KOOR & ORKEST COLLEGIUM VOCALE GENT OLV. PHILIPPE HERREWEGHE - VR 22, MA 25 MRT 2013
←
→
Transkription von Seiteninhalten
Wenn Ihr Browser die Seite nicht korrekt rendert, bitte, lesen Sie den Inhalt der Seite unten
Blauwe zaal grote Podia Koor & Orkest Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe vr 22, ma 25 mrt 2013
2012-2013 Bach & Hoogdagen Akademie für Alte Musik Berlin & Arsys Bourgogne olv. Pierre Cao wo 17 okt 2012 Il Gardellino olv. Marcel Ponseele wo 31 okt 2012 Koor & Orkest Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe vr 21 dec 2012 Koor & Orkest Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe vr 22, ma 25 mrt 2013 inleiding vr 22 mrt / Jacques Van Deun / 19.15 uur / theaterstudio begin 20.00 uur pauze omstreeks 21.10 uur einde omstreeks 23.00 uur teksten programmaboekje Beatrijs Van Hulle, Isabella van Elferen coördinatie programmaboekje deSingel
Koor & Orkest Collegium Vocale Gent Philippe Herreweghe muzikale leiding Maximilian Schmitt evangelist Florian Boesch Jesus Dorothee Mields, Hana Blaziková sopraan Damien Guillon, Robin Blaze altus Thomas Hobbs, Sebastian Kohlhepp tenor Peter Kooij, Stephan MacLeod bas MaTthias Lutze Petrus/Pontifex II Peter Kooij Pilatus / Pontifex I Sebastian Myrus Judas Aleksandra Lewandowska Uxor Pilatus / Ancilla I Griet De Geyter Ancilla II Alexander Schneider Testis I Stephan Gähler Testis II Johann Sebastian Bach (1685-1750) Matthäus Passion, BWV244 gelieve uw GSM uit te schakelen De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … reageer betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. & win Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen
Het lijdensverhaal Lutherse theologie volgens Bach en mystieke liefde Heel wat componisten hebben het lijdensverhaal van Christus op muziek Het libretto voor Bachs ‘Matthäus Passion’ bevat veel verwijzingen naar gezet. Toch is er voor veel mensen slechts één Mattheuspassie en dat is de mystiek. In het openingskoor roepen de dochters van Zion uit het die van Johann Sebastian Bach. Dat Bach deze Passie koesterde als zijn Hooglied op tot een klaagzang over de hemelse bruidegom die in de aria beste meesterwerk, blijkt uit de nette kopie die hij zo’n negen jaar na de ‘Ach, nun ist mein Jesus hin’ (nr 30) als de hemelse geliefde wordt beschre- eerste uitvoering vervaardigde. Met uiterste precisie kalligrafeerde hij zijn ven. In de aria’s ‘Ich will dir mein Herze schenken’ (nr 13) en ‘Können Tränen partituur in twee kleuren inkt: donkerbruine inkt voor de noten en rood meiner Wangen’ (nr 52) bezingt de gelovige ziel haar uiterst zinnelijke voor de bijbelteksten. Toen de partituur later beschadigd raakte, herstelde liefde voor Jezus. In ‘Sehet, Jesus hat die Hand’ (nr 60) mondt de kruisiging Bach haar met nieuwe stroken papier waarop hij de verdwenen muziek uit in een mystieke liefdesomhelzing. De teksten van deze delen uit de opnieuw noteerde. De definitieve partituur dateert uit ca. 1746 en telt 83 ‘Matthäus’ alsmede Bachs muzikale verklanking ervan roepen vaak vragen vellen met 161 zorgvuldig beschreven kanten in zijn mooiste handschrift. op. Verraadt Picanders beeldtaal de ‘slechte smaak’ van de baroktijd? De eerste uitvoering van de Mattheuspassie vond plaats tijdens de Goede Laten Bachs wereldlijk aandoende toonzettingen ervan zijn interesse in Vrijdag kerkdienst in 1729 in de Thomaskerk te Leipzig, de definitieve het piëtisme zien? versie stamt uit 1746. De passie bestaat uit maar liefst achtenzestig delen, waarvan sommige van buitengewone lengte, en vraagt om een bezet- Wanneer we het libretto van de ‘Matthäus Passion’ in zijn theologisch- ting van twee vierstemmige koren, een extra koor van sopranen en twee historische context plaatsen, wordt duidelijk dat de combinatie van uitgebreide orkesten. evangelieteksten met persoonlijke bruidegoms- en Hoogliedmetaforiek Bachs Mattheuspassie is een dramatische toonzetting van het lijdens- voortvloeit uit de devotionele praktijk van de lutherse mystiek. Vanuit dit verhaal van Christus, zoals het verteld wordt door de evangelist Mat- perspectief kunnen de genoemde aria’s en hun toonzettingen opnieuw theus, aangevuld met teksten van Picander (schuilnaam van postbeambte worden beluisterd en geïnterpreteerd. Christian Friedrich Heinrici uit Leipzig). Bach heeft het lijdensverhaal van Vanaf de late zestiende eeuw werden de persoonlijke devotie en de emo- Christus getoonzet in een uitermate beeldende verteltrant en vanuit een tionele ervaringen van de individuele gelovige steeds belangrijker binnen onovertroffen inlevingsvermogen in de verschillende psychologische de lutherse theologie. Teksten uit de middeleeuwse mystiek werden door situaties en de dramatische ontwikkeling van de gebeurtenissen. Hij gaat lutherse theologen herontdekt, herlezen en vertaald. Zeer geliefd waren hierbij zover dat ook de christenmens, de gelovige, een muzikale rol krijgt bijvoorbeeld de teksten van Bernhardus van Clairvaux over zijn vurige toebedeeld, namelijk die van de toeschouwer, die de objectieve bijbeltekst liefde voor Christus, of die van Thomas a Kempis over het lijfelijk navolgen voortdurend onderbreekt door middel van eigen commentaar, en op die van de lijdende Christus. Het werk van beide middeleeuwse theologen manier emotioneel reageert op het lijdensverhaal. kenmerkt zich door zinnelijke beschrijvingen van de liefde tussen mens en God of tussen mens en Christus. Deze beschreven zij met aan het Hoog- Beatrijs Van Hulle lied ontleende beeldspraken en bruiloftsmetaforen. De middeleeuwse beeldspraak werd in lutherse devotionele teksten geïntegreerd, waardoor er in de Duitse barok een nieuwe mystieke stro- ming ontstond. Het belangrijkste verschil tussen de middeleeuwse en de lutherse mystici lag in de opvatting van de unio mystica, de mystieke vereniging tussen God en mens. Terwijl de middeleeuwse mysticus zich in mystieke extase (raptus mysticus) tijdelijk met Jezus kon verenigen, bleef in de lutherse unio mystica de dialectische ongelijkheid tussen God en
mens bestaan. Zelfs de gerechtvaardigde lutherse gelovige kon vanwege Bachs ‘Matthäus Passion’ is heel duidelijk vanuit de lutherse passietheo- zijn principieel zondige aard immers niet volkomen met de Godmens logie geconcipieerd. Het lijdensverhaal wordt zowel in tekst als muziek als Christus verenigd worden. Een unio mystica zoals die in de katholieke bewijs van de overweldigende liefde van Jezus gerepresenteerd. Deze theologie werd voorgesteld - een transcendente vereniging waarin de interpretatie van de passie wordt met mystieke beeldspraak versterkt, grenzen tussen God en mens tijdelijk zijn opgeheven - was in de lutherse zodat de nadruk op de persoonlijke gevoelens van iedere gelovige komt te mystiek onbereikbaar: zelfs in deze mystieke vereniging bleef de mens liggen. menselijk en God goddelijk. Door deze theologische opvattingen ken- Een in dit opzicht heel bijzonder deel in de ‘Matthäus’ is de sopraanaria merkte de lutherse mystiek zich door ambivalente emoties. Hoewel het ‘Aus Liebe will mein Heiland sterben’ (nr 49), waarin de reactie op het vooruitzicht van een unio mystica met Jezus vreugdevol was, kon deze feit dat Christus zijn straf lijdzaam ondergaat gestalte krijgt. De tekst van pas na een christelijke levenswandel en een berouwvolle dood bereikt de aria concentreert zich geheel