiget er sein Haupt und winket: Ja! buigt hij zijn hoofd en zwaait slechts: Ja! 17
Rezitativ Recitatief TOCHTER ZION DOCHTER VAN ZION O Großmut! O erbarmendes Gemüt! Grootmoedigheid! Barmhartig gemoed! EVANGELIST EVANGELIST Und er verschied. En hij stierf. Arie TOCHTER ZION Aria DOCHTER VAN ZION Brich, brüllender Abgrund, Breek, brullende afgrond, zertrümmre, zerspalte! verbrijzel en splijt! Zerfall, zerreiß, du Kreis der Welt! Scheur en bezwijk, heel de wereld! Erzittert, ihr Sterne, ihr himmlischen Kreise, Beef, sterren en hemelse regionen, erschüttert und hemmet die ewige Reise! schud en staak de eeuwige reis! Du helle Sonn, erlisch, erkalte! Jij heldere zon, doof uit, word koud! Dein Licht verlöscht, Jouw licht dooft uit, und eure Stütze fällt. jullie steunpilaar valt. Accompagnato Accompagnato TOCHTER ZION DOCHTER VAN ZION Ja, ja! Es brüllet schon Ja, ja! Het buldert al in unterirdschen Grüften; in onderaardse krochten; es kracht bereits der Erden Grund; er breekt nu al de aardse grond; des finstern Abgrunds schwarzer Schlund de zwarte strot van de duistere afgrond erfüllt die Luft vervult de lucht mit Schwefeldüften. met zwavelgeuren. HAUPTMANN HOOFDMAN Hilf, Himmel! Was ist dies? Help, hemel! Wat is dit? Ihr Götter, wie wird mir zumut? Goden, wat voel ik nu? Es fällt die Welt in schwarze Finsternis, De wereld valt in zwarte duisternis, in Dunst und Nebel schier zusammen. in mist en nevel, haast tegelijk. O weh, der Abgrund kracht O nee, de afgrond breekt und speiet Dampf und Glut, en spuwt damp en gloed, die Wolken schüttern Blitz, de wolken zenden bliksems, die Luft gebieret Flammen, de lucht baart vlammen, der Fels zerreißt, es bersten Berg und Stein: het rotsblok splijt, er barsten berg en steen: Sollt Jesus' Tod hieran wohl Ursach sein? Kan Jezus’ dood de oorzaak hiervan zijn? Ach ja, ich kann aus allen Wundern lesen: Ach ja, ik kan in alle wonderen lezen: Der Sterbende sei Gottes Sohn gewesen! De stervende is Gods Zoon geweest! Arie HAUPTMANN Aria HOOFDMAN Wie kömmt's, dass, Hoe komt het dat, da der Himmel weint, terwijl de hemel weent, da seine Klüfte zeigt terwijl de strot van de duistere afgrond des blinden Abgrunds Rachen, zijn kloven toont, da Berge bersten, terwijl bergen barsten Felsen krachen, rotsen breken, mein Felsenherz sich nicht entsteint? mijn hart van steen niet zachter wordt? Ja, ja, es klopft, es bricht: Ja ja, het bonkt, het breekt: Sein Sterben Zijn sterven reißt meine Seel aus dem Verderben. redt mijn ziel van het verderven. Accompagnato EINE GLÄUBIGE SEELE Accompagnato EEN GELOVIGE ZIEL Bei Jesus' Tod und Leiden Met Jezus’ dood en lijden leidet des Himmels Kreis, lijdt ook het firmament, die ganze Welt. de hele wereld. Der Mond,mder sich in Trauer kleidet, De maan, die ook in rouw gehuld gaat, 18
gibt Zeugnis, dass sein Schöpfer fällt; laat zien dat ook zijn schepper sneuvelt; es scheint, ob lesch in Jesus' Blut het lijkt alsof in Jezus’ bloed das Feur der Sonnen Strahl und Glut. het vuur uitdooft van zon en gloed. Man spaltet ihm die Brust. Men splijt hem zijn borst. Die kalten Felsen spalten, De kale rotsen splijten zum Zeichen, dass auch sie ten teken dat ook zij den Schöpfer sehn erkalten. de schepper zien bezwijken. Was tust denn du, mein Herz? Wat doe jij dan, mijn hart? Ersticke, Gott zu Ehren, Stikken zal je ter ere Gods in einer Sündflut bittrer Zähren! in een zondvloed van bittere tranen. Choral der CHRISTLICHEN KIRCHE Koraal van de CHRISTELIJKE KERK Mein Sünd mich werden kränken sehr, Mijn zonden zullen mij zeer kwetsen mein G'wissen wird mich nagen, mijn geweten zal aan me knagen, denn ihr sind viel wie Sand am Meer, het zijn er zo veel als zand op het strand, doch will ich nicht verzagen; maar ik zal niet versagen; gedenk‘n will ich an den Tod; ik wil denken aan de dood; Herr Jesu, deine Wunden rot, Heer Jezus, door uw wonden rood die werden mich erhalten. blijf ikzelf behouden. Arie TOCHTER ZION Aria DOCHTER VAN ZION Wisch ab der Tränen scharfe Lauge, Veeg af, het scherpe tranenvocht, steh, selge Seele, nun in Ruh'! wees nu gerust. zalige ziel! Sein ausgesperrter Arm und sein geschlossen Auge Zijn uitgestoken arm en zijn gesloten oog sperrt dir den Himmel auf und schließt die Hölle zu. houden de hemel open en sluiten de hel voor je af. Schluss-Choral der CHRISTICHEN KIRCHE Slotkoraal van de CHRISTELIJKE KERK Ich bin ein Glied an deinem Leib, Ik ben een ledemaat van uw lijf, des tröst ich mich von Herzen; zo troost ik mij van harte, von dir ich ungeschieden bleib dat ik van u onafscheidelijk blijf in Todesnot und Schmerzen. in doodsangst en in smart. Wenn ich gleich sterb, so sterb ich dir, Als ik straks sterf, sterf ik voor u, das ewge Leben hast du mir u hebt het eeuwig leven mit deinem Tod erworben. mij door uw dood gegeven. Weil du vom Tod erstanden bist, Omdat uzelf bent opgestaan, werd ich ihm Grab nicht bleiben: zal ik in ’t graf niet blijven; Mein höchster Trost dein Auffahrt ist, uw grootste troost, mijn hemelvaart, Todsfurcht kann sie vertreiben. kan doodsangsten verdrijven. Dann, wo du bist, da komm ich hin, Want waar u bent, daar ga ik heen, dass ich stets bei dir leb und bin, zodat ik altijd bij u ben; Drauf fahr ich hin mit Freuden dus ga ik heen met vreugde. So fahr ich hin zu Jesu Christ, Zo ga ik heen naar Jezus Christus, mein Arm tu ich ausstrecken: mijn arm ga ik uitstrekken: Ich schlafe ein und ruhe fein, Zo slaap ik in en ik rust fijn, kein Mensch soll mich aufwecken geen ander mag me wekken dann Jesu Christus, Gottes Sohn, dan Jezus Christus, Zoon van God, der wird die Himmelstür auftun Hij opent dan de hemelpoort, und führn zum ewig’n Leben. leidt mij naar een eeuwig leven. Vertaling: © Eva-Maria Kintzel 19
Sie können auch lesen