op de liefde van Christus, die volgens worden. De lutherse mystieke literatuur onderscheidt zich hierdoor van de Luthers theologie ten grondslag ligt aan het lijdensverhaal en die Jezus katholieke, middeleeuwse door haar donkerder, droeviger toon, die wordt tot zijn offergave aanzet. In de verklanking van deze tekst plaatst Bach veroorzaakt door het ambivalente verlangen naar een ‘vereniging van het de liefde muzikaal op de voorgrond door treurige en vreugdevolle af- onverenigbare’. fecten met elkaar te versmelten. Muzikale parameters die in de barokke Om deze gevoelens uit te drukken werden de bruid- en bruidegomsbeeld- muziektheorie met treurige affecten worden geassocieerd, zijn in deze spraak en de Hoogliedmetaforiek uit de middeleeuwse mystiek gecom- aria de mineurtoonsoort (a-klein), het langzame tempo, de vertragende bineerd met de barokke liefdespoëzie van het petrarkisme. Het petrar- syncopen en de bijna bewegingsloze melodie in de zangstem. Tegelij- kistische liefdesidioom, dat stoelde op de lyriek van Francesco Petrarca kertijd vormen echter de driekwartsmaat, de harmonische consonantie, (1304-1374), had de onmogelijke liefde voor een onbereikbare vrouw als de parallelle tertsen in de hobopartijen en de vloeiende bewegingen in belangrijkste thema. Liefde was voor de petrarkisten ‘dolce amaro’, bitter zestienden tussen fluit en sopraanstem uitdrukkingen van vreugde. De en zoet tegelijk, en de liefhebber was een vrijwillige gevangene van zijn voortdurende muzikale gelijktijdigheid van vreugde en droefenis die op eigen tegenstrijdige emoties. Omdat Jezus als de hemelse bruidegom deze manier ontstaat, vertegenwoordigt de paradoxale gevoelens die de voor de gelovige een net zo onbereikbare geliefde was als Laura voor de dood van Christus veroorzaakt: zijn sterven belooft leven, zijn liefde heeft petrarkisten, gebruikten de lutherse mystici voor het uitdrukken van de zowel vreugde als pijn tot gevolg. De meest opvallende tertsparallellen bitterzoete liefde voor Christus niet alleen Hoogliedmotieven en mys- in deze aria treden in op het tekstwoord ‘sterben’ in de maten 49-53. De tieke metaforen, maar ook petrarkistische metaforen en stijlmiddelen als schijnbare paradox tussen deze muzikale uitdrukkingsmiddelen van zoete paradoxen en oxymorons (zoals ‘aangenaam kwaad’, ‘ijskoud vuur’, ‘zoet emoties en liefde aan de ene kant en het tekstuele thema van Jezus’ dood lijden’). De liefde tussen de gelovige ziel en Christus werd op die manier aan de andere, correspondeert met de lutherse theologie van de passie: beschreven als een bitterzoete gemoedsbeweging, en Jezus als een ver- Christus’ dood werd daarin beschouwd als het resultaat en het bewijs van langende minnaar die aan het kruis een liefdesdood stierf. zijn liefde. Hoewel de tekst van deze aria geen directe verwijzingen naar de lutherse mystiek bevat, voegt Bach een mystieke dimensie toe aan zijn Christus als bruidegom: de passie als liefdesdood verklanking van de hier bezongen religieuze liefde. Net als de mystieke Omdat het lijden en sterven van Christus als het ultieme bewijs van dichters van zijn tijd drukt hij de liefde uit als een emotie die tegelijkertijd Gods liefde voor de mens werd beschouwd, vormde de liefde de kern bittere en zoete elementen heeft. van Martin Luthers passietheologie. Beschrijvingen van de passiege- De tekst van de altaria ‘Sehet, Jesus hat die Hand’ (nr 60) heeft een tradi- schiedenis in devotionele literatuur en poëzie concentreerden zich bijna tioneel mystiek beeld als thema. De gespreide armen van de gekruisigde uitsluitend op deze liefde. Omdat de liefde die Christus in de Passie aan Christus worden geïnterpreteerd als een uitnodiging tot de liefhebbende de mens bewees emotioneel ambivalent was, werd ook daarbij mystieke omarming van de hemelse bruidegom. Er is schijnbaar geen groter con- beeldspraak gecombineerd met motieven uit de wereldlijke liefdeslyriek. trast denkbaar tussen deze thematiek en die van het voorafgaande arioso De kruisiging betekende tegelijkertijd afscheid en verlossing, onverdiende ‘Ach Golgatha’. Terwijl het arioso de zogenaamde paradoxa passionalia in genade en vreugdevolle verzoening. De gelovige ervoer daarom bij de emotionele uitroepen en antithesen uitdrukt, worden dezelfde paradoxen lijdensgeschiedenis tegelijk berouw, vreugde en - bitterzoete - liefde. De in de aria eschatologisch uitgelegd als verzoening. De aardse zondaar lutherse liefdeslyriek, die was gebaseerd op een synthese van mystieke die in het arioso wordt versmaad, wordt in de aria door de Dochters van en petrarkistische idiomen, drukte precies deze affectieve ambiguïteit uit. Zion uitgenodigd om de mystieke omarming van de bruidegom binnen te
treden, te sterven en door de verzoening wederom te leven. mens en God was, werd hij ook wel als liefdesvereniging geïnterpreteerd. Hoewel Bach het inhoudelijke contrast tussen het lijden van Christus en de Mystieke theologen gingen nog een stap verder en beargumenteerden eschatologische heilsboodschap zo groot mogelijk maakt, zorgt hij er ook dat de liefdesvereniging met Jezus in het hart van de communicant een voor dat er constante factoren zijn die de beide thema’s zowel theolo- voorafspiegeling van de hemelse unio mystica vormde. Het avondmaal gisch als muzikaal met elkaar verbinden. Door het gebruik van consistente werd daarom vaak met de koninklijke bruiloft uit het Mattheus-evangelie muzikale middelen zoals het langzame tempo, de toonsoort Es-majeur, de vergeleken (Mt. 22). tertsparallellen tussen de beide oboe da caccia’s en de grote melodische intervallen in de alt- en continuopartij, onderstreept Bach de theologische In teksten over de communie worden de bruidsmetaforen en de petrarkis- verbinding tussen de twee delen. tische beeldspraak van de lutherse mystiek vanwege deze fysiologische Het onderliggende theologische thema is de liefde: in het arioso wordt aspecten van de avondmaalstheologie vaak aangevuld met zinnelijke de ultieme consequentie van de liefde uit de aria ‘Aus Liebe’ bezongen, beschrijvingen van de liefde. De mystieke liefdesvereniging in het avond- in de aria het uiteindelijke gevolg van diezelfde liefde. Uit liefde ondergaat maal doet hierdoor vaak erotisch aan. Het avondmaal wordt beschreven Christus de kruisiging, door deze liefde wordt de zondaar vergeven. Ook als een ‘liefdesmaal’ dat de liefde van Christus lijfelijk ‘inplant’ in het hart hier gaat het om een emotioneel ambivalente liefde - pijn en vreugde van de gelovige, waardoor hij in diens hart ‘woont’ en Christus en de liggen zelden zo dicht bij elkaar - die dichterlijk wordt versterkt met gelovige in liefde met elkaar ‘versmelten’. Het bekendste gedicht over dit behulp van de mystieke metafoor van de omhelzing. Om deze liefde uit te thema is ‘Wie schön leuchtet der Morgenstern’ door Philipp Nicolai, dat drukken maakt Bach ook hier gebruik van een combinatie van bittere en Johann Sebastian Bach meerdere malen heeft verklankt (bijvoorbeeld in zoete muzikale middelen. Het voortdurende paradoxale samengaan van de avondmaalscantates BWV1, 36, 37, 49, 61 en 172). Het gedicht is ge- consonante tertsparallellen met onverwacht grote melodische sprongen schreven vanuit het perspectief van de gelovige, die ziek is van verlangen en de combinatie van een sober, langzaam tempo met een vreugdevolle om in vlammende liefde met de hemelse bruidegom één te worden in het majeurtoonsoort drukken hier de liefde uit die de exegetische sleutel tot avondmaal. Deze liefde wordt in Hoogliedmetaforen beschreven als een het lutherse passiebegrip vormt. lelie en een robijn, het evangelie als melk en honing. De geestelijke voor- Tegen deze theologische achtergrond concentreert het arioso (nr 59) zich bereidingen op het avondmaal, door boetedoening en verlangen, wor- op de gruwelen van de kruisiging. De harmonische en melodische extre- den mystiek uitgelegd als het uitdossen en het versieren van een bruid men van dit deel tasten de grenzen van het barokke klankbeeld af. De dis- voor de bruiloft. Een bekend gedicht over dit thema van Johann Franck: sonantie van de sept- en sept-none-akkoorden, de chromatische bewe- ‘Schmücke dich, o liebe Seele’. Ook dit gedicht verschijnt regelmatig in ging van de continuopartij en de grote, melodisch dissonante intervallen Bachs werk (bijvoorbeeld in de gelijknamige cantate BWV180 en in de ‘Jo- in de altstem laten de voortdurende tertsparallellen in de hobo’s slechts hannes Passion’). Franck beschrijft hoe de ziel zich als een bruid tooit met bedrieglijk zoet klinken. liefdesverlangen, bitterzoete tranen, honger en dorst van liefde, opdat de In de aria ‘Sehet, Jesus hat die Hand’ (nr 60) ontspant de rusteloze stem- bruidegom ‘herberg kan houden’ in haar hart en zij zich in het avondmaal voering van het arioso zich in een consonante harmonie, met sext- en lijfelijk met God kan verenigen. kwintsextaccoorden en vloeiende melodielijnen. De stijgende majeur-drie- klanken van de basso continuo wijzen als het ware naar boven - ‘Sehet’ -, In het recitatief-en-aria-paar voor sopraan ‘Wiewol mein Herz in Tränen terwijl de tertsparallellen van de beide hobo’s de mystieke omhelzing in schwimmt’ en ‘Ich will dir mein Herze schenken’ (nrs 12-13) worden de cirkelende motieven, complementaire ritmes en stemkruisingen muzikaal passie- en avondmaalstheologie met elkaar verbonden. Het verdriet van afbeelden. de gelovige om het naderende afscheid van Christus vloeit direct over in dankbaarheid: Jezus laat de mens zijn lichaam en bloed als voortdurende Het avondmaal: de mystieke versmelting met Christus herinnering aan zijn liefde en als teken van de verzoening na. Deze dank- De lutherse theologie van de baroktijd beschreef het avondmaal als het baarheid gaat samen met mystieke liefde en met het verlangen naar de enige moment waarop de gelovige de aanwezigheid van Christus daad- liefdesvereniging met Christus in het avondmaal. Hierdoor ontstaat er een werkelijk aan den lijve kon ondervinden. Door de fysieke opname van het cumulatie van zintuiglijk beschreven emoties. Net als de bruid in Francks lichaam en het bloed van Christus in de gedaante van brood en wijn, kon ‘Schmücke dich’ weent de gelovige ziel tranen van berouwvolle liefde en de liefde uit de passie zich in het hart van de gelovige manifesteren. Hoe- verlangt ernaar Jezus’ liefde in haar hart te voelen vloeien, zodat gelovige wel het avondmaal strikt theologisch een vereniging in het geloof tussen en Jezus kunnen versmelten in mystieke eenwording. De metaforiek in
deze beide delen doet voor de hedendaagse luisteraar wellicht wat ge- De verschillende hier besproken delen uit Bachs ‘Matthäus Passion’ laten ëxalteerd aan, maar is karakteristiek voor de lutherse mystiek van Bachs zien hoe de liefde, die in de lutherse theologie van de baroktijd als de tijd. In Bachs verklankingen van deze teksten krijgen de bedroefdheid om basis voor het lijdensverhaal werd gezien, ook de muzikale leidraad voor het afscheid van Christus, de dankbaarheid om zijn offer uit liefde en de deze passieverklanking vormt. De mystieke elementen die in de tekst vreugde om de tijdelijke unio mystica in het avondmaal muzikaal gestalte. worden gebruikt ter emotionele intensivering krijgen een nauwgezette Net als in het arioso ‘Ach Golgatha’ en de aria ‘Sehet, Jesus hat die Hand’ muzikale uitdrukking. Bij de uitdrukking van mystieke liefde combineert worden ook dit recitatief en deze aria door gemeenschappelijke uitdruk- Bach de muzikale parameters van liefdespijn op een dusdanige manier kingsmiddelen muzikaal met elkaar verbonden. Ook hier is de rouwende met die van liefdesvreugde, dat er een muzikaal amalgaan van bitterzoete liefde tot de stervende Jezus het overkoepelende tekstuele thema, dat affecten ontstaat. Bachs consistent bitterzoete uitdrukking van de liefde in hier vooral in het rustige tempo, en de tertsparallellen en cirkelende bewe- de ‘Matthäus Passion’ verleent het werk een muzikale coherentie die cor- gingen van de oboe d’amore-partijen naar voren komt. respondeert met de opvattingen over religieuze liefde uit zijn tijd. Terwijl In het recitatief ligt binnen dit affectieve kader de nadruk op de ambiva- het barokke liefdesbegrip tegelijk bitter en zoet was, betekende de kruisi- lente gevoelens van rouw en dankbare liefde van de gelovige ziel bij het ging van Christus tegelijk dood en leven: ‘Drum muß uns sein verdienstlich laatste avondmaal. Terwijl de dalende melodieën de rouw om het afscheid Leiden recht bitter und doch süße sein’. representeren, vormen de parallelle triolen in de hobopartijen een schil- dering van de liefdestranen van de gelovige. De modulatie in het recitatief Isabella van Elferen, in opdracht van De Nederlandse Bachvereniging. van e-mineur naar C-majeur wijst muzikaal op de theologische betekenis van het sterven van Christus en zijn testament in het avondmaal. Welis- waar stemmen de gebeurtenissen tijdelijk treurig (mineur), maar uiteinde- lijk leiden ze tot bevrijding en verzoening (majeur). De aria ‘Ich will dir mein Herze schenken’ concentreert zich op de fysiolo- gische werking van het avondmaal, de mystieke versmelting van Christus en gelovige tijdens dit ‘liefdesmaal’. Door - wederom - een combinatie van tegengestelde affectieve middelen creëert Bach een muzikale vooraf- beelding van deze liefdesvereniging. Een hele reeks aan contrasterende parameters klinkt hier tegelijkertijd: terwijl het andante tempo, de sextak- koorden, de syncopische ritmes en dalende melodieën van de sopraan- stem het verlangen van de gelovige ziel naar Jezus uitdrukken, geven de dansante 6/8-maat, de consonante majeurharmonie, de tertsparallellen en de cirkelende motieven de vreugde over het samenzijn gestalte. In de be- ginmaten van de aria drukken de parallelle cirkelbewegingen van de oboe d’amore’s in combinatie met de stijgende motieven van de basso continuo de vreugde over het samenzijn in liefde uit, terwijl de dalende syncopen in de zangpartij het tempo lijken te vertragen voor een schildering van de smeekbede aan Christus. Deze aria laat zien hoe behalve de bitterzoete ook de zinnelijke aspecten van de mystieke liefde in Bachs compositie- techniek muzikaal gestalte kregen. Door de inzet van dalende motieven op ‘senke dich hinein’ tegen de affectieve achtergrond van liefde in alle muzi- kale parameters, vormt de aria ‘Ich will dir mein Herze schenken’ een muzi- kale aanvulling op de avondmaalservaring van de individuele gelovige. De liefde van Christus kan zo niet alleen door eten en drinken, maar ook door middel van luisteren lijfelijk in het hart van de gelovige ‘ingeplant’ worden, zodat beide zichzelf tijdelijk in mystieke vereniging konden verliezen.
Johann Sebastian Bach Sonst müßten wir verzagen. Passio Domini nostri J.C. secundum Evangelistam Zion Matthaem Poesia Dominum Henrici alias Picander dictus Sehet ihn aus Lieb und Huld Holz zum Kreuze selber tragen. Eerste deel Koraal Erbarm dich unser o Jesu! Koor (Zion en de gelovigen) Evangelist Zion Da Jesus diese Rede vollendet hatte, Kommt, ihr Töchter, helft mir klagen... sprach er zu seinen Jüngern: Sehet! Jezus Gelovige Ihr wisset, daß nach zween Tagen Ostern wird, Wen? und des Menschen Sohn wird überantwortet werden, Zion daß er gekreuziget werde. ...den Bräutigam. Sehet ihn... Koraal Gelovige Herzliebster Jesu, was hast du verbrochen, Wie? Daß man ein solch scharf Urteil hat gesprochen? Was ist die Schuld? In was für Missetaten bist du geraten? Zion ...als wie ein Lamm. Evangelist Da versammleten sich die Hohenpriester und Schriftgelehrten Koraal und die Ältesten im Volk in den Palast des Hohenpriesters, O Lamm Gottes unschuldig der da hieß Kaiphas. Am Stamm des Kreuzes geschlachtet Und hielten Rat, wie sie Jesum mit Listen griffen und töteten. Zion Sie sprachen aber: Sehet! Koor Gelovige Ja nicht auf das Fest, auf daß nicht ein Aufruhr werde im Volk. Was? Evangelist Zion Da nun Jesus war zu Bethanien, Seht die Geduld. im Hause Simonis, des Aussätzigen, Koraal trat zu ihm ein Weib, Allzeit erfunden geduldig das hatte ein Glas mit köstlichem Wasser, Wiewohl du warest verachtet. und goß es auf sein Haupt, da er zu Tische saß. Da das seine Jünger sahen, wurden sie unwillig und sprachen: Zion Seht... Koor Wozu dienet dieser Unrat? Gelovige Dieses Wasser hätte mögen teuer verkauft Wohin? und den Armen gegeben werden. Zion Evangelist ...auf unsre Schuld; Da das Jesus merkete, sprach er zu ihnen: Koraal All’ Sünd hast du getragen,
Jezus Droht den Pfleger zu ermorden, Was bekümmert ihr das Weib? Denn es ist zur Schlange worden. Sie hat ein gut Werk an mir getan. Evangelist Ihr habet allezeit Armen bei euch, Aber am ersten Tage der süßen Brot mich aber habt ihr nicht allezeit. traten die Jünger zu Jesu und sprachen zu ihm: Daß sie dies Wasser hat auf meinen Leib gegossen, Koor hat sie getan, daß man mich begraben wird. Wahrlich, ich sage euch: Wo willst du, daß wir dir bereiten, Wo dies Evangelium geprediget wird in der ganzen Welt, das Osterlamm zu essen? da wird man auch sagen zu ihrem Gedächtnis, Evangelist was sie getan hat. Er sprach: Recitatief (alt) Jezus Du lieber Heiland du, Gehet hin in die Stadt zu einem, Wenn deine Jünger töricht streiten, und sprecht zu ihm: Daß dieses fromme Weib Der Meister lässt dir sagen: Mit Salben deinen Leib Meine Zeit ist hier, ich will bei dir die Zum Grabe will bereiten, Ostern halten mit meinen Jüngern. So lasse mir inzwischen zu, Evangelist Von meiner Augen Tränenflüssen Und die Jünger täten, wie ihnen Jesus befohlen hatte, Ein Wasser auf dein Haupt zu gießen. und bereiteten das Osterlamm. Aria (alt) Und am Abend satzte er sich zu Tische mit den Zwölfen. Buß und Reu Und da sie aßen, sprach er: Knirscht das Sündenherz entzwei, Jezus Daß die Tropfen meiner Zähren Wahrlich, ich sage euch: Angenehme Spezerei, Einer unter euch wird mich verraten. Treuer Jesu, dir gebären. Evangelist Evangelist Und sie wurden sehr betrübt, Da ging hin der Zwölfen einer, und huben an, ein jeglicher unter ihnen mit Namen Judas Ischarioth, und sagten zu ihm: zu den Hohenpriestern und sprach: Koor Judas Herr, bin ich’s? Was wollt ihr mir geben? Koraal Ich will ihn euch verraten. Ich bin’s, ich sollte büßen, Evangelist An Händen und an Füßen Und sie boten ihm dreißig Silberlinge. Gebunden in der Höll’! Und von dem an suchte er Gelegenheit, Die Geißeln und die Banden, daß er ihn verriete. Und was du ausgestanden, Aria (sopraan) Das hat verdienet meine Seel’. Blute nur, du liebes Herz! Evangelist Ach, ein Kind, das du erzogen, Er antwortete und sprach: Das an deiner Brust gesogen,
Jezus Der mit der Hand mit mir in die Schüssel tauchet, Aria (sopraan) der wird mich verraten. Ich will dir mein Herze schenken, Des Menschen Sohn gehet zwar dahin, Senke dich, mein Heil, hinein. wie von ihm geschrieben stehet; doch wehe dem Menschen, Ich will mich in dir versenken, durch welchen des Menschen Sohn verraten wird. Ist dir gleich die Welt zu klein, Es wäre ihm besser, daß derselbige Mensch noch nie geboren wäre. Ei, so sollst du mir allein Evangelist Mehr als Welt und Himmel sein. Da antwortete Judas, der ihn verriet, und sprach: Evangelist Judas Und da sie den Lobgesang gesprochen hatten, Bin ich’s, Rabbi? gingen sie hinaus an den Ölberg. Da sprach Jesus zu ihnen: Evangelist Jezus Er sprach zu ihm: In dieser Nacht werdet ihr euch alle ärgern an mir, Jezus denn es stehet geschrieben: Du sagtest’s. Ich werde den Hirten schlagen, Evangelist und die Schafe der Herde werden sich zerstreuen. Da sie aber aßen, nahm Jesus das Brot, Wenn ich aber auferstehe, dankete und brach’s, will ich vor euch hingehen in Galiläam. und gab’s den Jüngern und sprach: Koraal Jezus Erkenne mich, mein Hüter, Nehmet, esset, das ist mein Leib. Mein Hirte, nimm mich an! Evangelist Von dir, Quell aller Güter, Und er nahm den Kelch, und dankete, Ist mir viel Gut’s getan. gab ihnen den, und sprach: Dein Mund hat mich gelabet Mit Milch und süßer Kost, Jezus Dein Geist hat mich begabet Trinket alle daraus, das ist mein Blut des neuen Testaments, Mit mancher Himmelslust. welches vergossen wird für viele, zur Vergebung der Sünden. Evangelist Ich sage euch: Ich werde von nun an nicht mehr von diesem Gewächs des Weinstocks trinken, Petrus aber antwortete und sprach zu ihm: bis an den Tag, da ich’s neu trinken werde mit euch in meines Petrus Vaters Reich. Wenn sie auch alle sich an dir ärgerten, Recitatief (sopraan) so will ich doch mich nimmermehr ärgern. Wiewohl mein Herz in Tränen schwimmt, Evangelist Daß Jesus von mir Abschied nimmt, Jesus sprach zu ihm: So macht mich doch sein Testament erfreut: Jezus Sein Fleisch und Blut, o Kostbarkeit, Wahrlich, ich sage dir: In dieser Nacht, Vermacht er mir in meine Hände. ehe der Hahn krähet, wirst du mich dreimal verleugnen. Wie er es auf der Welt mit denen Seinen Evangelist Nicht böse können meinen, So liebt er sie bis an das Ende. Petrus sprach zu ihm:
Petrus Gelovige Und wenn ich mit dir sterben müßte, Ich, ach Herr Jesu, habe dies verschuldet, was du erduldet! so will ich dich nicht verleugnen. Solo Evangelist Ach! könnte meine Liebe dir, Desgleichen sagten auch alle Jünger. Mein Heil, dein Zittern und dein Zagen. Vermindern oder helfen tragen, Koraal Wie gerne blieb’ ich hier! Ich will hier bei dir stehen, Verachte mich doch nicht! Aria (tenor, tweestemmig koor) Von dir will ich nicht gehen, Zion Wenn dir dein Herze bricht. Ich will bei meinem Jesu wachen. Wann dein Herz wird erblassen Gelovige Im letzten Todesstoß, So schlafen unsre Sünden ein. Alsdenn will ich dich fassen In meinen Arm und Schoß. Zion Meinen Tod büßet seine Seelennot Evangelist Sein Trauren machet mich voll Freuden. Da kam Jesus mit ihnen zu einem Hofe, der hieß Gethsemane, und sprach zu seinen Jüngern: Gelovige Drum muß uns sein verdienstlich Leiden Jezus recht bitter und doch süße sein. Setzet euch hie, bis daß ich dort hingehe und bete. Evangelist Evangelist Und ging hin ein wenig, fiel nieder auf sein Angesicht, Und nahm zu sich Petrum und die zween Söhne Zebedäi, und betete und sprach: und fing an zu trauern und zu zagen. Da sprach Jesus zu ihnen: Jezus Mein Vater, ist’s möglich, so gehe dieser Kelch von mir; Jezus doch nicht wie ich will, sondern wie du willst. Meine Seele ist betrübt bis an den Tod, bleibet hie, und wachet mit mir. Recitatief (bas) Der Heiland fällt vor seinem Vater nieder. Recitatief (tenor, tweestemmig koor) Dadurch erhebt er mich und alle von unserm Falle Zion Hinauf zu Gottes Gnade wieder. O Schmerz! Hier zittert das gequälte Herz! Er ist bereit. Wie sinkt es hin, wie bleicht sein Angesicht! Den Kelch, des Todes Bitterkeit zu trinken, Gelovige In welchen Sünden dieser Welt Was ist die Ursach’ aller solcher Plagen? Gegossen sind und häßlich stinken, Weil es dem lieben Gott gefällt. Zion Der Richter führt ihn vor Gericht, da ist kein Trost, kein Helfer nicht. Gelovige Ach, meine Sünden haben dich geschlagen! Zion Er leidet alle Höllenqualen, Er soll vor fremden Raub bezahlen.
Aria (bas) Siehe, die Stunde ist hie, Gerne will ich mich bequemen daß des Menschen Sohn in der Sünder Hände überantwortet wird. Kreuz und Becher anzunehmen, Stehet auf, lasset uns gehen; siehe, er ist da, der mich Trink ich doch dem Heiland nach. verrät. Denn sein Mund, Evangelist Der mit Milch und Honig fließet, Und als er noch redete, siehe, da kam Judas, Hat den Grund der Zwölfen einer, und mit ihm eine große Schar, Und des Leidens herbe Schmach mit Schwerten und mit Stangen, Durch den ersten Trunk versüßet. von den Hohenpriestern und Ältesten des Volks. Evangelist Und der Verräter hatte ihnen ein Zeichen gegeben und gesagt: Und er kam zu seinen Jüngern, Welchen ich küssen werde, der ist’s, den greifet. und fand sie schlafend, und sprach zu ihnen: Und alsbald trat er zu Jesu und sprach: Jezus Judas Könnet ihr denn nicht eine Stunde mit mir wachen? Gegrüßet seist du, Rabbi! Wachet und betet, daß ihr nicht in Anfechtung fallet. Evangelist Der Geist ist willig, aber das Fleisch ist schwach. Und küssete ihn. Jesus aber sprach zu ihm: Evangelist Jezus Zum andern Mal ging er hin, betete und sprach: Mein Freund, warum bist du kommen? Jezus Evangelist Mein Vater, ist’s nicht möglich, Da traten sie hinzu, daß dieser Kelch von mir gehe, und legten die Hände an Jesum, und griffen ihn. ich trinke ihn denn; so geschehe dein Wille. Aria (sopraan, altus, koor) Koraal Zion Was mein Gott will, das g’scheh’ allzeit, Sein Will, der ist der beste, So ist mein Jesus nun gefangen. Zu helfen den’n er ist bereit, Gelovige Die an ihn glauben feste, Laßt ihn, haltet, bindet nicht! Er hilft aus Not, Zion Der fromme Gott, Mond und Licht Und züchtiget mit Maßen. Ist vor Schmerzen untergangen, Wer Gott vertraut, Weil mein Jesus ist gefangen. Fest auf ihn baut, Gelovige Den will er nicht verlassen. Laßt ihn, haltet, bindet nicht! Evangelist Zion Und er kam und fand sie aber schlafend, und ihre Augen waren voll Schlafs. Sie führen ihn, er ist gebunden. Und er ließ sie, und ging abermal hin und Koor betete zum drittenmal, und redete dieselbigen Worte. Sind Blitze, sind Donner in Wolken verschwunden? Da kam er zu seinen Jüngern und sprach zu ihnen: Eröffne den feurigen Abgrund, o Hölle; Jezus Zertrümmre, verderbe, verschlinge, zerschelle Ach! wollt ihr nun schlafen und ruhen? Mit plötzlicher Wut Den falschen Verräter, das mördrische Blut!
Evangelist Tweede deel Und siehe, einer aus denen, die mit Jesu waren, reckete die Hand aus Aria (altus, koor) und schlug des Hohenpriesters Knecht Zion und hieb ihm ein Ohr ab. Ach! nun ist mein Jesus hin! Da sprach Jesus zu ihm: Gelovige Jezus Wo ist denn dein Freund hingegangen, Stecke dein Schwert an seinen Ort; o du Schönste unter den Weibern? denn wer das Schwert nimmt, der soll durchs Schwert umkommen. Oder meinest du, daß ich nicht könnte meinen Vater bitten, Zion daß er mir zuschickte mehr denn zwölf Legion Engel? Ist es möglich, kann ich schauen? Wie würde aber die Schrift erfüllet? Es muß also gehen. Gelovige Evangelist Wo hat sich dein Freund hingewandt? Zu der Stund’ sprach Jesus zu den Scharen: Zion Jezus Ach! mein Lamm in Tigerklauen! Ihr seid ausgegangen als zu einem Mörder, Ach! wo ist mein Jesus hin? mit Schwerten und mit Stangen, mich zu fahen; Gelovige bin ich doch täglich bei euch gesessen So wollen wir mit dir ihn suchen. und habe gelehret im Tempel, Zion und ihr habt mich nicht gegriffen. Ach! was soll ich der Seele sagen, Aber das ist alles geschehen, Wenn sie mich wird ängstlich fragen? daß erfüllet würden die Schriften der Propheten. Ach! wo ist mein Jesus hin? Evangelist Evangelist Da verließen ihn alle Jünger und flohen. Die aber Jesum gegriffen hatten, Koraal führeten ihn zu dem Hohenpriester Kaiphas, O Mensch, bewein’ dein Sünde groß; dahin die Schriftgelehrten und Ältesten sich versammlet hatten. Darum Christus sein’s Vaters Schoß Petrus aber folgete ihm nach von ferne, Äußert und kam auf Erden; bis in den Palast des Hohenpriesters; Von einer Jungfrau rein und zart und ging hinein und satzte sich bei die Knechte, für uns er hie geboren ward, auf daß er sähe, wo es hinaus wollte. Er wollt’ der Mittler werden. Die Hohenpriester aber und Ältesten, Den Toten er das Leben gab, und der ganze Rat, suchten falsches Zeugnis wider Jesum, Und legt’ darbei all’ Krankheit ab, auf daß sie ihn töteten; und funden keines. Bis sich die Zeit herdrange, Koraal Daß er für uns geopfert würd’, Mir hat die Welt trüglich gericht’ Trüg’ unser Sünden schwere Bürd’ Mit Lügen und mit falschem G’dicht, Wohl an dem Kreuze lange. Viel Netz und heimlich Stricken. Herr, nimm mein wahr in dieser G’fahr, B’hüt mich vor falschen Tücken. pauze
Evangelist Jezus Und wiewohl viel falsche Zeugen herzutraten, Du sagest’s. Doch sage ich euch: funden sie doch keins. Von nun an wird’s geschehen, daß ihr sehen Zuletzt traten herzu zween falsche Zeugen, und sprachen: werdet des Menschen Sohn sitzen zur Rechten der Kraft, Getuigen und kommen in den Wolken des Himmels. Er hat gesagt: Evangelist Ich kann den Tempel Gottes abbrechen und Da zerriß der Hohepriester seine Kleider, und sprach: in dreien Tagen denselben bauen. Pontifex Evangelist Er hat Gott gelästert. Und der Hohepriester stand auf Was dürfen wir weiter Zeugnis? und sprach zu ihm: Siehe, jetzt habt ihr seine Gotteslästerung gehöret. Pontifex Was dünket euch? Antwortest du nichts zu dem, Evangelist das diese wider dich zeugen? Sie antworteten und sprachen: Evangelist Koor Aber Jesus schwieg stille. Er ist des Todes schuldig! Recitatief (tenor) Evangelist Mein Jesus schweigt zu falschen Lügen stille, Da speieten sie aus in sein Angesicht, Um uns damit zu zeigen, und schlugen ihn mit Fäusten. Daß sein erbarmungsvoller Wille Etliche aber schlugen ihn ins Angesicht, und sprachen: Vor uns zum Leiden sei geneigt, Koor Und daß wir in der gleichen Pein Weissage uns, Christe, wer ist’s, der dich schlug? Ihm sollen ähnlich sein, Koraal Und in Verfolgung stille schweigen. Wer hat dich so geschlagen, Aria (tenor) Mein Heil, und dich mit Plagen Geduld, Geduld! So übel zugericht’? Wenn mich falsche Zungen stechen. Du bist ja nicht ein Sünder, Leid’ ich wider meine Schuld Wie wir und unsre Kinder; Schimpf und Spott, Von Missetaten weißt du nicht. Ei! so mag der liebe Gott Evangelist Meines Herzens Unschuld rächen. Petrus aber saß draußen im Palast; Evangelist und es trat zu ihm eine Magd, und sprach: Und der Hohepriester antwortete, Dienster und sprach zu ihm: Und du warest auch mit dem Jesu aus Galiläa. Pontifex Evangelist Ich beschwöre dich bei dem lebendigen Gott, daß du uns sagtest, ob du seiest Christus, der Sohn Gottes? Er leugnete aber vor ihnen allen, und sprach: Petrus Evangelist Jesus sprach zu ihm: Ich weiß nicht, was du sagest.
Evangelist Evangelist Als er aber zur Tür hinausging, sahe ihn eine andere, Des Morgens aber hielten alle Hohenpriester und sprach zu denen, die da waren: und die Ältesten des Volkes einen Rat über Jesum, Dienster daß sie ihn töteten. Dieser war auch mit dem Jesu von Nazareth. Und bunden ihn, führeten ihn hin, und überantworteten ihn dem Landpfleger Pontio Pilato. Evangelist Da das sahe Judas, der ihn verraten hatte, Und er leugnete abermal und schwur dazu: daß er verdammt war zum Tode, gereuete es ihn, Petrus und brachte her wieder die dreißig Silberlinge Ich kenne des Menschen nicht. den Hohenpriestern und Ältesten, und sprach: Evangelist Judas Und über eine kleine Weile traten hinzu, Ich habe übel getan, daß ich unschuldig Blut verraten habe. die da stunden, und sprachen zu Petro: Evangelist Koor Sie sprachen: Wahrlich, du bist auch einer von denen, Koor denn deine Sprache verrät dich. Was gehet uns das an? Da siehe du zu! Evangelist Evangelist Da hub er an sich zu verfluchen und zu schwören: Und er warf die Silberlinge in den Tempel, Petrus hub sich davon, ging hin, und erhängete sich selbst. Ich kenne des Menschen nicht. Aber die Hohenpriester nahmen die Silberlinge, und sprachen: Evangelist Pontifex Und alsbald krähete der Hahn. Es taugt nicht, daß wir sie in den Gotteskasten legen, Da dachte Petrus an die Worte Jesu, denn es ist Blutgeld. da er zu ihm sagte: ehe der Hahn krähen wird, Aria (bas) wirst du mich dreimal verleugnen. Gebt mir meinen Jesum wieder! Und ging heraus, und weinete bitterlich. Seht, das Geld, den Mörderlohn, Aria (alt) Wirft euch der verlorne Sohn Erbarme dich Zu den Füßen nieder. Mein Gott, um meiner Zähren willen; Evangelist Schaue hier, Sie hielten aber einen Rat, Herz und Auge weint vor dir und kauften einen Töpfersacker darum, zum Begräbnis der Pilger. Bitterlich. Daher ist derselbige Acker genennet der Blutacker, Koraal bis auf den heutigen Tag. Bin ich gleich von dir gewichen, Da ist erfüllet, das gesagt ist durch den Propheten Jeremias, Stell’ ich mich doch wieder ein; da er spricht: Sie haben genommen dreißig Silberlinge, Hat uns doch dein Sohn verglichen damit bezahlet ward der Verkaufte, Durch sein’ Angst und Todespein. welchen sie kauften von den Kindern Israel; Ich verleugne nicht die Schuld, und haben sie gegeben um einen Töpfersacker, Aber deine Gnad’ und Huld als mir der Herr befohlen hat. Ist viel größer als die Sünde, Jesus aber stund vor dem Landpfleger, Die ich stets in mir befinde. und der Landpfleger fragte ihn, und sprach:
Pilatus Vrouw van Pilatus Bist du der Jüden König? Habe du nichts zu schaffen mit diesem Gerechten, Evangelist ich habe heute viel erlitten im Traum von seinetwegen. Jesus aber sprach zu ihm: Evangelist Jezus Aber die Hohenpriester und die Ältesten überredeten das Volk, Du sagest’s. daß sie um Barrabam bitten sollten, und Jesum umbrächten. Evangelist Da antwortete nun der Landpfleger, und sprach zu ihnen: Und da er verklagt ward von den Hohenpriestern und Ältesten, antwor- Pilatus tete er nichts. Da sprach Pilatus zu ihm: Welchen wollt ihr unter diesen zweien, den ich euch soll losgeben? Pilatus Evangelist Hörest du nicht, wie hart sie dich verklagen? Sie sprachen: Evangelist Koor Und er antwortete ihm nicht auf ein Wort, also, daß sich auch der Landpfleger sehr verwunderte. Barrabam! Evangelist Koraal Befiehl du deine Wege Pilatus sprach zu ihnen: Und was dein Herze kränkt Pilatus Der allertreusten Pflege Was soll ich denn machen mit Jesu, Des, der den Himmel lenkt, von dem gesagt wird, er sei Christus? Der Wolken, Luft und Winden Evangelist Gibt Wege, Lauf und Bahn, Sie sprachen alle: Der wird auch Wege finden, Koor Da dein Fuß gehen kann. Laß ihn kreuzigen. Evangelist Koraal Auf das Fest aber hatte der Landpfleger Gewohnheit, dem Volk einen Gefangenen loszugeben, welchen sie wollten. Wie wunderbarlich ist doch diese Strafe! Er hatte aber zu der Zeit einen Gefangenen, Der gute Hirte leidet für die Schafe; einen sonderlichen vor andern, der hieß Barrabas. Die Schuld bezahlt der Herre, der Gerechte, Und da sie versammlet waren, sprach Pilatus zu ihnen: Für seine Knechte! Evangelist Pilatus Welchen wollet ihr, daß ich euch losgebe? Der Landpfleger sagte: Barrabam, oder Jesum, von dem gesaget wird, er sei Pilatus Christus. Was hat er denn Übels getan? Evangelist Denn er wußte wohl, daß sie ihn aus Neid überantwortet hatten. Und da er auf dem Richtstuhl saß, schickete sein Weib zu ihm, und ließ ihm sagen:
Recitatief (sopraan) Ach ja, ihr habt ein Herz, Er hat uns allen wohlgetan. Das muß der Martersäule gleich, Den Blinden gab er das Gesicht, Und noch viel härter sein. Die Lahmen macht er gehend; Erbarmt euch, haltet ein! Er sagt’ uns seines Vaters Wort, Aria (alt) Er trieb die Teufel fort; Können Tränen meiner Wangen Betrübte hat er aufgericht’t; Nichts erlangen, Er nahm die Sünder auf und an; Oh, so nehmt mein Herz hinein! Sonst hat mein Jesus nichts getan. Aber laßt es bei den Fluten, Aria (sopraan) Wenn die Wunden milde bluten, Aus Liebe will mein Heiland sterben, Auch die Opferschale sein. Von einer Sünde weiß er nichts, Evangelist Daß das ewige Verderben Da nahmen die Kriegsknechte des Landpflegers Und die Strafe des Gerichts Jesum zu sich in das Richthaus, Nicht auf meiner Seele bliebe. und sammleten über ihn die ganze Schar; Evangelist und zogen ihn aus, Sie schrieen aber noch mehr, und sprachen: und legeten ihm einen Purpurmantel an; Koor und flochten eine Dornenkrone, Laß ihn kreuzigen. und setzten sie auf sein Haupt, und ein Rohr in seine rechte Hand, Evangelist und beugeten die Knie vor ihm, Da aber Pilatus sahe, daß er nichts schaffete, und spotteten ihn, und sprachen: sondern daß ein viel größer Getümmel ward, Koor nahm er Wasser, und wusch die Hände vor dem Volk, und sprach: Gegrüßet seist du, Jüdenkönig! Pilatus Evangelist Ich bin unschuldig an dem Blut dieses Gerechten, sehet ihr zu. Und speieten ihn an, und nahmen das Rohr, Evangelist und schlugen damit sein Haupt. Da antwortete das ganze Volk, und sprach: Koor Sein Blut komme über uns und unsre Kinder. Evangelist Da gab er ihnen Barrabam los; aber Jesum ließ er geißeln, und überantwortete ihn, daß er gekreuziget würde. Recitatief (alt) Erbarm es Gott! Hier steht der Heiland angebunden. O Geißelung, o Schläg’, o Wunden! Ihr Henker, haltet ein! Erweichet euch der Seelen Schmerz, Der Anblick solches Jammers nicht?
Koraal auf daß erfüllet würde, das gesagt ist durch den Propheten: O Haupt voll Blut und Wunden, Sie haben meine Kleider unter sich geteilet, Voll Schmerz und voller Hohn! und über mein Gewand haben sie das Los geworfen. O Haupt zu Spott gebunden Und sie saßen allda, und hüteten sein. Mit einer Dornenkron! Und oben zu seinem Haupte hefteten sie die O Haupt, sonst schön gezieret Ursach seines Todes beschrieben, nämlich: Mit höchster Ehr’ und Zier, Dies ist Jesus, der Jüden König. Jetzt aber hoch schimpfieret: Und da wurden zween Mörder mit ihm gekreuziget, Gegrüßet seist du mir! einer zur Rechten, und einer zur Linken. Du edles Angesichte, Die aber vorübergingen, lästerten ihn, Vor dem sonst schrickt und scheut und schüttelten ihre Köpfe, und sprachen: Das große Weltgewichte, Koor Wie bist du so bespeit! Der du den Tempel Gottes zerbrichst, Wie bist du so erbleichet, und bauest ihn in dreien Tagen, hilf dir selber. Wer hat dein Augenlicht, Bist du Gottes Sohn, so steig herab vom Kreuz. Dem sonst kein Licht nicht gleichet, Evangelist So schändlich zugericht’t? Desgleichen auch die Hohenpriester spotteten sein, Evangelist samt den Schriftgelehrten und Ältesten, und sprachen: Und da sie ihn verspottet hatten, Koor zogen sie ihm den Mantel aus, und zogen ihm seine Kleider an, Andern hat er geholfen, und kann ihm selber nicht helfen. und führeten ihn hin, daß sie ihn kreuzigten. Ist er der König Israels, so steige er nun vom Kreuz, Und indem sie hinausgingen, so wollen wir ihm glauben. funden sie einen Menschen von Kyrene, mit Namen Simon; Er hat Gott vertrauet, der erlöse ihn nun, lüstet’s ihn; den zwungen sie, daß er ihm sein Kreuz trug. denn er hat gesagt: Ich bin Gottes Sohn. Evangelist Recitatief (bas) Ja freilich will in uns das Fleisch und Blut Desgleichen schmäheten ihn auch die Mörder, Zum Kreuz gezwungen sein; die mit ihm gekreuziget waren. Je mehr es unsrer Seele gut, Recitatief (alt) Je herber geht es ein. Ach, Golgatha, unsel’ges Golgatha! Aria (bas) Der Herr der Herrlichkeit muß schimpflich Komm, süßes Kreuz, so will ich sagen, hier verderben, Mein Jesu, gib es immer her! Der Segen und das Heil der Welt Wird mir mein Leiden einst zu schwer, Wird als ein Fluch ans Kreuz gestellt. So hilfst du mir es selber tragen. Der Schöpfer Himmels und der Erden Soll Erd’ und Luft entzogen werden; Evangelist Die Unschuld muß hier schuldig sterben: Und da sie an die Stätte kamen mit Namen Golgatha, Das gehet meiner Seele nah; das ist verdeutschet Schädelstätt’, Ach Golgatha, unsel’ges Golgatha! gaben sie ihm Essig zu trinken mit Gallen vermischet; und da er’s schmeckete, wollte er’s nicht trinken. Da sie ihn aber gekreuziget hatten, teilten sie seine Kleider, und wurfen das Los darum;
Aria (alt, koor) Koor Zion Halt, laß sehen, ob Elias komme und ihm helfe? Sehet, Jesus hat die Hand, Evangelist Uns zu fassen ausgespannt; Aber Jesus schriee abermals laut, und verschied. Kommt! Koraal Gelovige Wenn ich einmal soll scheiden, Wohin? So scheide nicht von mir! Zion Wenn ich den Tod soll leiden, In Jesu Armen So tritt du dann herfür! Sucht Erlösung, nehmt Erbarmen, Wenn mir am allerbängsten Suchet! Wird um das Herze sein, So reiß mich aus den Ängsten Gelovige Kraft deiner Angst und Pein! Wo? Evangelist Zion Und siehe da, der Vorhang im Tempel zerriß in zwei Stück, In Jesu Armen. Lebet, sterbet, ruhet hier, von oben an bis unten aus. Ihr verlass’nen Küchlein ihr, Und die Erde erbebete, und die Felsen zerrissen, Bleibet! und die Gräber täten sich auf, Gelovige und stunden auf viel Leiber der Heiligen, die da schliefen; Wo? und gingen aus den Gräbern nach seiner Auferstehung, Zion und kamen in die heilige Stadt, und erschienen vielen. In Jesu Armen. Aber der Hauptmann, und die bei ihm waren, und bewahreten Jesum, da sie sahen das Erdbeben und was da geschah, Evangelist erschraken sie sehr und sprachen: Und von der sechsten Stunde an ward eine Finsternis Koor über das ganze Land, bis zu der neunten Stunde. Und um die neunte Stunde schriee Jesus laut, und sprach: Wahrlich, dieser ist Gottes Sohn gewesen. Evangelist Jezus Eli, Eli, lama asabthani? Und es waren viel Weiber da, die von ferne zusahen, die da waren nachgefolget aus Galiläa, und hatten ihm gedienet; Evangelist unter welchen war Maria Magdalena und Maria, Das ist: Mein Gott, mein Gott, die Mutter Jacobi und Joses, und die Mutter der Kinder Zebedäi. warum hast du mich verlassen? Am Abend aber kam ein reicher Mann von Arimathia, Etliche aber, die da stunden, der hieß Joseph, welcher auch ein Jünger Jesu war. da sie das höreten, sprachen sie: Der ging zu Pilato, und bat ihn um den Leichnam Jesu. Koor Da befahl Pilatus, man sollte ihm ihn geben. Der rufet dem Elias. Evangelist Und bald lief einer unter ihnen, nahm einen Schwamm, und füllete ihn mit Essig, und steckete ihn auf ein Rohr, und tränkete ihn. Die andern aber sprachen:
Recitatief (bas) Evangelist Am Abend da es kühle war, Sie gingen hin, und verwahreten das Grab mit Hütern, Ward Adams Fallen offenbar. und versiegelten den Stein. Am Abend drücket ihn der Heiland nieder. Recitatief (sopraan, alt, tenor, bas, koor) Am Abend kam die Taube wieder, Zion Und trug ein Ölblatt in dem Munde. O schöne Zeit! O Abendstunde! Nun ist der Herr zur Ruh gebracht. Der Friedensschluß ist nun mit Gott gemacht, Gelovige Denn Jesus hat sein Kreuz vollbracht. Mein Jesu, gute Nacht! Sein Leichnam kömmt zur Ruh. Zion Ach! liebe Seele, bitte du, Die Müh’ ist aus, die unsre Sünden ihm gemacht. Geh, lasse dir den toten Jesum schenken, Gelovige O heilsames, o köstlich’s Angedenken! Mein Jesu, gute Nacht! Aria (bas) Zion Mache dich, mein Herze, rein, Ich will Jesum selbst begraben. O selige Gebeine Denn er soll nunmehr in mir Seht, wie ich euch mit Buß und Reu beweine, Für und für Daß euch mein Fall in solche Not gebracht. Seine süße Ruhe haben. Gelovige Welt, geh aus, laß Jesum ein! Mein Jesu, gute Nacht! Evangelist Zion Und Joseph nahm den Leib, und wickelte ihn in ein rein Leinwand. Habt lebenslang Und legte ihn in sein eigen neu Grab, Vor euer Leiden tausend Dank, welches er hatte lassen in einen Fels hauen; Daß ihr mein Seelenheil so wert geacht’t. und wälzete einen großen Stein vor die Tür des Grabes, Gelovige und ging davon. Es war aber allda Maria Magdalena, Mein Jesu, gute Nacht. und die andere Maria, die satzten sich gegen das Grab. Koor Des andern Tages, der da folget nach dem Rüsttage, kamen die Hohenpriester und Pharisäer sämtlich zu Pilato, Wir setzen uns mit Tränen nieder und sprachen: Und rufen dir im Grabe zu: Ruhe sanfte, sanfte ruh’! Koor Ruht, ihr ausgesognen Glieder! Herr wir haben gedacht, daß dieser Verführer sprach, Ruhe sanfte, sanfte ruh’! da er noch lebete: Ich will nach dreien Tagen wieder auferstehen. Euer Grab und Leichenstein Darum befiehl, daß man das Grab verwahre bis an den dritten Tag, Soll dem ängstlichen Gewissen auf daß nicht seine Jünger kommen, und stehlen ihn, Ein bequemes Ruhekissen und sagen zu dem Volk: Er ist auferstanden von den Toten; Und der Seelen Ruhstatt sein. und werde der letzte Betrug ärger, denn der erste. Höchst vergnügt schlummern da die Augen ein. Evangelist Pilatus sprach zu ihnen: Pilatus Da habt ihr die Hüter; gehet hin, und verwahret’s, wie ihr wisset.
In 2010 was het precies veertig jaar geleden dat een groep bevriende Victoria. Het Collegium Vocale Gent geniet de steun van de Vlaamse studenten op initiatief van Philippe Herreweghe beslisten het Gemeenschap, de Provincie Oost-Vlaanderen en de stad Gent. In 2011 Collegium Vocale Gent te stichten. Het ensemble paste als één werd het ensemble Ambassadeur van de Europese Unie. van de eerste de nieuwe inzichten inzake de uitvoering van barokmuziek www.collegiumvocale.com toe op de vocale muziek. Deze authentieke, tekstgerichte en retorische aanpak zorgde voor een transparant klankidioom waardoor het ensemble Philippe Herreweghe werd geboren in Gent en combineerde er zijn in nauwelijks enkele jaren tijd wereldfaam verwierf en te gast was op universitaire studies met een muzikale opleiding aan het conservatorium, alle belangrijke podia en muziekfestivals van Europa, Israël, de Verenigde waar hij piano volgde bij Marcel Gazelle. In dezelfde periode begon Staten, Rusland, Zuid-Amerika, Japan, Hong-Kong en Australië. Intussen hij te dirigeren en in 1970 richtte hij het Collegium Vocale Gent op. is Collegium Vocale Gent op een organische wijze uitgegroeid tot een Nikolaus Harnoncourt en Gustav Leonhardt merkten zijn uitzonderlijke uiterst flexibel ensemble met een ruim repertoire uit verschillende benaderingswijze op en nodigden hem uit om mee te werken aan hun stijlperiodes. De grootste troef hierbij bestaat erin dat voor elk project opnamen van de verzamelde Bachcantates. Al gauw werd Herreweghes een geoptimaliseerde bezetting bijeen gebracht wordt. Muziek uit de levendige, authentieke en retorische aanpak van de barokmuziek alom renaissance wordt uitgevoerd door een ensemble van zes tot twaalf geprezen en in 1977 richtte hij in Parijs het ensemble La Chapelle Royale zangers. De Duitse barokmuziek, en meer specifiek de vocale werken op, waarmee hij de muziek van de Franse Gouden Eeuw uitvoerde. van J.S. Bach, waren en blijven een kroondomein. Vandaag brengt het Van 1982 tot 2002 was Philippe Herreweghe artistiek directeur van de Collegium Vocale Gent deze muziek bij voorkeur met een klein ensemble, Académies Musicales de Saintes. In die periode creëerde hij verschillende waarin de zangers zowel de koor- als solopartijen voor hun rekening ensembles, waarmee hij een adequate en gedegen lezing wist te brengen nemen. Meer en meer legt Collegium Vocale Gent zich ook toe op het van een repertoire lopende van de renaissance tot de hedendaagse romantische, moderne en hedendaagse oratoriumrepertoire. Om die muziek. Zo was er het Ensemble Vocal Européen, gespecialiseerd in reden werd in 2009 een samenwerking aangegaan met de Accademia renaissancepolyfonie, en het Orchestre des Champs-Élysées, opgericht Chigiana uit Siena. Dit resulteerde enerzijds in de oprichting van een in 1991 met de bedoeling het romantische en preromantische repertoire gezamenlijk symfonisch koor en anderzijds in de recrutering van zangers opnieuw te laten schitteren op originele instrumenten. Op uitnodiging van op Europees niveau. Op die manier staan ervaring en jong talent zij aan de prestigieuze Accademia Chigiana te Siena werkt Philippe Herreweghe zij en slaagt Collegium Vocale Gent erin een belangrijke pedagogische sinds 2009 samen met Collegium Vocale Gent actief mee aan de uitbouw functie te vervullen. Voor de realisatie van deze projecten werkt het van een groot symfonisch koor op Europees niveau. Steeds op zoek naar Collegium Vocale Gent samen met diverse historisch geïnformeerde muzikale uitdagingen is Philippe Herreweghe sinds enige tijd erg actief in ensembles zoals het eigen barokorkest van Collegium Vocale Gent, het grote symfonische repertoire van Beethoven tot Gustav Mahler. Sinds het Orchestre des Champs-Élysées, het Freiburger Barockorchester 1997 engageert hij zich als hoofddirigent van deFilharmonie (Royal Flemish of de Akademie für Alte Musik Berlin. Maar ook met vooraanstaande Philharmonic). Philippe Herreweghe werd in 2008 ook vaste gastdirigent symfonische orkesten zoals deFilharmonie, het Rotterdams van de Radio Kamer Filharmonie in Nederland. Bovendien is hij een veel Filharmonisch Orkest, het Budapest Festival Orchestra of het Koninklijk gevraagd gastdirigent van orkesten zoals het Concertgebouworkest Concertgebouworkest worden projecten opgezet. Het ensemble werd Amsterdam, het Gewandhausorchester uit Leipzig of het Mahler Chamber geleid door dirigenten zoals Nikolaus Harnoncourt, Sigiswald Kuijken, Orchestra. Met al deze ensembles bouwde Philippe Herreweghe in de René Jacobs, Paul Van Nevel, Iván Fischer, Marcus Creed, Yannick Nézet- loop der jaren bij de labels Harmonia Mundi France, Virgin Classics en Séguin en vele anderen. Collegium Vocale Gent bouwde onder leiding PentaTone een uitgebreide discografie op met meer dan 100 opnamen. van Philippe Herreweghe een omvangrijke discografie op met meer dan Hoogtepunten zijn onder meer de ‘Lagrime di San Pietro’ van Lassus, de 75 opnamen, voornamelijk bij de labels Harmonia Mundi France en Virgin ‘Matthäus-Passion’ van Bach, de integrale symfonieën van Beethoven Classics. In 2010 startte een gloednieuw opnameproject waarbij Philippe en Schumann, Mahlers liedcyclus ‘Des Knaben Wunderhorn’, Bruckners Herreweghe zijn eigen label (PHI) oprichtte om in volledige artistieke Symfonie nr 5, ‘Pierrot Lunaire’ van Schönberg en de ‘Psalmensymfonie’ vrijheid een rijke en gevarieerde catalogus uit te bouwen. In 2011-2012 van Stravinsky. In 2010 richtte Philippe Herreweghe een eigen label (PHI) verscheen een nieuwe cd met de Motetten van J.S. Bach, gevolgd door op om in volledige artistieke vrijheid een rijke en gevarieerde catalogus uit een opname met Werken voor koor en orkest van Johannes Brahms te bouwen. Omwille van zijn consequente artistieke visie en engagement , J.S. Bachs ‘Missa in H-moll’ en het Officium Defunctorum van T.L. de werd Philippe Herreweghe op verschillende plaatsen onderscheiden. In
Sie können auch lesen